Conlon Nancarrow opener van de Week van de Hedendaagse Muziek

Conlon Nancarrow Dit jaar draait de Week van de Hedendaagse Muziek rond het werk van hedendaagse Amerikaanse componisten. Een figuur als Conlon Nancarrow (1912 – 1997), de pionier van de geautomatiseerde piano, mag uiteraard niet ontbreken. Op de openingsavond van de WHM worden ettelijke van zijn ‘Studies for Player Piano‘ op maar liefst twee concertvleugels uitgevoerd. Het Logos centrum voor nieuwe muziek zet zijn twee volbloed Vorsetzers in.

Na een studie compositie en contrapunt bij Nicholas Slonimsky, Walter Piston en Roger Sessions te hebben afgerond, is het vooral Henry Cowells boek New Musical Resources uit 1930 (waarin de auteur zijn opvattingen over polymetriek uiteenzet) dat Nancarrows muzikale ideeën, en vooral die over ritme in al zijn facetten definitief verandert. Nancarrows vroege werken vertonen namelijk een extreme technische uitvoeringsmoeilijkheid, vooral dan op het vlak van ritmiek. Aangezien hij daardoor alsmaar grotere moeilijkheden ondervond om zijn composities nog uitgevoerd te krijgen, keek hij uit naar alternatieve uitvoeringsmogelijkheden en – media. Na enkele behoorlijk negatieve ervaringen met klassiek geschoolde musici, was hij ook fundamenteel gaan twijfelen aan de zin (noodzaak?) van menselijke uitvoerders voor nieuwe muziek. Hij was immers zowel getuige als participant van de alsmaar stijgende techniciteit van uitvoeringen waarin de componist geconfronteerd wordt met de grenzen van de ambachtelijkheid van zijn / haar musiceren.

Deze grenzen kunnen weliswaar beetje bij beetje worden verlegd, maar daarbij sluipt alsmaar meer autoritarisme – en op grond daarvan tevens een stuk miskenning van de musicus als kunstenaar – in de partituur. Aansluitend bij enerzijds de toevallige confrontatie met pianola’s in zijn jeugd en anderzijds bij de in de lucht hangende denkbeelden rond automatisering (Stochovski, Termen, Cahill, Trautwein,…) nam Nancarrow Cowells suggestie om af te zien van musici en in plaats daarvan automaten (in casu player piano’s) in te zetten, ernstig. Zo kwam hij rond 1940 in het bezit van een Ampico player piano, waarvoor hij – onbespied door de westerse muziekwereld en los van uitvoeringstechnische bekommernissen – een vijftigtal genummerde studies schreef, de befaamde Studies for Player Piano, die samen het gros van zijn compositorisch oeuvre vormen.

In het weglaten van de uitvoerder als tussenschakel tussen componist en publiek was hij overigens behoorlijk visionair: zijn studies zijn namelijk geen pogingen om een soort muziek te schrijven die ooit wel eens door mensen zou kunnen gespeeld worden (mits er voldoende repetitietijd en ambitie is), maar focust rechtstreeks op de stuurbare mechaniciteit van 88 onafhankelijk opererende vingers. Voor het eerst wordt volop geëxperimenteerd met een soort schriftuur waarin de grens van tien menselijke vingers van geen tel meer is, waarin zeer grote intervallen met een nooit geziene (en gehoorde) snelheid kunnen genomen worden, waarin een gelijkwaardige polyfonie van tientallen stemmen geen ondenkbeeldigheid is, waarin uiterst complexe akkoorden mogelijk zijn en waarin al even complexe polyritmiek, snelle metrumveranderingen, simultaan verschillende metrums of tempomodulaties slechts een kwestie van meten en ponsen is, dat alles overgelaten aan een robotische uitvoerder die zich zijn partituur voor de rest van zijn bestaan moeiteloos herinnert.

Nancarrow ontpopt zich hierin enerzijds als constructivist en anderzijds als romantisch patheet: hij drukt het gevecht uit van de mens met / tegen de machine en gaat daarbij zonder scrupules tot de grenzen van wat de machine kan. Nochtans waren de technische mogelijkheden van de player piano’s waarover hij zelf beschikte veeleer beperkt. Zo kon de dynamiek slechts in stapjes worden gecontroleerd, en dan nog apart voor linker – en rechterhand en dus niet voor elke toets afzonderlijk. Enkele van de latere studies werden door hemzelf, in samenwerking met Gerhard Trimpin, van een meer genuanceerde dynamiek voorzien.

Vergeten we niet dat de Ampico player piano’s geproduceerd werden ten behoeve van de commerciële en amusementsmuziek, waarbij het er niet op aan kwam de expressieve mogelijkheden te verruimen, maar wel het standaardrepertoire redelijk aanvaardbaar te reproduceren zonder extra loonkosten voor muzikanten bij elke reproductie. Maar ook een player piano is nooit helemaal vrijgesteld van een zekere problematiek. Zo is er ten eerste de traagheid verbonden aan het maken van de nodige rollen (Nancarrow ontwierp en bouwde een machine om de rollen zelf te programmeren), maar ook de storende ruis van de motoren en zeer zeker de problematische synchronisatie van meerdere instrumenten waren geen sinecure.

