Wim Mertens stelt nieuwste cd voor in de Handelsbeurs

Wim Mertens Dit weekend presenteert Wim Mertens in de Handelsbeurs zijn nieuwste cd ‘Receptacle‘. Zijn pas verschenen cd laat horen hoe ver hij van zijn oorspronkelijke minimalistische koers afgeweken is. De meeste composities opteren eerder voor berusting dan voor melancholie en worden afgewisseld met een aantal speelse momenten. Op de plaat werkt hij met niet minder dan zeventien vrouwelijke muzikanten en halen vooral de strijkers de bovenhand. In Gent laat hij zich begeleiden door zes strijkers: Gudrun Vercampt en Bert Van Laethem op viool, Liesbeth De Lombaert op altviool, Lode Vercampt op cello en Ruben Appermont op contrabas.

Wim Mertens is een muzikaal buitenbeentje en valt moeilijk in één vakje onder te brengen. Zijn muziek lijkt opvallend eenvoudig. Het klankpatroon is overwegend consonant en tonaal. Klassieke vormen (ABACA) en technieken (cantus firmus) overheersen. Speelwijzen blijven traditioneel. De overkoepelende tactus van een stuk blijft ongewijzigd, maar binnen dit vaste tijdskader probeert Mertens een binair en ternair maatgevoel met elkaar te verzoenen. Vanwege het vaak uiterst complexloze karakter van zijn muziek, plaatst men Mertens wel eens onder de noemer "Nieuwe Eenvoud". Dit label huisvest een lossere stijl die clean, gestroomlijnd en vlot verteerbaar is en daartoe de consonantie en veelvuldige herhalingen van de repetitieve muziek overneemt. Mertens heeft echter zelf van meet af aan gesteld dat hij niet vertrekt van het feit dat hij nieuwe muziek moet maken. In dit opzicht sluit hij aan bij het postmodernisme: het vormschema in Mertens’ muziek is klassiek, maar de expressie is romantisch. Mertens’ contrapunt, dat vaak tegen de academische regels indruist, doet bijna middeleeuws aan omwille van het strikt lineair verloop van de stemmen, maar de drive in sommige stukken herinnert dan weer aan de barokke basso continuo. Maar ook het vakje van het postmodernisme is te eng voor Mertens. Het best situeer je zijn muziek in de orale traditie die bestaat sinds de mens klanken kon uiten en (voor het westen) zijn beroemdste voorbeelden vond in de Illias en de Odyssee van Homeros. Muziek moet voor Wim Mertens steeds vanuit de zang groeien. Hij is een verhalenverteller vervuld van universele "improvisiations réfléchies" en toevallig is zijn medium muziek. Mertens’ piano- en zangstijl is zeer onorthodox, maar tegelijkertijd expressief en herkenbaar. Zijn muziek refereert niet aan zichzelf, maar staat voor iets anders. Wat dat andere is, wordt niet rationeel ingevuld. Het intuïtieve wordt verkozen boven het rationele. Mertens’ oeuvre moet als één organisch geheel beschouwd worden: ouder materiaal wordt voortdurend hernomen en in een andere context geplaatst. Soms kan zelfs een volledig werk gerecycleerd worden als cantus firmus van een nieuw stuk.

Tijd en plaats van het gebeuren :

Wim Mertens : Receptacle
Vrijdag 2 en zaterdag 3 november 2007, telkens om 20.15 u

Handelsbeurs
Kouter 29
9000 Gent

Meer info : www.handelsbeurs.be

Bron : Stijn Kolacny voor MATRIX

Wim Mertens : www.wimmertens.be en www.matrix-new-music.be

Elders op Oorgetuige :
Filmconcert : Harry Potter meets Wim Mertens, 9/06/2006

Tweede editie van SPECTRUM XXI in Brussel, Parijs en Genève

Spectralisme Deze week vindt in Brussel, Parijs en Genève de tweede editie van SPECTRUM XXI, het internationale festival ven de spectrale muziek plaats. Er zijn lezingen en concerten met muziek van o.a. Gérard Grisey, Iannis Xenakis, Jonathan Harvey, Tim Hodgkinson, Ana-Maria Avram, Iancu Dumitrescu, Luigi Nono, Horatiu Radulescu, Giacinto Scelsi , Gyorgy Kurtag, Alex Lubet, Anton Webern en nog vele anderen.

Gérard Grisey (1946-1998) geldt samen met Tristan Murail als een hoofdfiguur van de "spectrale" muziek. Deze muziekstijl legde de nadruk op de harmonie in de muziek en de relatie van die harmonie met de akoestiek. De ‘spectrale’ componisten onderzochten alle mogelijke schakeringen van de klankkleur, en ze gingen daarbij op zoek binnen in de klank zelf, door alle lagen heen. De wens om in hun composities de vage grens tussen harmonie en timbre af te tasten stond daarbij centraal. Deze muziek laat de klank horen in zijn driedimensionele volheid: niet alleen hoog en laag, lang en kort, maar ook diep, tot in of voorbij de kern …

Het spectralisme ontstond in de jaren ’70 in Frankrijk als de belangrijkste reactie op het serialisme. Waar de seriele muziek zijn harmonische basis geheel zocht in kunstmatige klanksamenstellingen, gebaseerd op het gelijkzwevende stemmingssysteem met twaalf tonen dat sinds de 19de eeuw de Westerse muziek domineert, zoekt de spectrale muziek een nieuwe aansluiting bij de natuurwetten van de akoestiek. In de spectrale muziek vallen timbre en harmonie samen in omvangrijke harmonische klankvelden, gebaseerd op transformaties van de natuurlijke boventoonreeks die ‘spectra’ genoemd worden.

Tijd en plaats van het gebeuren :

SPECTRUM XXI – Festival International des Musiques Spectrales
Van maandag 29 oktober tot woensdag 7 november 2007
Op verschillende locaties in Brussel, Parijs en Genève

Alle info vind je op festivalspectrum21.tripod.com

Elders op Oorgetuige :
Spectralisme : drempels overschrijden, grenzen vervagen, … , 23/04/2007

Ensemble SurPlus sluit TRANSIT af

Ensemble SurPlus James Avery dirigeert net als vorig jaar het slotconcert van TRANSIT. Deze keer temt hij geen zeven vleugelpiano’s maar zijn eigen Ensemble SurPlus uit Freiburg im Breisgau. Het programma zelf is al even spectaculair. In het magistrale The Tristero System koos Claus-Steffen Mahnkopf voor de wel heel eigenaardige bezetting van vier piccolo’s, drie trombones, twee basklarinetten, twee piano’s en twee slagwerkers. Verder bordurend op dit beschikbare klankenarsenaal gaf TRANSIT compositieopdrachten voor de verschillende instrumentengroepen aan een internationale rij keurcomponisten: Robin de Raaff (NL) tekent voor een expressionistische en extraverte schrijfwijze; James Clarke (UK) zoekt altijd uitersten op; Gerald Eckert (D) en Wieland Hoban (UK) hebben allebei roots in de wereld van de New Complexity.

