James Avery dirigeert net als vorig jaar het slotconcert van TRANSIT. Deze keer temt hij geen zeven vleugelpiano’s maar zijn eigen
Ensemble SurPlus uit Freiburg im Breisgau. Het programma zelf is al even spectaculair. In het magistrale
The Tristero System koos
Claus-Steffen Mahnkopf voor de wel heel eigenaardige bezetting van vier piccolo’s, drie trombones, twee basklarinetten, twee piano’s en twee slagwerkers. Verder bordurend op dit beschikbare klankenarsenaal gaf TRANSIT compositieopdrachten voor de verschillende instrumentengroepen aan een internationale rij keurcomponisten:
Robin de Raaff (NL) tekent voor een expressionistische en extraverte schrijfwijze;
James Clarke (UK) zoekt altijd uitersten op;
Gerald Eckert (D) en
Wieland Hoban (UK) hebben allebei roots in de wereld van de New Complexity.
Wieland Hoban, Zeitschein
Zeit = tijd / Schein = verschijning, schijn; illusie
Wieland Hoban : "Deze compositie beoogt iets dat onmogelijk kan lijken binnen de duur van amper zeven minuten: verschillende zones, verschillende types van temporele ervaring worden doorkruist. Het werk probeert situaties te creëren waarin de tijd ‘te snel’ of ‘te traag’ schijnt te verlopen, en een illusoir web te weven van ervaringen die een tegenspraak oproepen tussen de feitelijke, chronometrische tijd en een autonome, innerlijke temporaliteit. De compositie eindigt, maar haar innerlijke tijd verzet zich tegen de finaliteit van het afsluiten. Hierdoor wordt een continuïteit gesuggereerd die verder gaat dan de laatste klanken. "Zeitschein is opgedragen aan Steve Takasugi en werd gecomponeerd in opdracht van het TRANSIT-festival, waar het gecreëerd wordt op 28 oktober 2007.
James Clarke, 2007-R
James Clarke : "Sinds 2006 weiger ik mijn muzikale werken titels te geven, en schrijf ik ook meestal geen toelichtingen bij mijn composities. De stukken zijn ofwel ‘Untitled’ of krijgen een nummer (het jaar van de compositie) en een codeletter. Het doel van muziek is delen van de hersenen te bereiken; delen van onze ervaring van de perceptie, die bepaalde zaken kunnen beoordelen en appreciëren op manieren die niet meer in woorden uit te drukken zijn. De luisteraar wordt uitgenodigd om zijn eigen begrip te vormen van de relaties binnen het muzikale evenement dat zich voor hem afspeelt. Hoewel het in sommige gevallen zinvol kan zijn de luisteraar door een deel van het labyrint te begeleiden, wordt dit volgens mij best meestal vermeden, omdat dat een uitnodiging is de vele andere facetten van de muziek te negeren. Een muzikale compositie moet, net zoals een abstract kunstwerk, de kans krijgen voor zichzelf te spreken."
2007-R werd gecomponeerd in opdracht van het TRANSIT-festival, waar het gecreëerd wordt door Ensemble SurPlus op 28 oktober 2007.
Gerald Eckert, Absence – Traces éloignées
Gerald Eckert : "Vertrekkend van de polen als uiterste toestanden, fungeren processen en parameters als meridianen. Daarbij staat elk instrument voor zichzelf en laat het zijn eigen sporen achter. Toch bestaat er ook een ‘horizontaal’ vlechtwerk van relaties. De ontstane vertakkingen brengen ‘achtergronden’ – ruimtelijke afbeeldingen – voort van de ‘tijdswegen’. Op deze achtergronden wordt het tegenwoordige getekend. Uitgaande van het nu, hoort er bij elk tijdspunt een afwezig moment, een moment dat zich als het ware achter de horizon bevindt. Deze afwezige momenten creëren een gedeeltelijk speculatieve achtergrond, die door zijn verschijning realiteit kan worden maar op zijn beurt weer andere achtergronden – afwezige momenten – laat ontstaan. In deze compositie werd de aandacht op details gelegd, op het beschrijven van subtiele verschuivingen en veranderingen, zoals de klankkleuren. Dit ‘zoom’-achtige doordringen tot in de klankmaterie wordt op grond van de specifieke instrumentatie de inhoudelijke kern van de compositie. Zo ontstaat er een fijnzinnige vertakking tussen de vier fluiten, die zich qua klankkleur subtiel van elkaar onderscheiden. Dit terwijl de verhouding tussen de piccolo’s en het slagwerk, bepaald door een specifieke slagwerkinstrumentatie, gekenmerkt wordt door een grote afstand. Enkel de accentimpulsen brengen op het niveau van de ‘energetische’ momenten een toenadering teweeg, daar de accentstructuren verantwoordelijk zijn voor de vormgeving van de klankkleuren. Zij stellen ook een focus voor, gericht op de heersende, momentgebonden tijdsconstructie. Deze bepaalt uiteindelijk de verhouding tussen de klankesthetiek en de formele bovenbouw."
Absence – Traces éloignées werd geschreven in opdracht van het TRANSIT-festival, waar het gecreëerd wordt door Ensemble SurPlus op 28 oktober 2007.