Nancarrow ontsnapte aan de complete vergetelheid door de muziekgeschiedenis doordat enkele musici interesse toonden voor zijn werk en inspanningen leverden om zijn onderzoek te promoten. Gordon Mumma wijdde reeds heel vroeg enkele artikels aan zijn werk en Peter Garland publiceerde tussen 1977 en 1985 de partituren voor de studies in zijn onvolprezen ‘Soundings’ reeks. Ook Gerhard Trimpin, die een elektronisch gestuurde Vorsetzer bouwde voor deze muziek, evenals een machine waarmee Nancarrows pianorollen waarheidsgetrouw in computerbestanden konden worden omgezet, liet zich niet onbetuigd, evenmin als Stuart Smith, James Tenney en Charles Amirkhanian. In Europa werd zijn werk in de vroege jaren ’70 door Godfried-Willem Raes – na contakt met Gordon Mumma – geïntroduceerd in de concertstudio van Stichting Logos. Later raakte het in kringen van experimentele componisten in Duitsland bekend via Klarenz Barlow. Pas in de late jaren ’80 bereikte dit werk bij toeval de oren van György Ligeti, die nu volkomen ten onrechte doorgaat als ‘ontdekker’ van Nancarrow. In 1995 verscheen een uitstekende musicologische monografie over Nancarrow, geschreven door Kyle Gann.

Player piano’s zoals Nancarrow die zelf gebruikte zijn weliswaar nog hier en daar in omloop, maar het kopiëren van de papieren geperforeerde rollen waarop zijn partituren zijn vastgelegd, is en blijft problematisch: het dient immers met de hand te gebeuren. De originele rollen zijn bovendien erg aan sleet onderhevig en vele ervan in de nalatenschap van Nancarrow zijn reeds volkomen vergaan. Bovendien had hij de gewoonte zijn composities als letterlijke collages samen te stellen uit stukken karton die dan aaneengeplakt werden met plakband. Plakband die na verloop van tijd uiteraard los komt, waardoor de hele pianorol uiteenvalt en onspeelbaar wordt op de automaat. Vanuit deze bekommernissen werd de laatste jaren dan ook uitgekeken naar alternatieven, zoals de onder midibesturing werkende automatische piano’s van Trimpin, Maranz, Yamaha en Bosendorf. Componisten zoals (eerst en vooral) Trimpin maar later ook Klarenz Barlow en de mensen van Stichting Logos hebben zich ermee beziggehouden een aantal van de Studies voor midi-uitvoering op player piano’s te hercoderen. De grootste inzet wat dat betreft werd geleverd door de eerder genoemde Amerikaans – Zwitserse experimentele componist en instrumentenbouwer Trimpin, die een toestel bouw
de waarmee hij letterlijke digitale kopieën kon maken van de originele pianorollen. Trimpins rollenlezer werkt optisch en laat geen sleet na op de originele rollen. Wel diende een vertaalprogramma te worden gebruikt om de (beperkte) dynamische codes op de rollen om te zetten in overeenkomstige midicodes.

Barlow anderzijds steunde zich op de partituren (uitgegeven door Peter Garland) die door Nancarrow slechts a posteriori werden gemaakt en die niet steeds geheel overeenkomen met het gaatjespatroon op de rollen. Trimpin ontwierp bovendien in functie van Nancarrows omgezette muziekrollen zijn midigestuurde Vorsetzer. Alleen dit mechanisme garandeert een getrouwe weergave van de muziek, in tegenstelling tot de mechanismen van Bosendorf en Yamaha die door deze muziek gevergde dynamiek en polyfonie niet of nauwelijks toelaten en ook ook een andere – niet compatibele – codering van de aanslagsterkte van de afzonderlijke toetsen kennen. Stichting Logos ging uit van het door Nancarrow geliefde Trimpin – ontwerp voor de bouw van hun eigen verbeterde player piano’s, waarop uiteraard het hele werk van de pionier speelbaar is. Voor de eigen uitvoeringen maken ze gebruik van de originele informatie op de rollen van Nancarrow zelf (de Trimpin bestanden) en dus niet van partituuruitgaven. Voor elke uitvoering is steeds een aanpassing nodig aan de piano waarop de stukken dienen te worden vertolkt evenals aan de ruimte waarbinnen de uitvoering is voorzien. Bij de nieuwste pianovorsetzer (2005) kan dit eenvoudigweg via sysex midi lookuptables gebeuren.