Wieland Hoban, Zeitschein
Zeit = tijd / Schein = verschijning, schijn; illusie
Wieland Hoban : "Deze compositie beoogt iets dat onmogelijk kan lijken binnen de duur van amper zeven minuten: verschillende zones, verschillende types van temporele ervaring worden doorkruist. Het werk probeert situaties te creëren waarin de tijd ‘te snel’ of ‘te traag’ schijnt te verlopen, en een illusoir web te weven van ervaringen die een tegenspraak oproepen tussen de feitelijke, chronometrische tijd en een autonome, innerlijke temporaliteit. De compositie eindigt, maar haar innerlijke tijd verzet zich tegen de finaliteit van het afsluiten. Hierdoor wordt een continuïteit gesuggereerd die verder gaat dan de laatste klanken. "Zeitschein is opgedragen aan Steve Takasugi en werd gecomponeerd in opdracht van het TRANSIT-festival, waar het gecreëerd wordt op 28 oktober 2007.

James Clarke, 2007-R
James Clarke : "Sinds 2006 weiger ik mijn muzikale werken titels te geven, en schrijf ik ook meestal geen toelichtingen bij mijn composities. De stukken zijn ofwel ‘Untitled’ of krijgen een nummer (het jaar van de compositie) en een codeletter. Het doel van muziek is delen van de hersenen te bereiken; delen van onze ervaring van de perceptie, die bepaalde zaken kunnen beoordelen en appreciëren op manieren die niet meer in woorden uit te drukken zijn. De luisteraar wordt uitgenodigd om zijn eigen begrip te vormen van de relaties binnen het muzikale evenement dat zich voor hem afspeelt. Hoewel het in sommige gevallen zinvol kan zijn de luisteraar door een deel van het labyrint te begeleiden, wordt dit volgens mij best meestal vermeden, omdat dat een uitnodiging is de vele andere facetten van de muziek te negeren. Een muzikale compositie moet, net zoals een abstract kunstwerk, de kans krijgen voor zichzelf te spreken."
2007-R werd gecomponeerd in opdracht van het TRANSIT-festival, waar het gecreëerd wordt door Ensemble SurPlus op 28 oktober 2007.

Gerald Eckert, Absence – Traces éloignées
Gerald Eckert : "Vertrekkend van de polen als uiterste toestanden, fungeren processen en parameters als meridianen. Daarbij staat elk instrument voor zichzelf en laat het zijn eigen sporen achter. Toch bestaat er ook een ‘horizontaal’ vlechtwerk van relaties. De ontstane vertakkingen brengen ‘achtergronden’ – ruimtelijke afbeeldingen – voort van de ‘tijdswegen’. Op deze achtergronden wordt het tegenwoordige getekend. Uitgaande van het nu, hoort er bij elk tijdspunt een afwezig moment, een moment dat zich als het ware achter de horizon bevindt. Deze afwezige momenten creëren een gedeeltelijk speculatieve achtergrond, die door zijn verschijning realiteit kan worden maar op zijn beurt weer andere achtergronden – afwezige momenten – laat ontstaan. In deze compositie werd de aandacht op details gelegd, op het beschrijven van subtiele verschuivingen en veranderingen, zoals de klankkleuren. Dit ‘zoom’-achtige doordringen tot in de klankmaterie wordt op grond van de specifieke instrumentatie de inhoudelijke kern van de compositie. Zo ontstaat er een fijnzinnige vertakking tussen de vier fluiten, die zich qua klankkleur subtiel van elkaar onderscheiden. Dit terwijl de verhouding tussen de piccolo’s en het slagwerk, bepaald door een specifieke slagwerkinstrumentatie, gekenmerkt wordt door een grote afstand. Enkel de accentimpulsen brengen op het niveau van de ‘energetische’ momenten een toenadering teweeg, daar de accentstructuren verantwoordelijk zijn voor de vormgeving van de klankkleuren. Zij stellen ook een focus voor, gericht op de heersende, momentgebonden tijdsconstructie. Deze bepaalt uiteindelijk de verhouding tussen de klankesthetiek en de formele bovenbouw."
Absence – Traces éloignées werd geschreven in opdracht van het TRANSIT-festival, waar het gecreëerd wordt door Ensemble SurPlus op 28 oktober 2007.

