
Het
Leuvense festival voor actuele kunstmuziek Transit is reeds aan zijn zevende editie toe en is daarmee een vaste waarde in het muzieklandschap. Zelf noemen ze zich een festival voor nieuwe muziek. Dat is in hun geval erg letterlijk te nemen. Naast elf creaties, die veelal in opdracht van Transit zijn geschreven, presenteert het festival vijf werken die de afgelopen jaren zijn geschreven.
Er is geen enkel festival in dit land dat zo exclusief zeer recente muziek laat horen. Voor wie de vinger aan de pols wil houden dan ook een uitgelezen gelegenheid.
Naast het feit dat Transit een zeer uitgesproken artistiek profiel heeft, kenmerkt het zich ook door zijn gebaldheid. Van vrijdagavond tot zondagavond vinden
zeven concerten plaats. Transit heeft steeds aandacht voor
componisten en uitvoerders van eigen bodem, die men dan
in een internationale context plaatst. Maar ook deze internationale context is erg op de actualiteit gericht. Geen enkel boegbeeld van de jaren vijftig of zestig is present, ook niet met recent werk. Geen Boulez, Stockhausen, Berio en ga zo maar door.
Een festival ontstaat natuurlijk niet zomaar, omdat er bijvoorbeeld in een bepaalde stad nog geen is . Het ontstaat omdat de organisator een bepaald gemis aanvoelt, of omdat hij een eerdere aanzet uitwerkt. Transit is een organisatie van het
Festival van Vlaanderen Vlaams-Brabant, maar heeft haar wortels in de afdeling musicologie van de Leuvense universiteit. Vanaf 1991 vond hier onder de naam ‘
Nieuwe Stemmen‘ tweejaarlijks een festival van nieuwe muziek plaats, dat meegeorganiseerd werd door de licentiaatstudenten. Zo wilde initiatiefnemer
Mark Delaere een brug slaan tussen de studie en de latere beroepspraktijk. Er zijn van ‘Nieuwe stemmen’ vier edities geweest. Toen in 1995 een nieuwe afdeling van Festival van Vlaanderen, nl. Vlaams-Brabant opgericht werd, stelde Delaere voor om van ‘Nieuwe Stemmen’ binnen deze organisatie een nieuwe cyclus te maken. Aanvankelijk had Transit nog veel aandacht voor de voorvaders van de actuele kunstmuziek zoals Arnold Schönberg en Iannis Xenakis. Gaandeweg werd het profiel echter aangescherpt. Actuele kunstmuziek is een exponent van een lange muziektraditie. Deze traditie is niet statisch. Maar, stelt het Festival van Vlaanderen – Vlaams-Brabant doorheen zijn programmatie terecht, stilaan kunnen we de twintigste eeuw als een afgesloten periode beschouwen. Daarom is de opsplitsing tussen een festival dat zich richt op twintigste eeuwse muziek en één dat zich op eenentwintigste eeuwse muziek richt, zoals nu in Vlaams-Brabant gebeurt, erg verfrissend en duidelijk. Uiteraard is een absolute grens stellen op de eeuw- en milleniumwissel arbitrair. Maar men geeft hiermee wel aan dat er met muziek van de twintigste eeuw noodzakelijk anders wordt omgegaan dan met muziek die nu wordt gemaakt. Bij de twintigste eeuwse muziek is er al een historische uitkristallisering gebeurd. Er ontstaat al een soort canon. Er zullen hierbij zeker en vast nog verschuivingen aangebracht worden, maar de grote krijtlijnen liggen vast. Bij hedendaagse muziek is dat uiteraard niet mogelijk. Hier wordt een bodem gecultiveerd waarop nieuwe vruchten kunnen groeien. De oogst zal wel volgen. Uiteraard groeien op zo een verse grond niet alleen de gezaaide vruchten, maar ook onkruid. Het is de geschiedenis die uiteindelijk het onkruid wiedt. Een proces dat natuurlijk niet neutraal is, en waarbij gesteund wordt op het gezag van enkelen.