Tijd en plaats van het gebeuren :

Week van de Hedendaagse Muziek
Conlon Nancarrow – Music for 2 playerpianos
Maandag 2 maart 2009 om 20.00 u
Koninklijk Conservatorium Gent
Hoogpoort 64
9000 Gent

Meer info : www.logosfoundation.org, www.hogent.be-hedendaagsemuziek en www.ivme.be

Tekst Stiching Logos

Extra :
Conlon Nancarrow, Godfried-Willem Raes op www.logosfoundation.org
Kyle Gann’s Conlon Nancarrow Web Page op www.kylegann.com

Elders op Oorgetuige :
Minder bekende Amerikaanse muziek tijdens de Week van de Hedendaagse Muziek in Gent, 26/02/2009

Beluister alvast Conlon Nancarrows Studies 2B, 3a, 3e & 5 for Player Piano

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=8luthj74xqI&w=480&h=295]
Meer van Conlon Nancarrow op Youtube

Minder bekende Amerikaanse muziek tijdens de Week van de Hedendaagse Muziek in Gent

American Arts Festival In de week van 2 tot 6 maart 2009 organiseert vzw Muzikon in samenwerking met het Conservatorium Gent naar jaarlijkse traditie een reeks concerten rond hedendaagse muziek. Op het programma minder bekende Amerikaanse muziek gebracht door Vlaamse en Amerikaanse muzikanten, want de Week van de Hedendaagse Muziek maakt dit jaar deel uit van het veertiendaagse American Arts Festival.

Het is in de eerste plaats de bedoeling Vlaanderen en Gent te confronteren met de Amerikaanse muziekcultuur, en deze zowel historisch als actueel ‘gezamenlijk’ te bestuderen en aandacht te schenken. Het betreft dan niet (zozeer) enkel de verspreiding van de bekende grote namen dan wel het ontsluiten van een voor Vlaanderen minder bekend Amerikaans muzikaal en pedagogisch erfgoed, herkenbaar binnen een contextueel referentiekader.

Anderzijds wordt ook sterk gefocust op Vlaanderen en zal een delegatie van Amerikaanse musici, docenten aan de BaylorUniversity- School of Music en andere musici uit Europa ondergedompeld worden in het levensecht muzikaal Vlaanderen.

Ze zullen kennis maken met de werking van het Conservatorium Gent, met DKO, met Vlaamse muziekbibliotheken en hun overvloed aan onontsloten erfgoed, met educatieve verenigingen en centra, met de werking van steunpunten en verenigingen uit de amateurswereld (Vlamo, Koor en Stem, enz.), met Vlaamse componisten en hun werken, met Vlaamse musici.

De ontmoetingen met Amerikaanse professionele musici zal resulteren in een wederzijdse inspirerende artistieke verrijking, zowel naar creatie en uitvoeringspraktijk als naar repertorium. Vlaamse musici krijgen de gelegenheid te werken onder leiding van Amerikaanse professionele musici en componisten en zullen een artistiek onderbouwde en verruimende visie op het repertorium en de uitvoeringspraktijk ontwikkelen.

De artistieke verbreding uit zich in het feit dat heel wat verenigingen uit de verschillende geledingen van het artistieke veld actief bij het gebeuren betrokken worden en deel uitmaken van het ontmoetingsplatform voor uitwisseling van artistieke visie, ideeën en ervaringen.

Er wordt ook een heel ruim luisterplatform aangeboden voor de luisteraars in Vlaanderen, die de gelegenheid krijgen kennis te maken met een eerder onbekend muziekrepertorium.

Tijdens de Week van de Hedendaagse Muziek staat er elke dag een middag en een avondconcert op het programma. De concerten worden verzorgd deels door de musici uit Baylor, deels door docenten en studenten van het Conservatorium Gent. Er vinden ook gezamenlijke concerten plaats : een soliste uit Baylor concerteert met het Emanon ensemble, een dirigent uit Baylor leidt het Harmonieorkest van het Conservatorium Gent, … en het Vlaamse ensemble Emanon kreeg een compositieopdracht van de Gentse componist Frank Nuyts. Werk van Amerikaanse en Vlaamse componisten wordt telkens naast elkaar geplaatst. En gedurende de hele week worden in de inkomsthal van het Conservatorium kortfilms en foto’s van het KASK geprojecteerd.

Programma :

Maandag 2 maart 2009 om 13.00 u – Baylor in concert I
Soon Cho, zang, Lesley Sisterhen, piano, Vincent de Vries, piano, Scott Mc. Allister, piano
Werk van hedendaagse Amerikaanse componisten

Maandag 2 maart 2009 om 20.00 u – M&M Orchestra : C. Nancarrow, music for 2 playerpianos
Een productie van Logos Foundation
uitvoerders : Kristof Lauwers, Yvan Vander Sanden, Sebastian Bradt, Hans Roels, GodfriedWillen Raes (algemene leiding)

Dinsdag 3 maart 2009 om 13.00 u – ‘Ornette Coleman : The Shape of Jazz to Come’ (the harmolodic concept)
Bart Maris (trompet – concept – arrangement), Edward Capel (altsax), Peter Vandenberghe (piano), Giovanni Barcella (drums), Kristof Roseeuw (contrabas)
www.ornettecoleman.com

Dinsdag 3 maart 2009 om 20.00 u – Baylor in concert II
Intro Scott Mc Allister om 19.15 u
Michael Jacobson, sax – Todd Meehan, percussie – Vincent de Vries, piano – Soon Cho, zang – Lesley Sisterhen, piano – Sue Jacobson, viool
Werk van hedendaagse Amerikaanse componisten