Claus-Steffen Mahnkopf, The Tristero System
Claus-Steffen Mahnkopf : "In de zomer van 1998 voelde ik een dubbel verlangen: eerst en vooral wilde ik aan twee totaal contrasterende cycli werken om het bereik van mijn muziek uit te breiden en de grenzen ervan af te tasten. Eén van deze cycli zou opgedragen worden aan György Kurtág. Ten tweede wilde ik een eerbetoon brengen aan één van mijn favoriete schrijvers, Thomas Pynchon. Ik besefte meteen dat, als ik een Hommage à Thomas Pynchon wilde schrijven, het op alle vlak even uitzonderlijk als excentriek (in de letterlijke betekenis: weg van het centrum) zou moeten zijn als Pynchons werk en sommige vreemde omstandigheden die de auteur omringen. Zo weten we niks over hem, zelfs niet hoe hij eruit ziet. Ik moest dus – op zijn minst daarom – mijn manier van componeren grondig veranderen: het gebruikte materiaal, de technieken, de klankwereld, en het performatieve karakter tijdens concerten. Hiervoor was eerst en vooral een klankwereld nodig die uitdrukking kon geven aan de destructiviteit van de hedendaagse maatschappij, vooral van megametropolen. Dit was slechts mogelijk met elektronische middelen; daarom trok ik naar de Experimentalstudio van de Heinrich Strobel Stiftung in Freiburg om de nodige vaardigheden te leren.
Vervolgens had ik een hypertrofische vorm nodig. Ik koos voor een poly-compositie bestaande uit meerdere werken die verschillende functies bekleden in de globale vorm. De Pynchon Cyclus bestaat – naast het samengestelde Hommage à Thomas Pynchon – uit de volgende werken:
1. het ensemblewerk The Tristero System, met een instrumentatie – twee piano’s, twee slagwerkers, twee basklarinetten, drie trombones en vier piccolo’s – die voldoende afstotelijk, posturbaan klankmateriaal biedt.
2. het solowerk voor cello The Courier’s Tragedy, dat letterlijk de tragedie uitbeeldt van de solist die mislukt in de poging een inhumane machine te controleren of te verslaan.
3. de harmonisch onaangename tapecompositie D.E.A.T.H. die letterlijk het laatste stadium van ontbinding van het gebruikte materiaal toont.
4. ten slotte het stuk W.A.S.T.E. voor hobo en live Electronics, dat niet hoorbaar is tijdens Hommage à Thomas Pynchon, maar waarvan het klankmateriaal sluimerend, als een onbewu
st gegeven, aanwezig is in het geheugen van de computer en af en toe getransformeerd naar de voorgrond treedt.
De vorm van deze poly-compositie moest van in het begin ‘verbrijzeld’ zijn. Ik besliste dit tot in het extreme door te trekken en het werk oneindig lang te maken – een compositie zonder temporeel einde, die de grootst mogelijke provocatie van de kunstwereld uitmaakt, een constante dreiging: een ongeneeslijke paranoia als het ware. Strikt gesproken zou de ruimtelijke dimensie ook moeten uitgebreid worden tot in het oneindige. Het werk zou niet alleen moeten klinken in één locatie, maar in zo goed als de hele stad, de hele regio, de hele wereld – in analogie met de muzikale cultuurindustrie die evenzo zichzelf oplegt aan de hele wereld zonder de belangen van de ontvangers in vraag te stellen. Om praktische redenen, die helaas niet altijd te rijmen zijn met artistieke noden, is de duur en zeker de ruimte beperkt. Men moet uiteindelijk een concert organiseren, een gebeuren met een vaste tijd en een bepaalde locatie.
De vier werken die hierboven zijn opgesomd kunnen afzonderlijk worden uitgevoerd. Hommage à Thomas Pynchon bundelt de eerste drie werken. Het stuk is tegelijkertijd ensemblemuziek, muziektheater en een muziekinstallatie. Deze combinatie is innovatief aangezien ze gebruik maakt van de nieuwste technologie om iets te doen dat voorheen onmogelijk was omdat deze middelen nog niet voldoende ontwikkeld waren: de introductie van een real-time compositieproces met behulp van de computer, dat toch klinkt als gecomponeerde muziek in plaats van als algoritmische muziek. Het was niet mijn bedoeling de nieuwste rages in live electronics voor te stellen, maar eerder het tegenovergestelde: het was enkel omwille van het feit dat live electronics momenteel voldoende mogelijkheden voor complexiteit en differentiatie bieden – en dat is ook de mogelijkheid tot polyfonie – dat ik creatief kon worden in dit genre.
Hommage à Thomas Pynchon is uiterst ‘performatief’ van karakter. In het begin wordt het 18 minuten durende ensemblewerk The Tristero System gespeeld in de concertruimte, alsof het om een normaal concert gaat. "
Tijdens het TRANSIT-festival werd The Tristero System voor het eerst als afzonderlijke compositie uitgevoerd door Ensemble SurPlus op 28 oktober 2007.

Programma :

  • Wieland Hoban, Zeitschein (2007 creatie) Compositie-opdracht TRANSIT
  • James Clarke, 2007-R (2007 creatie) Compositie-opdracht TRANSIT
  • Robin De Raaff, nieuw werk (2007 creatie) Compositie-opdracht TRANSIT
  • Gerald Eckert, Absence – Traces éloignées (2007 creatie) Compositie-opdracht TRANSIT
  • Claus-Steffen Mahnkopf, The Tristero System (2002)

Tijd en plaats van het gebeuren :

Transit Festival voor Nieuwe Muziek
Ensemble SurPlus – James Avery

Zondag 28 oktober 2007 om 20.30 u ((Inleiding door Jan Christiaens, Gerald Eckert, Robin De Raaff, Wieland Hoban en James Clarke om 19.45 u in het auditorium)
STUK – Soetezaal
Naamsestraat 96
3000 Leuven

Meer info : www.festival.be, www.ensemble-surplus.de, www.jamesclarke.org en www.claussteffenmahnkopf.de

Bron : Tekst Wieland Hoban, James Clarke, Gerald Eckert en Claus-Steffen Mahnkopf voor TRANSIT

Robin de Raaff : www.donemus.nl

Elders op Oorgetuige :
TRANSIT brengt actuele muziek van de 21ste eeuw, 21/10/2007

Scream of the Angel : zoektocht naar de emoties van de engel

In Scream of the Angel gaat componist/dirigent Gerard De Clercq (1961) op zoek of het mogelijk is ‘de Engel’ te emotioneren en zelfs te verleiden. Daartoe worden de meest uiteenlopende muzikale middelen gebruikt: zangers en instrumentisten worden geconfronteerd met zowel traditionele als hedendaagse notatie- en speelwijze. Verschillende stemmingen worden naast en tegenover elkaar geplaatst en improvisatorische passages wisselen af met meer repetitieve en aleatorische elementen. De tekst van Scream of the Angel verwijst naar de songs van Lou Reed. De zoektocht naar de emoties van de engel worden ook visueel weergegeven. Daarvoor riep De Clercq de hulp in van digitaal beeldkunstenaar Bernard Hemeleers en fotografe Eva Van Bortel.

Gerard De Clercq, Scream of the Angel
Gerard De Clercq : "Sream of the angel is gecomponeerd in opdracht van MATRIX. Het gaat om een pedagogisch werk dat leerlingen uit het deeltijds kunstonderwijs kennis laat maken met hedendaagse compositietechnieken. De uitdaging bestond erin om voor historische instrumenten in verschillende stemmingen en voor zangers een interessante compositie te schrijven die rekening hield met een beperkte moeilijkheidsgraad en repetitietijd.
Een simultaan gebruik van traditionele en hedendaagse muzieknotatie kenmerkt de partituur. Bij de traditionele schrijfwijze wordt vooral gebruik gemaakt van lange uitgesponnen zinnen. Bij de hedendaagse zijn er referenties naar technieken uit de vorige eeuw: aleatoriek, improvisatie, minimalisme, oneigen gebruik van het instrumentarium en repetitieve muziek. Het extramuzikale element, de vraag of een engel al dan niet emoties heeft, wordt versterkt door het gebruik van vocale en visuele elementen."

Programma :

  • Gerard De Clercq, Scream of the Angel

Tijd en plaats van het gebeuren :

Transit Festival voor Nieuwe Muziek
Project Conservatorium : Scream of the Angel

Zondag 28 oktober 2007 om 18.00 u
STUK – Labozaal
Naamsestraat 96
3000 Leuven

Meer info : www.festival.be en www.matrix-nieuwe-muziek.be

Bron : Tekst Gerard De Clercq voor TRANSIT

Elders op Oorgetuige :
TRANSIT brengt actuele muziek van de 21ste eeuw, 21/10/2007

Ictus : poëzie in klanken op TRANSIT

Ictus Poëzie in klanken zou de titel van dit programma kunnen zijn. James Dillon schreef verschillende reeksen van 12 korte duo’s onder de titel Traumwerk. In de eerste gebruikt hij twee violen, in de tweede viool en klavecimbel. Deze aforismen – geïnspireerd op kanttekeningen die Albrecht Dürer aanbracht in het gebedsboek voor keizer Maximiliaan – variëren van dansmuziek tot ingekeerde meditaties. Ook Apoklisis van Beat Furrer is een duo: twee basklarinettisten wandelen door de concertruimte terwijl ze regelmatige pulsen spelen. De ruimtelijke beweging stuurt hun onderlinge verhouding én hun muzikaal materiaal. Het duelleren gaat door in de nieuwe composities/creaties: Stéphane Borrel (F) zet altviool en slagwerk samen; Bart Vanhecke koos voor een bezetting met fluit, twee violen, twee klarinetten, twee altviolen en twee slagwerkers. Ictus verdeelt zich in alle mogelijke duo’s om de delicate poëzie in klanken om te toveren, een kunst die veilig is hun muzikale meesterhanden.