Je zou kunnen stellen dat er zoveel festivals zijn als mensen die er maken. De samenstelling van een programma is subjectief, waarbij de zin van de keuze bepaald wordt door de context van het festival. Elke programmator heeft zijn eigen smaak, zijn eigen zicht op de scène, en een zekere verknochtheid aan het milieu waar hij uit komt. Een objectief en exhaustief overzicht geven van de muziek van vandaag kan niet. Daarom moet je stelling innemen. Mark Delaere doet dat. Hij maakt door zijn programmatie duidelijk wat hij waardevol vindt en minder waardevol. Het is niet vrijblijvend of om het even wat. Zijn affiniteit met het modernisme is duidelijk het grootst, maar in zijn keuzes blijkt dat hij zich niet louter baseert op stijlrichtingen of bepaalde compositietechnieken die al dan niet toegepast worden.
Doorslaggevend is wel dat hij in de keuze van componisten zoekt naar diegenen die de misschien utopische mogelijkheid openhouden dat er dingen kunnen gezegd worden op een manier die nog niet ontwikkeld is. De zoekende en onderzoekende instelling van de componist is van groot belang. Het verschil met het naoorlogse modernisme van Stockhausen, Boulez en Goeyvaerts is echter groot. Iedereen die vandaag iets uitdrukt, heeft in meerdere of mindere mate de loutering van het postmodernisme ondergaan, die filosofische strekking die de grote verhalen en het grote gelijk onderuit heeft gehaald. Toch tonen deze componisten aan dat een te groot relativisme, waarbij elke uitdrukkingsvorm evenwaardig is, evenmin soelaas biedt. Het is nog steeds mogelijk om op een persoonlijke, uitgepuurde en vernieuwende manier muziek vorm te geven. Muziek is niet statisch, is dat ook nooit geweest, en verandert zoals de maatschappij verandert.
Peter-Paul De Temmerman journalist actuele kunstmuziek
—————————————–
TRANSIT gaf compositie-opdrachten aan componisten uit Duitsland, Frankrijk, Vlaanderen, Canada en de Verenigde Staten. Naast elf creaties staan er ook vijf recente werken op het programma met als blikvanger Farben der frühe van Mathias Spahlinger voor 7 concertvleugels. TRANSIT gaat dit jaar ook in dialoog met dans en fotografie. En heel wat randactiviteiten omkaderen dit nieuwe-muziekfeest: een jongerenproject, een lezing, een debat en verhelderende introducties op alle concerten
De openingsavond op vrijdag is voorbehouden aan het jonge componistenvolkje actief in Vlaanderen: Jurgen De Pillecyn, Boudewijn Cox, Stefan Prins en Stefan Van Eycken. Tegenover al dat jong geweld staat altijd een werk van een éminance grise en dit jaar valt die eer te beurt aan Serge Verstockt.
Zaterdag start met de finissage van de fototentoonstelling van Maarten Vanvolsem. Joachim Brackx laat zijn tentoonstellingsinstallatie Nadir / Zenith converseren met Bl!ndman junior [4×4], een jongere versie van het welbekende saxofoonkwartet.
Om 14u gebruikt Slagquartett Köln slaande argumenten in zijn pleidooi voor de nieuwe muziek.
’s Avonds zweept Drumming Grupo de Percussao de vier perfomers van Arco Renz op in Bullitt op muziek van Marc Appart en Edmund J. Campion.
Zondagvoormiddag is voor de leerlingen van het conservatorium in Leuven. Stephane Vande Ginste componeerde op maat voor een ensemble van klarinetten, fagotten, contrabassen en stemmen.
Om 14u speelt Trio Fibonacci drie creaties voor pianotrio. Ze herstellen het genre in ere en heel wat componisten componeren speciaal voor dit schitterend trio.
Voor het slotconcert worden 7 concertvleugels op het podium geplaatst mét het kruim van de Vlaamse pianisten actief in hedendaagse muziek, samengebracht rond Jan Michiels.
Transit Festival voor Nieuwe Muziek in Leuven
Vrijdag 27 , zaterdag 28 en zondag 29 oktober 2006
Alle concerten gaat door in STUK (Naamsestraat 96) , behalve Bullitt zaterdagavond, dat plaatsvindt in de Schouwburg (Bondgenotenlaan 21, 3000 Leuven)
Info en audio (Kwadratuur.be)