Woensdag 4 maart 2009 om 13.00 u – Baylor in concert III
Eka Gogichashvili,viool – Gary Hardie, cello – Vincent de Vries, piano
Werk van hedendaagse Amerikaanse componisten

Woensdag 4 maart 2009 om 20.00 u – Emanon Ensemble & Soon Cho
Werk van André Laporte, Charles Camilleri, Frank Nuyts (creatie) en Scott Mc Allister
www.emanon.be

Donderdag 5 maart 2009 om 13.00 u – Jong geïnspireerd
Jonge componisten van het Conservatorium Gent presenteren werk aan de Amerikaanse delegatie

Donderdag 5 maart 2009 om 20.00 u – Baylor in concert IV
Intro Scott Mc Allister om 19.15 u
Eddy Vanoosthuyse, klarinet – Eka Gogichashvili, viool – Vincent de Vries, piano – Mike Jacobson, saxofoon – Todd Meehan, percussie – Soon Cho, zang – Scott Mc Allister, piano
Werk van hedendaagse Amerikaanse componisten

Vrijdag 6 maart2009 om 13.00 u – pianorecital Daan Vandewalle
Pianomuziek van Gordon Mumma
www.daanvandewalle.com

Vrijdag 6 maart2009 om 20.00 u – Harmonieorkest van het Conservatorium Gent o.l.v. Dirk Brossé en Eric Wilson
Werk van Leonard Bernstein, Alfred Reed, John Corigliano, Scott McAllister, William Schuman, Carter Pann en Frank Ticheli

Tijd en plaats van het gebeuren :

Week van de Hedendaagse Muziek : Amerikaanse Muziek
Van maandag 2 tot vrijdag 6 maart 2009

Koninklijk Conservatorium Gent
Hoogpoort 64
9000 Gent

Alle verdere info vind je op www.hogent.be/hedendaagsemuziek en www.ivme.be
Baylor University/School of Music : www.baylor.edu

Uiteraard mag je ook hier de komende dagen nog meer info verwachten

Elders op Oorgetuige :
American Arts Festival plaatst artistiek Vlaanderen in de kijker, 23-02-2009
Daan Vandewalle speelt Gordon
Mumma
, 17/03/2008

Houthandel Antwerpen slaat spijkers met koppen in Bozar

Houthandel Antwerpen Geen zingende zaag of woodblocks op het podium zondagochtend in Bozar, wel Houthandel Antwerpen, een jong houtblazerskwintet met 20ste-eeuws repertoire. De geselecteerde werken van Hindemith, Berio en Ligeti worden wel vaker gecombineerd. Het programma wordt aangevuld met de compositie IO van onze eigenste Wim Henderickx, dat de vulkanische explosies op de Jupitermaan in muziek vertaalt. Houthandel Antwerpen werd bekroond met de Jeugd en Muziek Prijs Kamermuziek tijdens de jongste editie van Gouden Vleugels.
“Houthandel Antwerpen, de lichtvoetige naam voor een houtblazerskwintet, liet op een drastische manier verstaan dat de nieuwe generatie klassieke musici niets met stroefheid vandoen heeft. Een uitgekiende choreografie op de ‘Zes Bagatellen’ van Ligeti maakt de structuur van de compositie op een ludieke manier duidelijk. ‘Opus number zoo’ van Luciano Berio vereist een verteller, maar de blazers namen tussen de noten ook de teksten voor hun rekening. Zonder enige moeite”, aldus Véronique Rubens in De Standaard. (*)

De driedelige compositie IO van Wim Henderickx werd oorspronkelijk gecomponeerd voor koperkwintet in 1991 in opdracht van de Belgian Brass Soloists.  In 2004 heeft Henderickx daarvan een bewerking gemaakt voor houtblaaskwintet.  Er bestaat ook een versie voor koperensemble en percussie.
De titel verwijst naar de Jupitermaan IO, waar enorme vulkanische explosies plaatsvinden.  Het werk heeft een krachtige, energieke sfeer, waarbij het uiterste van de mogelijkheden van de instrumenten wordt benut.

Luciano Berio is wellicht de meest invloedrijke figuur uit de Italiaanse hedendaagse muziek. Nadat hij samen met Maderna een studio voor elektronische muziek opricht in Milaan, krijgt hij de leiding van het Ircam te Parijs. Vanuit zijn opleiding die sterk door Webern is bepaald, creëert Berio composities die uitgaan van de meest gedurfde vormen van klankonderzoek.
Opus number zoo” werd reeds in 1951 gecomponeerd en is in 1970 herwerkt. Het stuk is opgedragen aan Aaron Copland n.a.v. zijn zeventigste verjaardag. Met zijn klanknabootsende effecten is dit stuk voor blaaskwintet bewust onderhoudende muziek voor kinderen. Het omvat geen verregaande avantgardistische experimenten. Men ontwaart in deze muziek eerder de muzikale taal van Copland, met een zekere onbezorgdheid die de programmatische perioden op de voet volgt en doordringt. De spelers reciteren bovendien dierenfabels van Rhoda Levine die vervolgens een muzikale nabootsing ondergaan: verhaaltjes over een sluwe vos en een onschuldige kip, een nadenkend jong hert, een wijze oude muis en twee arrogante, dwaze katers. Het snel afwisselen van spreken en spelen leidt tot effectvolle scènes en stelt hoge eisen aan de musici: zo moeten ze b.v. in de finale gelijk rechtstaan en neerzitten, wat een komische uitwerking heeft. Maar deze handelingen zijn geen goedkope drukte: ze zitten in de structuur van de muziek vervat en onthullen Berio als een streng georganiseerd componist.