James Dillon, Traumwerk Book 1 (selectie) – Traumwerk Book 2
James Dillon : "De titel Traumwerk of Droomwerk is afgeleid van Albrecht Dürers beschrijving van zijn enigmatische en bijzonder speelse ‘marginalia’, ontworpen voor een gebedsboek in opdracht van keizer Maximiliaan in 1515. "Wie wil droomwerken, moet alles door elkaar mengen." (Dürer)
De combinatie van een vreemde speelsheid en de functie als marginalia is, net zoals het labyrintische beeld van de verlichte handschriften, een bijzonder origineel voorbeeld van wat Paul Klee later zou omschrijven als: ‘taking a line for a walk’."
Paul Griffiths : " Vioolduo’s vind je meestal in een educatieve context, zelfs als ze van de hand van de meest illustere componisten zijn. Luciano Berio heeft bijvoorbeeld ook zijn bijdrage geleverd aan dit schoolrepertoire. De werken van Dillon zijn anders. De twee violen zijn niet de meester en de leerling (hoewel ze af en toe dit rollenspel spelen), maar beiden zijn volwassenen en ze komen samen als volwassenen. Niet alleen vereisen beide partijen virtuoze capaciteiten op het vlak van intonatie, klankkleur en ritmische finesse, ook de de aandacht voor elkaar is perfect wederkerig. Ze observeren elkaar met de intimiteit – maar ook met de precisie -van een danspaar."

Beat Furrer, Apoklisis
Beat Furrer : "Twee basklarinetten, ver van elkaar verwijderd, vullen elkaar aan in overlappende of successieve fragmenten van een imaginaire unisono die zich vanuit de hoogste regionen van het instrument in het diepe stort. Apoklisis betekent afwijking; de kleine interferenties die telkens weer en onherroepelijk optreden, doen een zich steeds veranderende ruimte ontstaan."

Bart Vanhecke, Comme un flocon de neige
Bart Vanhecke : "Hoewel Comme un flocon de neige als ‘musique pure’ werd geconcipieerd, kan de titel toch een verwijzing vormen naar een mogelijke achterliggende interpretatie van het stuk. Men zou het stuk kunnen vergelijken met een sneeuwvlok, maar dan wel onder de microscoop bekeken. Het ontstaan, bestaan en vergaan van een sneeuwvlok wordt zo sterk uitvergroot. Water wordt omgezet in een complexe maar uiterst geordende kristalstructuur die bij het smeltproces volledig terugkeert naar de oorspronkelijke toestand. Dit alles speelt zich af op een schaal die voor het blote oog amper zichtbaar is en waarbij het zachte en idyllische waarmee sneeuw meestal geassocieerd wordt, verdwijnt. Comme un flocon de neige zou op eenzelfde manier kunnen opgevat worden: een complex maar uiterst geordend proces op miniatuurschaal. Voor de complexiteit en orde zorgt een strikte seriële schrijftechniek op basis van een chromatische intervalgroepreeks. Het gebruik van vier verschillende fluiten (fluit, altfluit, piccolo en basfluit) binnen een relatief korte tijdsduur maakt dat het stuk een geheel is van vier efemere miniaturen… zoals een sneeuwvlok.
De titel Comme un flocon de neige is de vertaling van een vers uit de Lagrime di San Pietro van Luigi Tansillo (1510-1568), een tekst die door Orlando di Lasso op muziek werd gezet (en die ook aan de basis ligt van een werk voor basstem, mannenkoor en orkest dat ik al enkele jaren op stapel heb staan). " ‘ Comme un flocon de neige’ werd geschreven in opdracht van Ictus Ensemble en wordt gecreëerd tijdens het TRANSIT-festival op 28 oktober 2007.

Stéphane Borrel, Heurs
Stéphane Borrel : " Deze ‘heurs’ willen een opeenvolging van ’gelukken’ (‘bonheurs’) zijn en de indruk geven dat alles zich in dit werk organiseert, articuleert en gebeurt met geluk – met een soort elegantie, met een goede fortuinlijkheid (de betekenis van het Oudfranse woord ‘heur’, waarvan onder andere de woorden bonheur, malheur en heureux zijn afgeleid). Acht muzikale bewegingen worden zonder onderbreking en zonder variatie hernomen. Nochtans heeft elke verschijning een uniek muzikaal gewicht door de gekozen context en krijgt ze zo op een bijzondere manier haar eigen betekenis.
Deze ‘heurs’, meer in het algemeen, willen een gelukkige muziek (une musique heureuse) zijn!"
Heurs is geschreven in opdracht van het Ictus Ensemble, dat het werk creëert tijdens het TRANSIT-festival op 28 oktober 2007.

Programma :

  • James Dillon, Traumwerk book 1 (selectie) (1995) – Traumwerk book 2 (2001)
  • Stéphane Borrel, Heurs (2007 creatie) Compositie-opdracht Ictus
  • Beat Furrer, Apoklisis (2004)
  • Bart Vanhecke, Comme un flocon de neige (2006-2007 creatie) Compositie-opdracht Ictus

Tijd en plaats van het gebeuren :

Transit Festival voor Nieuwe Muziek
Ictus

Zondag 28 oktober 2007 om 14.00 u (Inleiding door Jan Christiaens, Stéphane Borrel, Bart Vanhecke om 13.30 u in het auditorium)
STUK – Labozaal
————————–
Debat componisten : Writing for non-standard ensembles: aesthetical and practical considerations
Jan Christiaens (moderator), Gerald Eckert, Robin De Raaff, Wieland Hoban, James Clarke, Claus-Steffen Mahnkopf
Zondag 28 oktober 2007 om 16.00 u
STUK – Ensemblezaal
Naamsestraat 96
3000 Leuven

Meer info : www.festival.be en www.ictus.be

Bron : Teksten James Dillon, Paul Griffiths, Beat Furrer, Stéphane Borrel en Bart Vanhecke voor TRANSIT

James Dillon, ‘Traumwerk Boek 1, nr. 1 en 2’ door Ictus op Kwadratuur.be (met audio)
Bart Vanhecke : http://www.matrix-new-music.be/documentatie/componisten/Vanhecke/index.html

