
Marinus De Jong (1891 – 1984) studeerde o.a. aan het Koninklijk conservatorium van Antwerpen, waar hij piano studeerde bij Emile Bosquet en fuga bij Lodewijk Mortelmans. Hij was leraar aan het Lemmensinstituut te Mechelen en tot 1965 docent aan het Antwerpse conservatorium in piano, contrapunt en fuga.
Als pianist maakte Marinus de Jong verscheidene succesvolle kunstreizen. Hij maakte in 1920 een kunstreis door de Verenigde Staten van Amerika en gaf er recitals in New York en andere grote centra.
Niettegenstaande de vele concerten en zijn drukke pedagogische activiteit was Marinus de Jong een uiterst vruchtbaar componist, die zowat alle genres beoefende.
De Jongs stijl werd beïnvloed door oude kerkmodi en jazz en, later door het oude Nederlandse volkslied. Na een periode van rust in een benedictijnerabdij zou het gregoriaans een blijvende invloed op zijn werk houden. De suite op. 127 werd gecomponeerd in 1967 en steekt in een barok kleedje : dansen zoals de allemande, courente en gigue, waarin hij een oud vlaams volkslied gebruikt, terwijl in de aria dan weer een gregoriaanse melodie weerklinkt.
Antwerpenaar August Verbesselt heeft zich als muzikant op diverse terreinen geprofileerd. In het orkest van de Koninklijke Vlaamse Opera van Antwerpen was hij fluit- solo van 1942 tot 1980. Daarnaast gaf hij fluitles en doceerde analyse en vormleer aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium van Antwerpen. Als componist is Verbesselt nog steeds actief, hij werkt meestal met reekssegmenten, kleine cellen of groepsfiguren. Hieruit ontstaan steeds nieuwe combinaties. Ondanks de constructieve ordening van de reeksen is ook bij Iberia steeds een sfeerrijke klankbehandeling of expressieve inhoud aanwezig.
Leon Vanheel (1938) studeerde aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium van Antwerpen. J. Fontaine, J. Decadt en W. Kersters behoren tot zijn leermeesters. Vanheel schreef vooral kamermuziek en vocale werken. Momenteel is hij directeur van de Academie voor Muziek, Woord en Dans te Genk.
In het eerste deel van Improvisata e Allegro wordt een kernmotief enerzijds en een dromerige melodische lijn anderzijds tegenover elkaar geplaatst. De instrumenten worden tot hun uitersten gedreven. Daarbij ontstaat een quasi redetwist tussen de hoge solist en de eerder nederige gitaar. Ook in het allegro dient zich een sterke contrastwerking aan. Een dansend motief in de fluit wordt sober begeleid door de gitaar. Het geheel krijgt een zenuwachtig karakter door een versnellingsprocédé dat op zijn beurt wordt afgebroken door langgerokken trillers en gebroken akkoorden. Hierop volgt een ingetogen middendeel dat een schakel vormt naar het initiële allegro waarin dezelfde elementen uit het begin opnieuw te voorschijn komen.
Confidencial nr. 2 van Alexandro Yaguë (1947) is geschreven als eerbetoon aan de voormalige inwoners van drie Noord-Spaanse stadjes. Die stadjes werden van de kaart geveegd door de aanleg van een enorme stuwdam, de Irquiza-dam. De componist tracht met dit stuk emoties op te roepen die die mensen beleefden terwijl zij hun huizen moesten achterlaten en ergens anders een leven moesten opbouwen. Gevoelens van spijt; verdriet, woede, angst, machteloosheid maar ook zeker ook gevoelens van hoop, verwachting, hunkering naar vernieuwing en verwachting. Uiteindelijk zo blijkt komt men gesterkt uit de situatie. Het nieuwe leven heeft zeker opnieuw reden tot feest vieren. De drie pupiters die opgesteld staan rond de gitaar symboliseren de drie stadjes. De vele herhaalde noten in de gitaar doen ons denken aan het stromende water dat langzaam maar zeker het waterbekken van de stuwdam vult.
Toward the sea voor altfluit en gitaar (1981) (The Night, Moby Dick, Cape Cod) , is geschreven door de Japanse componist Toru Takemitsu (1930-1996). Die was grotendeels autodidact en bestudeerde zowel de authentieke Japanse volksmuziek als de hedendaagse westerse muziek. Zijn werk vertoont verwantschap met dat van Debussy en Messiaen, maar onderging ook invloed van de Tweede Weense School, van Varèse en van John Cage. Takemitsu benadrukt daarbij echter dat melodie, ritme en harmonie voor Japanners niet op de eerste plaats komen. Hij hecht meer belang aan toonkleur en toonkwaliteit. Een werk hoeft niet naar een climax te leiden , muzikale zinnen zijn dus niet doelgericht constructief maar staan louter op zichzelf.
Het eerste deel van Toward the Sea, ‘The Night’ werd in 1981 op vraag de Green Peace Foundation geschreven voor de Save the Whale Campaign. De twee volgende delen werden enkele maanden later toegevoegd. We kunnen verbanden trekken tussen dit werk en een reeks werken die vanaf 1974 verzameld werden onder de noemer ‘Waterscape’. ‘The intention was to create a sequence of independent pieces that, like their subject, pass through a variety of metamorphoses until they finally issue into a sea of tonality.’ In Toward the Sea wordt deze Sea ook letterlijk als een ordenend principe gebruik: de sleutelnoten van dit werk zijn immers Es, E en A.
Jan Van Landeghem (1954) behoort tot de gematigde modernisten. Hij maakt dankbaar gebruik van citaten en schrijft bij voorkeur virtuoze muziek. Hierbij zoekt hij bewust naar vernieuwing en verdieping van bestaande stijlen. Van Landeghem liet zich in deze Tres Danzas festivas (1987) inspireren door flamenco-artiesten die hij tijdens een verblijf in Spanje aan het werk zag op een bruiloftsfeest. In de fandango verwijst hij nadrukkelijk naar de improvisatorische flamencostijl. Zo herinnert het kleppenvibrato in de fluit aan de geëxalteerde zang van de flamencozanger, terwijl tremeli-en slagwerkeffecten de flamencogitaar illustreren. De folia is van oorsprong een Portugese vruchtbaarheidsdans. Boven een zich steeds herhalende bas ontwikkelen zich uiteenlopende variaties.De farandola stamt uit de Provence (Frankrijk) en werd eveneens met de vruchtbaarheidsriten in verband gebracht. Het is van de drie dansen de meest vreugdevolle. Van Landeghem verwerkt in dit deel een 16de eeuws Frans drinklied.
Programma :
- M. Giuliani, Sonate in A
- Marinus de Jong, Suite
- August Verbesselt, Iberia
- L. Vanheel, Improvisata e Allegro
- A. Yaguë, Confidencial nr. 2
- T. Takemitsu, Towards the sea
- Jan Van Landeghem, Tres Danzas Festivas
Tijd en plaats van het gebeuren :
Duo Profundo : Geert Claessens & Steven De Baecke
Vrijdag 3 oktober 2008 om 20.00 u
Cultuurkapel Sint-Vincentius
St.-Antoniuskaai 10
9000 Gent
Meer info : www.rodepomp.be en www.profundo.tk
Extra :
Marinus De Jong en August Verbesselt op www.cebedem.be
Biografie Marinus De Jong, Luc Leytens op www.svm.be
Toru Takemitsu op www.soundintermedia.co.uk en www.themodernword.com