Claus-Steffen Mahnkopf, The Tristero System
Claus-Steffen Mahnkopf : "In de zomer van 1998 voelde ik een dubbel verlangen: eerst en vooral wilde ik aan twee totaal contrasterende cycli werken om het bereik van mijn muziek uit te breiden en de grenzen ervan af te tasten. Eén van deze cycli zou opgedragen worden aan György Kurtág. Ten tweede wilde ik een eerbetoon brengen aan één van mijn favoriete schrijvers, Thomas Pynchon. Ik besefte meteen dat, als ik een Hommage à Thomas Pynchon wilde schrijven, het op alle vlak even uitzonderlijk als excentriek (in de letterlijke betekenis: weg van het centrum) zou moeten zijn als Pynchons werk en sommige vreemde omstandigheden die de auteur omringen. Zo weten we niks over hem, zelfs niet hoe hij eruit ziet. Ik moest dus – op zijn minst daarom – mijn manier van componeren grondig veranderen: het gebruikte materiaal, de technieken, de klankwereld, en het performatieve karakter tijdens concerten. Hiervoor was eerst en vooral een klankwereld nodig die uitdrukking kon geven aan de destructiviteit van de hedendaagse maatschappij, vooral van megametropolen. Dit was slechts mogelijk met elektronische middelen; daarom trok ik naar de Experimentalstudio van de Heinrich Strobel Stiftung in Freiburg om de nodige vaardigheden te leren.
Vervolgens had ik een hypertrofische vorm nodig. Ik koos voor een poly-compositie bestaande uit meerdere werken die verschillende functies bekleden in de globale vorm. De Pynchon Cyclus bestaat – naast het samengestelde Hommage à Thomas Pynchon – uit de volgende werken:
1. het ensemblewerk The Tristero System, met een instrumentatie – twee piano’s, twee slagwerkers, twee basklarinetten, drie trombones en vier piccolo’s – die voldoende afstotelijk, posturbaan klankmateriaal biedt.
2. het solowerk voor cello The Courier’s Tragedy, dat letterlijk de tragedie uitbeeldt van de solist die mislukt in de poging een inhumane machine te controleren of te verslaan.
3. de harmonisch onaangename tapecompositie D.E.A.T.H. die letterlijk het laatste stadium van ontbinding van het gebruikte materiaal toont.
4. ten slotte het stuk W.A.S.T.E. voor hobo en live Electronics, dat niet hoorbaar is tijdens Hommage à Thomas Pynchon, maar waarvan het klankmateriaal sluimerend, als een onbewu
st gegeven, aanwezig is in het geheugen van de computer en af en toe getransformeerd naar de voorgrond treedt.
De vorm van deze poly-compositie moest van in het begin ‘verbrijzeld’ zijn. Ik besliste dit tot in het extreme door te trekken en het werk oneindig lang te maken – een compositie zonder temporeel einde, die de grootst mogelijke provocatie van de kunstwereld uitmaakt, een constante dreiging: een ongeneeslijke paranoia als het ware. Strikt gesproken zou de ruimtelijke dimensie ook moeten uitgebreid worden tot in het oneindige. Het werk zou niet alleen moeten klinken in één locatie, maar in zo goed als de hele stad, de hele regio, de hele wereld – in analogie met de muzikale cultuurindustrie die evenzo zichzelf oplegt aan de hele wereld zonder de belangen van de ontvangers in vraag te stellen. Om praktische redenen, die helaas niet altijd te rijmen zijn met artistieke noden, is de duur en zeker de ruimte beperkt. Men moet uiteindelijk een concert organiseren, een gebeuren met een vaste tijd en een bepaalde locatie.
De vier werken die hierboven zijn opgesomd kunnen afzonderlijk worden uitgevoerd. Hommage à Thomas Pynchon bundelt de eerste drie werken. Het stuk is tegelijkertijd ensemblemuziek, muziektheater en een muziekinstallatie. Deze combinatie is innovatief aangezien ze gebruik maakt van de nieuwste technologie om iets te doen dat voorheen onmogelijk was omdat deze middelen nog niet voldoende ontwikkeld waren: de introductie van een real-time compositieproces met behulp van de computer, dat toch klinkt als gecomponeerde muziek in plaats van als algoritmische muziek. Het was niet mijn bedoeling de nieuwste rages in live electronics voor te stellen, maar eerder het tegenovergestelde: het was enkel omwille van het feit dat live electronics momenteel voldoende mogelijkheden voor complexiteit en differentiatie bieden – en dat is ook de mogelijkheid tot polyfonie – dat ik creatief kon worden in dit genre.
Hommage à Thomas Pynchon is uiterst ‘performatief’ van karakter. In het begin wordt het 18 minuten durende ensemblewerk The Tristero System gespeeld in de concertruimte, alsof het om een normaal concert gaat. "
Tijdens het TRANSIT-festival werd The Tristero System voor het eerst als afzonderlijke compositie uitgevoerd door Ensemble SurPlus op 28 oktober 2007.
Programma :
- Wieland Hoban, Zeitschein (2007 creatie) Compositie-opdracht TRANSIT
- James Clarke, 2007-R (2007 creatie) Compositie-opdracht TRANSIT
- Robin De Raaff, nieuw werk (2007 creatie) Compositie-opdracht TRANSIT
- Gerald Eckert, Absence – Traces éloignées (2007 creatie) Compositie-opdracht TRANSIT
- Claus-Steffen Mahnkopf, The Tristero System (2002)
Tijd en plaats van het gebeuren :
Transit Festival voor Nieuwe Muziek
Ensemble SurPlus – James Avery
Zondag 28 oktober 2007 om 20.30 u ((Inleiding door Jan Christiaens, Gerald Eckert, Robin De Raaff, Wieland Hoban en James Clarke om 19.45 u in het auditorium)
STUK – Soetezaal
Naamsestraat 96
3000 Leuven
Meer info : www.festival.be, www.ensemble-surplus.de, www.jamesclarke.org en www.claussteffenmahnkopf.de
Bron : Tekst Wieland Hoban, James Clarke, Gerald Eckert en Claus-Steffen Mahnkopf voor TRANSIT
Robin de Raaff : www.donemus.nl
Elders op Oorgetuige :
TRANSIT brengt actuele muziek van de 21ste eeuw, 21/10/2007