Elders op Oorgetuige :
TRANSIT brengt actuele muziek van de 21ste eeuw, 21/10/2007
TRANSIT biedt forum voor jong componistentalent in Vlaanderen, 24/10/2007
Gesprek met Beat Furrer, 24/03/2007
Beat Furrer en Klangforum Wien in Flagey, 8/03/2007
Twee opmerkelijke duo’s in Logos ( Beat Furrer), 6/02/2007

A Search for Renoise : Champ d’Action en het gebruik van nieuwe media op TRANSIT

Paul Craenen, Cathy Van Eck en Juan Sebastian Lach Lau Champ d’Action is een trouwe gast op TRANSIT. Dit jaar creëren ze werk van drie jonge componisten uit België, Nederland en Mexico: Paul Craenen, Cathy Van Eck en Sebastian Lach Lau. Bij alle drie maakt elektronica, zowel op het gebied van live-electronics als van computer-aided composing, een essentieel deel uit van hun esthetiek. Uitgangspunt voor de nieuwe werken die ze hier voorstellen is het fenomeen van de ‘feedback’, doorgaans een storende factor maar in dit geval een vonk die muzikale creativiteit deed ontbranden. Deze drie componisten bereiden een Doctoraat in de kunsten voor (Orpheus Instituut Gent / Universiteit Leiden) waar onder andere Richard Barrett optreedt als promotor. Van hem staat Codex VII op het programma, dat op 10 mei 2007 gecreëerd werd samen met studenten van het conservatorium Antwerpen. Vier composities op een rij met uitgebreid gebruik van nieuwe media.

Paul Craenen, Cathy Van Eck, Juan Sebastian Lach Lau, A search for renoise
In deze voorstelling bundelen drie componisten hun krachten in drie performances waarin feedbackprincipes als uitgangspunt dienen. Aan de hand van luidsprekers, microfoons en computers wordt een instrument gecreëerd waarin klanken zichzelf continu kunnen aansturen en vernieuwen. In elk van de performances wordt op een specifieke wijze onderzocht hoe lichamen, attributen en muziekinstrumenten kunnen worden ingezet als klankgeleiders of klankdempers, waarmee deze feedbackloops kunnen worden gemanipuleerd. Er ontstaat een meta-muzikale omgeving waarin klanktexturen, lichaamshoudingen, technische handelingen en ruimtelijke posities elkaar voortdurend becommentariëren.
Wings – concept: Cathy Van Eck
Tubes – concept: Paul Craenen
Strings – concept: Juan Sebastian Lach Lau
Met steun van het Orpheus Instituut
(Paul Craenen, Cathy Van Eck, Juan Sebastian Lach Lau)

Richard Barrett, Codex VIII
Richard Barrett : "Het model voor Codex VIII (en voor de andere stukken die de titel Codex delen) was de situatie waarbij een onvolledige, schematische, of amper ontcijferbare muzikale tekst (uit een ver verleden?) gerealiseerd wordt door (eigentijdse) muzikanten om zo iets van de ‘levende traditie’, waaruit deze weinige obscure fragmenten misschien wel de enige muzikale restanten zijn, te reconstrueren of zich voor te stellen. Het huidige werk is zelf een reconstructie van het voorgaande werk, Codex VII, dat in opdracht van Champ d’Action en samen met studenten van het Antwerpse Conservatorium (in totaal 16 spelers) gecomponeerd werd tijdens repetities en voor het eerst werd uitgevoerd in mei van dit jaar. Codex VIII wordt gecreëerd tijdens het TRANSIT festival op 27 oktober 2007.

Programma :

  • Paul Craenen (1972), Cathy Van Eck (1979), Juan Sebastian Lach Lau (1970), A search for renoise (2007 creatie)
  • Richard Barrett (1959) Codex VIII (2007 creatie)

Tijd en plaats van het gebeuren :

Transit Festival voor Nieuwe Muziek
Champ d’Action: A Search for Renoise

Zaterdag 27 oktober 2007 om 20.30 u (Inleiding door Maarten Beirens, Paul Craenen, Cathy Van Eck en Sebastian Lach Lau om 19.45 u in het auditorium)
STUK – Labozaal
Naamsestraat 96
3000 Leuven

Meer info : www.festival.be en www.champdaction.be

Bron : Teksten Paul Craenen, Cathy Van Eck, Juan Sebastian Lach Lau en Richard Barrett voor TRANSIT

Paul Craenen : www.matrix-new-music.be , users.telenet.be/paulcraenen en www.kwo.be
Cathy Van Eck : www.cathyvaneck.net en www.donemus.nl
Juan Sebastian Lach Lau : homepage.mac.com/jslach

Elders op Oorgetuige :
TRANSIT brengt actuele muziek van de 21ste eeuw, 21/10/2007
Piano-acrobaat Ian Pace op TRANSIT, 24/10/2007
Legendarische Sloveense componist Vinko Globokar centraal in slotconcert Laboratorium Champ d’Action, 8/05/2007

Piano-acrobaat Ian Pace op TRANSIT

Ian Pace De Engelse pianist Ian Pace weet zijn publiek telkens opnieuw te ontroeren en te verbazen met zijn integriteit, muzikaliteit en perfectionistische omgang met zelfs de meest complexe partituren. TRANSIT gaf voor dit recital compositieopdrachten aan Gordon Downie, Bert Van Herck en Horatiu Radulescu, een heel grote mijnheer uit de nieuwe muziekscène van Roemeens-Franse afkomst. Naast deze creaties herneemt Ian Pace Lost van Richard Barrett, een introvert werk dat tijdens de creatie op TRANSIT 2004 grote indruk maakte. De componist nodigt de luisteraar uit om zijn/haar weg te zoeken in een muzikaal labyrint.

Gordon Downie, Variable construct 1
Gordon Downie : "Dit werk is het eerste in een geplande reeks composities waarin gebruik gemaakt wordt van ‘meerduidige’ of ‘open vorm’. Het werk is opgebouwd uit een vaste opeenvolging van pagina’s. Elke pagina kan door de uitvoerder gekozen worden als begin van het werk, waarna een vastgelegde volgorde wordt gevolgd. Het werk is geschreven in een volkomen eenduidige notatie, waarop verschillende systemen worden toegepast die verschillende routes door, en permutaties van het materiaal op elke pagina toelaten. Deze systemen hebben vergelijkbare functies als deze die voorkomen in datamodellerende contexten als UML (Unified Modelling Language) en DFD (Data Flow Diagram).
De notatie bevat verzamelingen van knooppunten (nodes) en pijlen: Gordon Downie, Variable construct 1

De knooppunten kunnen eenvoudig zijn en één gebeurtenis of actie omvatten, of complex zijn en meerdere acties omvatten die met elkaar verweven zijn: Gordon Downie, Variable construct 1