György Ligeti’s ‘Zes Bagatellen’ voor blaaskwintet zijn goeddeels op folklore geïnspireerd en waren oorspronkelijk als ‘Musica ricercata’ voor piano geschreven, maar in 1953 voor blaaskwintet gearrangeerd. Het zijn heel inventieve en aantrekkelijke stukken, zeker als ze met de nodige flair worden gespeeld.

Programma :

  • Wim Henderickx, IO
  • Paul Hindemith, Kleine Kammermusik, op. 24/2
  • Luciano Berio, Opus Number Zoo
  • György Ligeti, Zes Bagatellen

Tijd en plaats van het gebeuren :

BOZARSUNDAYS Good Morning : Houthandel Antwerpen
Zondag 1 maart 2009 om 11.00 u
Bozar
– Henry Le Boeufzaal
Ravensteinstraat 23
1000 Brussel

Meer info : www.bozar.be en www.houthandelantwerpen.com

(*) Sublieme oogst bij Gouden Vleugels, Véronique Rubens in De Standaard, 11/12/2007

Extra :
Wim Henderickx : www.wimhenderickx.com en www.matrix-new-music.be
Luciano Berio en György Ligeti op www.arsmusica.be
Luciano Berio (1925 – 2003): Duivelskunstenaar, Jan de Kruijff op www.musicalifeiten.nl
György Ligeti op en.wikipedia.org en www.schott-musik.de
I.M. György Ligeti (1923 – 2006), Joris Heemskerk op www.kindamuzik.net, 14/06/2006
György Ligeti : Emotioneel scepticus op www.musicalifeiten.nl
Interview : Jan Michiels over György Ligeti, Koen Van Meel op Kwadratuur.be, 15/11/2006
Wim Henderickx, Luciano Berio en György Ligeti op www.youtube.com

Elders op Oorgetuige :
Winnaars Gouden Vleugels 2009 : Houthandel Antwerpen, Ensemble Explorations, Il Gardellino en Encantar, 7/02/2009
La machine à remonter le son : György Ligeti, 10/01/2009
Componist György Ligeti overleden, 13/06/2006
Focus Ligeti+ : Concertgebouw Brugge huldigt Ligeti, 1/12/2006

Bekijk alvast I Allegro spirito uit Ligeti’s Zes Bagatellen, gespeeld door Arabesque Winds, live in Chihuahua (Mexico), 23/09/2008

http://www.youtube.com/v/O0IikKMFK58&hl=en&fs=1

Pepernoot, een pittig muziekfestival voor kinderen

Pepernoot Veel noten op je zang ? ‘Pepernoot‘ is een pittig muziekfestival voor kinderen van 3 tot 12 jaar. De hele namiddag is gevuld met muziek die niet alleen de allerjongsten maar ook ouders en grootouders zal beroeren. En stilzitten is er niet echt bij, want de kinderen mogen ook actief meedoen. Er is muziek in workshops, een circusvoorstelling en installaties en alle genres komen aan bod : van klassiek, over folk en rock tot chanson.

Zo brengen Yvette Berger, Tania Malempré en Fabienne Vandendriessche een ongewoon eenvoudige voorstelling, zonder woorden. Ze gooien, verstoppen en werpen hun keitjes over de vloer. Ze lachen, zingen en spelen muziek. Een internationaal gelauwerde voorstelling over de magie van de eenvoud. Er is een virtuoos kleuterconcertje van Tuur Florizoone en de Finse zangeres Anu, het muzikale pingpongspel ‘Feedback‘ van Muziektheater Transparant i.s.m. Jeugd en Muziek Vlaams-Brabant en een spetterend slotconcert met de Taiko drummers van Tatake. Deze Japanse drums in alle maten zorgen voor sonore klanken als apotheose van Pepernoot. Voor wie niet stil kan blijven zitten, zijn er tal van workshops, en de randanimatie belooft muzikale verassingen achter elke hoek.