De pijlen geven de richting aan waarin door dit netwerk van acties genavigeerd wordt.
Bijkomende grafische aanduidingen worden gebruikt om de mogelijke permutaties van een verzameling objecten of acties te regelen en te beperken. Bijvoorbeeld, als de selectie en opeenvolging van elementen van twee verschillende sets verbiedt dat eenzelfde element op het vorige volgt, kan het aantal permutaties van een set van 4 elementen gereduceerd worden van 24 tot 8. Variable construct 1 bevat dergelijke notatiesystemen, samen met kleurencodes, om bemiddeling tussen verschillende niveaus van variabiliteit mogelijk te maken.
Naast lokale variabiliteit op het niveau van de afzonderlijke pagina’s, wordt er ook een globale variabiliteit toegepast op het niveau van de compositie. Dit gebeurt door het gebruik van transparanten die op bepaalde pagina’s gelegd kunnen worden om nieuw materiaal toe te voegen of om bestaand materiaal op de pagina te bewerken. Hierdoor kunnen gegeven sets van materiaal verschillende temporele posities in het werk innemen. Gordon Downie, Variable construct 1

Meerduidige vormen bieden de beste kansen om het kunstwerk te zuiveren van haar betekenende functie. Door het vermijden van een gesloten vorm, wordt de mogelijkheid om stabiele referenten te vormen voortdurend gefrustreerd. Op die manier kunnen aspecten van het medium (muziek) naar de voorgrond worden gebracht waar ze gewoonlijk onderdrukt worden. "
Variable construct 1 werd geschreven in opdracht van het TRANSIT-festival, waar het op 27 oktober 2007 gecreëerd werd door Ian Pace.

Bert Van Herck, Méandres
Bert Van Herck : "De titel verwijst naar de manier waarop de compositie tot stand gekomen is. Verschillende ideeën zijn als nevengedachten ontstaan in andere stukken. Meestal was er geen plaats om deze ideeën tot volle ontplooiing te laten komen zonder de vorm in het gedrang te brengen. Daardoor groeide het verlangen om deze losse gedachten in een nieuw stuk tot hun recht te laten komen. Het begrip ‘idee’ heeft in deze context een brede betekenis: het kan een melodie zijn, een opeenvolging van akkoorden, een textuur… Deze elementen vormen het vertrekpunt van Méandres en zijn omgewerkt en geboetseerd tot een compositie met een hechte vorm. De compositie werd geschreven in opdracht van het TRANSIT-festival, waar het op 27 oktober 2007 gecreëerd wordt door Ian Pace."

Richard Barrett, Lost
Richard Barrett : "Deze compositie ontstond in opdracht van TRANSIT voor Ian Pace, aan wie het werk is opgedragen. Het heeft met 13 selfportraits voor strijkkwartet een fundamenteel introspectieve kwaliteit gemeen. Wanneer ik terugdenk aan mijn vroegste ervaringen met het beluisteren van ‘nieuwe muziek’, op twaalf- of dertienjarige leeftijd, was één van de sterkste effecten de indruk ‘verloren’ te zijn binnen onbekende klankwerelden, zelfs wanneer ik bijna wanhopig focuste op de kleinste elementen van (schijnbare) vertrouwdheid. Vervolgens kwam natuurlijk een even dwingend verlangen om de structuren van die werelden te begrijpen, maar in zekere mate moet iemands hele artistieke werk er constant naar streven om vragen te stellen zoals: waarom de impuls te creëren (Beckett: ‘nothing to express, nothing with which to express, nothing from which to express, no power to express, no desire to express, together with the obligation to express’), waarom zet een toevallige kennismaking met een bepaalde (in dit geval) muziek een levenslange gedachtestroom in gang, die er blijkbaar om vraagt veruitwendigd of ‘uitgedrukt’ te worden, waarmee ik een poging bedoel om iets ‘door te geven’ aan het publiek, de kettingreactie verder te zetten, als dat op de één of andere manier mogelijk is. Zulke vragen spreken ook de aard van de menselijke verbeelding aan, de verhouding van het individu tot de gemeenschap, de ‘diepe structuur’ van de muziek, om slechts enkele zaken te noemen. (Natuurlijk kan een muziekstuk geen vragen beantwoorden of principes demonstreren; zijn logica is van een andere (diepere?) orde.)"

Horatiu Radulescu, Return to the source of light – Piano Sonata no. 6
voor Ian Pace
"’use your own light
and return to the source of light!
this is called
practicing eternity"
Lao tzu : Tao te Ching (6de eeuw v. Chr.)

Deze compositie werd geschreven in opdracht van het TRANSIT-festival en de International Lucero Foundation Montreux en wordt gecreëerd door Ian Pace tijdens TRANSIT op 27 oktober 2007.

Programma :

  • Gordon Downie, Variable construct 1 (2007 creatie) Compositie-opdracht TRANSIT
  • Gordon Downie tweede uitvoering
  • Bert Van Herck, Méandres (2007 creatie), Compositie-opdracht TRANSIT
  • Richard Barrett, Lost (2004)
  • Horatiu Radulescu (1942) Return to the source of light – Piano Sonata no. 6 (2007 creatie), Compositie-opdracht TRANSIT/ International Lucero Foundation Montreux

Tijd en plaats van het gebeuren :

Transit Festival voor Nieuwe Muziek
Ian Pace

Zaterdag 27 oktober 2007 om 14.00 u (Inleiding door Maarten Beirens, Gordon Downie, Bert Van Herck en Horatiu Radulescu om 13.30 u in het auditorium)
STUK – Soetezaal
——————
Lezing Horatiu Radulescu: From Sound Icon to the 6th Piano Sonata: composing for piano
Zaterdag 27 oktober 2007 om 16.00 u
STUK – Cinema Zed
Naamsestraat 96
3000 Leuven

Meer info : www.festival.be en www.ianpace.com

Bron : Teksten Gordon Downie, Bert Van Herck en Richard Barrett voor TRANSIT

Gordon Downie : www.gordondownie.net (met interview Ian Pace)
Bert Van Herck : www.matrix-new-music.be
Richard Barrett op www.arsmusica.be
Horatiu Radulescu op www.last.fm (met audio)

Elders op Oorgetuige :
TRANSIT brengt actuele muziek van de 21ste eeuw, 21/10/2007
Legendarische Sloveense componist Vinko Globokar centraal in slotconcert Laboratorium Champ d’Action, 8/05/2007
Orgel³ : Joris Verdin, Wannes Vanderhoeven en Gary Verkade, 12/03/2007
Een reis door de menselijke geest, 12/03/2007
Ian Pace: Dusapin vs. Ligeti, 1/02/2007

Huldeconcert aan Hao-Fu Zhang

Quatuor Tana Het is precies twintig jaar geleden dat Hao-Fu Zhang – vandaag professor compositie aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel – zich vanuit China in ons land heeft gevestigd. Dit concert brengt drie recente composities van Hao-Fu Zhang, vertolkt door zijn naaste leerlingen en favoriete vertolkers, de Quatuors Tana, Arcos en Agapé, dit laatste ensemble aangevuld met een klarinet en een tweede altviool.

Zhang Haofu is geen onbekende meer voor het publiek van het Chinees instituut, die zijn muziek reeds heeft kunnen smaken ter gelegenheid van het 75-jarig jubileum van het instituut in 2004. Sindsdien werd de Belgische, Europese en Chinese carrière van Zhang verrijkt met nieuwe composities en bekroond met internationale prijzen. Zijn laatste werk in het bijzonder, Qin-xiao voor klarinet en strijkers, roept de herinnering op aan Chinese muziek voor strijkinstrumenten (qin) en blaasinstrumenten (xiao) omgezet naar viool en klarinet. Het concert wordt georganiseerd door het Belgisch Instituut voor Hogere Chinese Studies te Brussel.

Tijd en plaats van het gebeuren :

Quatuor Tana, Quatuor Arcos en Quatuor Agapé : Huldeconcert aan Hao-Fu Zhang
Zaterdag 27 oktober 2007 om 14.30 u

Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis – Jubelparkmuseum – Apameazaal
Jubelpark 10
1000 Brussel

Toegang gratis

Meer info : www.kmkg.be en www.quatuortana.eu

Elders op Oorgetuige :
2 x Hao-Fu Zhang, 2/10/2007
CD review : Hao-Fu Zhang : Qin-Xiao (Cypres records), 8/08/2006

TRANSIT biedt forum voor jong componistentalent in Vlaanderen

Danel Kwartet Voor het openingsconcert gaf TRANSIT enkele compositieopdrachten, duidde een droomensemble voor de première aan en plaatste een referentiewerk op het programma. Bart Vanhecke, Nico Sall en Maarten Van Ingelgem kregen de opdrachten. Ze studeerden compositie bij resp. André Laporte/Franco Donatoni, Lucien Posman en Luc Brewaeys. Internationale spelers als Danel Kwartet en Jan Michiels voeren uit. De notoire Finse componiste Kaija Saariaho tekent voor het schitterende referentiewerk Nymphéa (1987), voor strijkkwartet en elektronica. Voor zo’n monument wijkt TRANSIT voor één keer graag af van de stelregel enkel eigentijdse muziek voor te stellen.

Nico Sall, Strijkkwartet n°II
Nico Sall : "Strijkkwartet n°II is een driedelig werk waarbij de drie delen als gescheiden momenten omschreven kunnen worden en waarvan het concert in het STUK het centrale gedeelte vormt. De gemeenschappelijke ruimtelijke begrenzing waarbinnen elk deel plaatsgrijpt, is meteen ook het hoofdpersonage/leidmotief van de cyclus, nl. een cirkelvormige mat in kunststof met een kruisvormige markering, vier monitors en luidsprekers. In essentie bestaat Strijkkwartet n°II uit een gesloten circuit met drie voorwaardelijke momenten, voorwaardelijk want er wordt in de eerste plaats telkens vooral een kader opgevoerd; in dit overbelichte kader is er ruimte voor klank maar ook voor de afwezigheid ervan. Deel I bestaat enkel uit videobeelden, deel II uit een live-uitvoering van de partituur, deel III combineert beelden uit deel I met een klankopname. Het eerste deel manifesteert zich als een afgeschermde fase in die zin dat het niet publiek toegankelijk is en slechts in deel III een rol speelt. Meerbepaald gaat het om een filmopname van de centrale ruimte, met alleen de centrale ruimte als onderwerp gefilmd vanuit vier vaste, de cirkel begrenzende punten. Klank wordt geïntroduceerd in een tweede fase, deel II, waarbij de belangrijkste oorsprong voor de partituur en voor de hele cyclus – zich situeert op het gebied van de relatie tussen verwante maar gescheiden vormen of gebeurtenissen, vormen met een beladen afstand of interval (dit is het beste woord omdat het in zich een versmelting tussen ruimte en tijd mogelijk maakt). Concreet is in de partituur het toonhoogteverloop opgebouwd uit een systeem dat een grondgestalte kent en een aantal afgeleiden, waarbij de afgeleide vorm en de grondgestalte simultaan voorkomen en er dus geen sprake is van een teleologische structuur, maar waar de essentie ligt in de frictie die gegenereerd wordt door de confrontatie van een melodiestructuur met zijn spiegelbeeld of zijn in de tijd iets ingekorte of uitvergrote versie. Deel III bestaat uit een weergave van de beelden uit deel I en een quadrafone versie van het kwartet door middel van de vier monitors en luidsprekers die op de uiteinden van de armen van het kruis van de cirkel staan. Strijkkwartet n° II werd geschreven in opdracht van het TRANSIT-festival, waar het op 26 oktober 2007 gecreëerd werd door het Danel Kwartet."

Maarten Van Ingelgem, Helices
Maarten Van Ingelgem : "Een helix is een geometrische vorm, een driedimensionale spiraal als het ware, te vergelijken met een wenteltrap. De titel symboliseert enerzijds de omwenteling in het leven op het moment dat je eigen genetisch materiaal zich vermengt met dat van iemand anders. Anderzijds verwijst de titel naar het moleculaire niveau: de erfelijke informatie ligt immers vast in het DNA dat bestaat uit twee helices die zich rond elkaar verstrengelen.
De ordeningsprincipes van de genetica bevruchtten tijdens het schrijven de compositorische procedés: een grote verscheidenheid ondanks een beperkt aantal bouwstenen (de vier basen A, C, G en T), complementaire strengen, chemische verbindingen, motivische celdeling, ritmische voortplanting, etc."
Helices is na Soëos (2003, met fluit) en I be not (2005) de derde compositie van Maarten Van Ingelgem voor strijkkwartet. Het werk werd geschreven in opdracht van het TRANSIT-festival, waar het op 26 oktober 2007 gecreëerd werd door het Danel Kwartet.

Bart Vanhecke, Que l’aube apporte la lumière
Bart Vanhecke : "De opdracht voor Que l’aube apporte la lumière  werd gegeven rond de tijd dat het Danel Kwartet zijn financiële steun van de Vlaamse Gemeenschap verloor. Daarom heb ik (in samenspraak met het kwartet) besloten om het werk onafgewerkt te laten totdat de Vlaamse minister van cultuur zijn blunder zal hebben rechtgezet en ‘de dageraad het licht zal brengen’.
Het kwintet zal uiteindelijk vijf geledingen hebben:

  1. ± =66
  2. Nachtmusik I (± =60)
  3. ± =72
  4. Nachtmusik II (± =52)
  5. ± =80

In de huidige eerste versie ontbreekt de vijfde geleding en werd de volgorde van de twee ‘Nachtmusiken’ om structurele redenen omgekeerd. Deze twee ‘Nachtmusiken’ vormen een verwijzing naar de zevende symfonie van Gustav Mahler, zonder er echter thematisch mee verwant te zijn."
Que l’aube apporte la lumière is opgedragen aan Jan Michiels (voor zijn veertigste verjaardag) en aan het Danel Kwartet, die het werk creëren tijdens het TRANSIT-festival op 26 oktober 2007.