Tijd en plaats van het gebeuren :

Pepernoot : Muziekfestival voor kinderen
Zondag 1 maart 2009 van 13.30 u tot 18.45 u
CC Westrand

Kamerijklaan z/n
1700 Dilbeek
———————–
Zondag 8 maart 2009 van 14.00 u tot 18.00 u
30 CC

Romaanse Poort
3000 Leuven
———————–
Zondag 22 maart 2009 van 13.30 u tot 18.30 u
Cultureel Centrum Begijnhof

Infirmeriestraat z/n
3290 Diest
———————–
Zondag 29 maart 2009 van 13.30 u tot 18.30 u

Cultuurcentrum Strombeek
Gemeenteplein
1853 Grimbergen

Het volledige programma en alle verdere info vind je op www.pepernoot.be

Movement/Moment : fototentoonstelling Hallveig Agustsdottir in Gent

Hallveig Agustsdottir, Movement/Moment Van 13 februari tot 13 maart loopt in het Conservatorium van Gent de tentoonstelling Movement/Moment, een fotoreeks van Hallveig Agustsdottir. Deze IJslandse kunstenares verdiept zich in de wisselwerking tussen klank en beeld en combineert verschillende disciplines, zoals beeldende kunst, muziek en podiumkunsten.

Een belangrijk element dat de disciplines beeldende kunst en muziek van elkaar scheidt, is het gegeven ‘tijd’. Hallveig onderzoekt dit onder andere in de reeks foto’s movement/moment waarin tijd centraal staat. Het fototoestel registreert met een lange sluitertijd haar tekenende hand waardoor het beeld de beweging en dus ook de tijd registreert.

Hallveig Agustsdottir combineerde in Reykjavik een opleiding in de muziek met een kunstopleiding. In 2000 kwam ze naar België. In 2006 behaalde ze een master in de beeldende vormgeving aan de Sint-Lucas Hogeschool in Gent en in 2008 vervolmaakte ze zich met een postgraduaat transmedia in Brussel. Momenteel werkt ze aan haar doctoraat aan de Brunel University Londen. Hallveig woont en werkt in Gent en is actief als vrijwilliger in het Gentse Conservatorium.

Tijd en plaats van het gebeuren :

Tentoonstelling Movement/moment
Van donderdag 12 februari tot vrijdag 13 maart 2009
Hogeschool Gent – Conservatorium

Hoogpoort 64
9000 Gent

Meer info : hallveiggka.blogspot.com

Elders op Oorgetuige :
Hallveig Ágústsdóttir : tussen klank en beeld, 18/05/2008

Drie drummers in de clinch met cineast Diederick Nuyttens in OFFoff

Dimitri Simoen Art Cinema OFFoff in Gent sluit de maand af met een nieuwe editie van ‘OFFoff Cross-Over’, het inmiddels bekende format waarbij een muzikant improviseert bij gloednieuwe cinematics. Op vrijdag 27 februari gaan maar liefst drie muzikanten op drum (Giovani Barcella, Lander Gyselinck en Dimitri Simoen) in de clinch met cineast Diederick Nuyttens.

De Italiaanse jazz-drummer Giovanni Barcella volgde les aan l’Accademia Jazz in Bergamo en in het centrum CDPM bij G. Prina. In België staat hij bekend als een energiek drummer die zich beweegt binnen verschillende domeinen van de muzikale expressie, van mainstream tot improvisatie. Als medeoprichter van het kwartet Moker, is hij ondertussen een vaste waarde geworden in het internationaal jazzcircuit. Dimitri Simoen is net als Giovanni Barcella lid van Chopstick Records, vzw, een onafhankelijk label dat zich richt op jazz en geïmproviseerde muziek. Hij is ondermeer actief in Barkin’, een groep die jazz en funk terug in de straat willen brengen. Lander Ghyselinck speelt jazz in verscheidene ensembles (Pieter Claus Trio, Pieter Claus Kwartet, Jasper Huysentruyttrio en LABtrio) en experimenteel in Strong & Wrong en BanDADAganda. Hij studeerde aan het Gentse Conservatorium en zet zijn studies verder aan het Conservatorium van Brussel bij o.m. Stephane Galland, Kris Defoort en Diederik Wissels.

Diederick Nuyttens studeerde schilderkunst aan Sint-Lucas Beeldende Kunst in Gent. Naast zijn parcours in de schilderkunst, ontwikkelt hij leesbare raakvlakken binnen de filmtaal. De decalage die plaatsgrijpt in zijn beelden levert telkens een interessant spanningsveld op. Zijn videowerk draagt een duidelijke muzikale signatuur.

Tijd en plaats van het gebeuren :

OFFoff cross-over: Giovani Barcella , Lander Gyselinck , Dimitri Simoen / Diederick Nuyttens
Vrijdag 27 februari om 20.30 u
Art Cinema OffOff

Begijnhof Ter Hoye
Lange Violettestraat 237
9000 Gent

Meer info : www.offoff.be

ElectrObelge : nieuwe elektroakoestische muziek in Espace Senghor

Roald Baudoux Voor een flinke portie elektroakoestische muziek kun je donderdagavond terecht in het Etterbeekse cultuurcentrum Espace Senghor. Annette Vande Gorne en vzw Musiques & Recherches geven er in ‘Electro-belge’ een overzicht van de electroakoestische muziek in België. Het programma houdt geen rekening met taal- en andere grenzen: zowel Vlaamse als Waalse componisten komen aan bod, zowel de ‘oudere’ generatie als de jongeren.

Na haar klassieke muziekopleiding ontdekt Annette Vande Gorne (1946) de akoesmatiek. Daarbij wordt het geluid puur op zijn klankeigenschappen benaderd, zonder dat de bron ervan enige betekenis overhoudt. Een ingrijpende verandering in het waarnemen dus, dat nu veel meer gericht is op de klankspectra van die geluiden. Dat brengt ook een andere manier van componeren met zich mee. Om zich op dat gebied bij te scholen heeft ze ondermeer ook nog een stage gevolgd bij Pierre Schaeffer.
Omdat er geen mogelijkheden in België waren om deze muziek te leren kennen en te kunnen spelen richtte ze in 1982 de vzw Musiques et Recherches op en de studio Métamorphoses d’Orphée (ondertussen bestaande uit meerdere studio’s voorzien van de modernste middelen). Ze doceert nu aan het conservatorium te Mons. Het jaarlijks festival “L’Espace du Son” is ondertussen aan zijn 13de jaargang toe en nodigt componisten van over de hele wereld uit om hun muziek te laten horen op het akoesmonium van 48 luidsprekers.

Todor Todoroff (1963) is een Belgisch telecommunicatie-ingenieur die daarenboven ook nog een Eerste Prijs en Hoger Diploma in elektro-akoestische compositie behaalde. Hij componeert muziek voor concerten, film, video, dans, theater en geluidsinstallaties. Zondagochtend kun je kennismaken met enkele van zijn elektro-akoestische werken.
Na onderzoek te hebben verricht binnen het domein van de stemanalyse en -synthese aan het ‘Laboratoire de Phonétique Expérimentale’ van de VUB, leidt Todor Todoroff gedurende vijf jaar de informatica-afdeling muziek aan de Polytechnische faculteit van Bergen. Hij ontwikkelt er software voor synthese, analyse en vervorming van klanken en apparatuur voor ruimtelijke weergave in ‘real time’, bestemd voor componisten van elektra-akoestische muziek. Hij zet zijn onderzoek voort in het kader van ARTeM waar hij een matrix ontwikkelt voor ruimtelijke weergave en interactieve systemen voor klankinstallaties en dans. Zijn elektra-akoestische muziek vertoont bijzondere aandacht voor multifonie en de problematiek van ‘klankruimtebeheer’ evenals voor het zoeken naar en het experimenteren met nieuwe methodes om klanken te vervormen.

Laurent Delforge, Paul Miquet, Loup Mormont en Daniel Perez-Hajdu behoren tot jongste generatie componisten. Zij studeerden in 2007 af bij Annette Vande Gorne aan het Conservatorium van Mons.

Ingrid Drèse (1957) studeerde aanvankelijk piano, kamermuziek, muziekgeschiedenis en muziekanalyse. Later volgde zij elektro-akoestische compositie aan het Conservatorium van Brussel en Mons (docente Annette Vande Gorne). Ingrid Drèse is niet alleen actief als componiste, zij onderwijst ook piano. Zij participeerde in de uitbouw van een cursus elektro-akoestische muziek aan de Muziekacademie van Soignies.

Joris de Laet (1947) raakte als jongere reeds geïnteresseerd in deze muziek door te zoeken naar muziek die klonk zoals de moderne schilderkunst eruit zag. Hij startte zijn componeercarrière met het experimenteren met bandopnemers en de analoge synthesizers die begin jaren ‘70 op de markt verschijnen. Hij zoekt concertmogelijkheden in Antwerpen waar hij met live electronics muziek maakt. Zo gaf hij concerten waar zeer lange tapedelays werden gebruikt. Daarbij wordt op de ene bandopnemer opgenomen en deze band loopt naar een andere bandopnemer, die een eind verder staat en die het geluid afspeelt wat tegelijk ook weer opnomen wordt op de eerste bandopnemer. Hij gaat ook een tijdlang in de I.P.E.M.-studio werken waar hij Goethals en Karel Goeyvaerts ontmoet en met deze laatste ook af en toe samenwerkt. Wanneer hij technisch onafhankelijk wordt, sticht hij in 1972 de Studio voor Experimentele Muziek (S.E.M.) waarbij hij zijn studio openstelt voor geïnteresseerden in deze muziek. Hij doceert momenteel de cursus elektronische muziekcompositie in het conservatorium te Antwerpen.

Roeland Luyten (1977) studeerde fluit aan het conservatorium in Antwerpen en in Tilburg. In 1997 volgde hij eveneens aan het conservatorium in Antwerpen elektroakoestische muziekcompositie bij Joris de Laet. Luyten past met succes de moderne technieken toe die tegenwoordig binnen het bereik komen op een personal computer.