Kaija Saariaho, Nymphea
Klaas Coulembier : " Nymphea, Jardin secret III werd geschreven in 1987 voor strijkkwartet en elektronica, in opdracht van het Kronos Quartet. De ondertitel Jardin secret III verwijst naar een reeks werken met dezelfde ondertitel waarin gebruik gemaakt wordt van eenzelfde informaticaprogramma, ontwikkeld door de componiste in de jaren 1980. De elektronische partij registreert de geluiden van het strijkkwartet en onderwerpt deze aan bepaalde processen tijdens de uitvoering. Naar het einde van de compositie worden fragmenten gereciteerd uit een gedicht van Arseniy Tarkovski. Saariaho vertrekt in deze compositie van de klankkleur van de cello, die door de computer geanalyseerd wordt. Vanuit die spectrumanalyse wordt dan het harmonische kader van de compositie afgeleid. Op die manier wordt het aspect toonhoogte/harmonie verbonden met het aspect klankkleur. Daarnaast maakt Saariaho gebruik van een denkbeeldige as tussen de twee uitersten klank en ruis. Ook hier kan een parallel gezien worden met harmonie, waarbij ruis geassocieerd wordt met dissonantie en klank met consonantie. Er zijn verschillende manieren om de traditionele klanken verder uit te breiden en ook ruisklanken te integreren in de muziek. Naast speciale speeltechnieken wordt in dit werk gebruik gemaakt van de aanwezige elektronica om meer en andere klanken te genereren.
De titel Nymphea verwijst naar het beeld van de waterlelie bij Claude Monet. De symmetrische vorm van de plant, drijvend op het water en constant in beweging vormden de inspiratie voor dit werk."

Programma :

  • Nico Sall, Strijkkwartet n°II (2007 creatie) Compositie-opdrach
    t TRANSIT
  • Maarten Van Ingelgem, Helices (2007 creatie), Compositie-opdracht TRANSIT
  • Bart Vanhecke, Que l’aube apporte la lumière (2006/2007 creatie), Compositie-opdracht Danel Kwartet
  • Kaija Saariaho, Nymphea (1987)

Tijd en plaats van het gebeuren :

Transit Festival voor Nieuwe Muziek
Danel Kwartet & Jan Michiels

Vrijdag 26 oktober 2007 om 20.30 u (Inleiding door Mark Delaere, Nico Sall, Maarten Van Ingelgem en Bart Vanhecke om 19.45 u in het auditorium)
STUK – Soetezaal
Naamsestraat 96
3000 Leuven

Meer info : www.festival.be, www.quatuordanel.com en www.michielsjan.be

Bron : Teksten Bart Vanhecke, Nico Sall, Maarten Van Ingelgem en Klaas Coulembier voor TRANSIT

Nico Sall : www.matrix-new-music.be
Maarten Van Ingelgem : www.matrix-new-music.be en www.de2deadem.info (dirigent)
Bart Vanhecke : www.matrix-new-music.be
Kaija Saariaho : www.saariaho.org en www.chesternovello.com

Elders op Oorgetuige :
TRANSIT brengt actuele muziek van de 21ste eeuw, 21/10/2007
Close my willing eyes : Walpurgis & Het Collectief samen op de planken, 8/10/2007
Erfgoed van morgen, 19/04/2007
Interview met Kaija Saariaho en Jean-Baptiste Barrière, 22/02/2007
SPECTRA Ensemble : Masters! 2006, 23/10/2006
Eindexamenconcert compositie : Nico Sall & Koen Desimpelaere, 12/06/2006

Bram Van Camp sleept Jeugd en Muziek Prijs Compositie 2007 in de wacht

Bram Van Camp Eén van de prioriteiten van Jeugd en Muziek Vlaanderen is de ontdekking en de aanmoediging van jong talent. In die zin wordt sedert 1988 elk jaar de JEUGD EN MUZIEK PRIJS uitgereikt aan een jonge, muzikale persoonlijkheid die zich opvallend verdienstelijk heeft gemaakt in het Vlaamse muziekleven. Sinds 1995 is hij beurtelings voorbehouden aan een componist, een musicoloog en een vertolker.

De indrukwekkende lijst van laureaten bewijst dat de verschillende jury’s die tijdens de afgelopen negentien jaar aan het werk waren, in hun opdracht geslaagd zijn. Voor de laureaten betekent de Jeugd en Muziek Prijs telkens een daadwerkelijke stimulans in de uitbouw van hun carrière.

In 2007 is de prijs voorbehouden aan een componist, geboren na 30 september 1972. De jury kreeg de moeilijke taak een laureaat te selecteren uit de imposante lijst componisten die werd voorgedragen, en legde na lang beraad het volgende juryverslag voor.

"De laureaat van de Jeugd en Muziek Prijs Compositie 2007 is een beloftevol en veelzijdig componist met een herkenbaar, sterk persoonlijk discours. Hij is een componist pur sang en heeft op vrij jonge leeftijd al een uitgebreid palmares opgebouwd. Hij componeert vanuit nieuwe en verrassende invalshoeken, beschikt over een ruime technische bagage en gebruikt een groot, orkestraal klankenpalet. Zijn doordachte, maar spontaan ogende composities spreken een nieuw en ruim publiek aan. De jury is ervan overtuigd dat de laureaat als componist op de drempel staat van een grote carrière, en wil hem door de toekenning van de prijs in zijn verdere evolutie ondersteunen."

Op basis van deze overwegingen heeft de jury met als voorzitter Herman Mariën, Secretaris-generaal van J&M Vlaanderen, en verder samengesteld uit Wim Henderickx, Peter Swinnen, Lucien Posman, Luc Van Hove, Guido Defever, Tom Deneckere en Petra Vermote, beslist de Jeugd en Muziek Prijs Compositie 2007 toe te kennen aan Bram Van Camp.

De prijs ten bedrage van 2.500 euro zal officieel worden overhandigd op dinsdag 18 december 2007, aansluitend op het familieconcert van het Nederlands Blazersensemble in deSingel in Antwerpen.

Als componist viel Bram Van Camp trouwens al eerder in de prijzen: in 1999 won hij de Aquarius Compositiewedstrijd met zijn Rapsodie voor viool en orkest. Het werk werd gecreëerd door Jerrold Rubenstein (viool) en de Beethoven Academie o.l.v. Jan Caeyers. In 2002 kreeg hij de BAP-prijs (Belgische Artistieke Promotie) van SABAM voor zijn Trio voor klarinet, altviool en piano (2000).

Bram Van Camp : www.bramvancamp.com en www.matrix-new-music.be

Bron : www.jeugdenmuziek.be