Dirk Veulemans (Oostende, 1956) volgde in 1987-88 het seminarie voor elektronische muziek in het Conservatorium van Antwerpen bij Joris de Laet en heeft nadien lang met het SEMensemble van De Laet samengewerkt in concerten en happenings. Zijn muziek bevat dikwijls associaties met de verwondering voor wat hem omringt zoals de fysische natuur, sociologie, communicatie enz. Sinds 1999 werkt hij ook als uitvoerder elektronische muziek samen met o.a. Spectra Ensemble en KaG. Zijn gevoeligheid voor het rekenapparaat “computer” maken dat zijn composities veel algoritmisch gestuurde klankprocessen bevatten. Omdat hij de ruimtelijke component in de muziek belangrijk vindt, heeft hij een eigen 8 kanaalsstudio.en een 12 kanaals-concertinstallatie uitgebouwd. Daarmee is hij dikwijls in binnen- en buitenland te horen. In 2004 is de CD “The weasel is living on the lofts now” uitgebracht met zijn muziek. Dirk Veulemans geeft ook informaticales in Moretus-Ekeren.

Programma :

  • Laurent Delforge, Khââ (2008)
  • Daniel Perez Hajdu, Langue lamelle émail cisaille(2009)
  • Ingrid Drese, Plis de la nuit (2008)
  • Loup Mormont, belle inconnue (2009) (creatie)
  • Paul Miquet, Le protocole du poulet (2009) (creatie)
  • Clément Parmentier, Absurde XVI (2009) (creatie)
  • François Volral, mur, murs (2009) (creatie)
  • Roald Baudoux, tbd (2009) (creatie)
  • Todor Todoroff, Subternus (2009) (creatie)
  • Roeland Luyten, Forces#audio-excerpts (2009) (creatie)
  • Dirk Veulemans, Vijf Vocalises
  • Joris De Laet, cordes & corps (2009) (creatie)
  • Annette Vande Gorne, Yawar Fiesta – ouverture (2009) (creatie)

Tijd en plaats van het gebeuren :

Musiques & Recherches : ElectrObelge
Donderdag 26 februari 2009 om 20.30 u
Espace Senghor

Chaussée de Wavre 366
1040 Etterbeek

Meer info : www.musiques-recherches.be en centreculturel.be

Extra :
BeFEM : Belgische Federatie voor Elektroakoestische Muziek
Interview met Dirk Veulemans, Bart De Paepe in Storing, www.rarefish.be
Info en audio : Annette Vande Gorne op www.electrocd.com
Joris de Laet : SEM Studio voor Experimentele Muziek
Todor Todoroff op www.compositeurs.be
Roals Baudoux : www.roaldbaudoux.org en www.myspace.com/roaldbaudoux

Elders op Oorgetuige :
Op het juiste spoor : gesprek met Dirk Veulemans, 23/04/2007

American Arts Festival plaatst artistiek Vlaanderen in de kijker

American Arts Festival In september 2006 vloog een twintigkoppige Vlaamse delegatie van uitvoerende musici, componisten en musicologen richting Waco (Texas – USA) om de Baylor University/School of Music kennis te laten maken met muzikaal Vlaanderen. Deze Flemish Fortnight groeide uit tot een indrukwekkend hoogtepunt voor de Vlaamse muziek, een succesvolle samenwerking tussen musici van de Baylor University en Vlaamse uitvoerders.
Het wederzijds vertrouwen en respect dat deze manifestatie genereerde legde de basis voor een proces van uitwisseling en wisselwerking op het vlak van internationaal muziekcultureel denken. In maart 2009 wil IVME – de Internationale Vereniging voor Muziekeducatie – een klinkend multidisciplinair spiegelbeeld in Vlaanderen creëren.

Topmusici uit Texas, met de meest diverse roots en allen docent aan dezelfde Baylor University, brengen samen met Vlaamse musici met internationale faam hoogstaande muziekuitvoeringen in heel Vlaanderen. Minder bekende Amerikaanse muziek is het hoofdingrediënt van dit gebeuren.
Vlaanderen krijgt een uitzonderlijk aanbod van hoogstaande concerten, recitals, workshops, clinics, master classes, conferenties in o.a. Antwerpen, Beveren, Brugge, Brussel, Diksmuide, Gent, Ieper, Izegem, Kortrijk, Mol, Oudenaarde, Roeselare en Tielt. Vlaamse en Texaanse topmusici en Vlaams aanstormend jong talent presenteren een uitgebreid repertorium en boeiende concertprogramma’s.
Maar er is meer : het wordt een multidisciplinair feest voor oog en oor met kritische kortfilms door jonge Vlaamse cineasten, een fototentoonstelling, dansvoorstellingen rond Amerikaanse thema’s, … En niet te versmaden : artistiek Vlaanderen wordt opnieuw in de kijker geplaatst.

IVME hoopt op die manier een permanent exportkanaal te creëren voor Vlaamse kunstenaars, vooral musici, zelfs gelinkt aan economische en industriële inventiviteit. Het evenement wordt georganiseerd voor Vlaamse musici, docenten en studenten van de vier Vlaamse kunsthogescholen, leerkrachten en jongeren van het deeltijds kunstonderwijs, en de leden van de zovele amateurverenigingen, kortom voor kunstminnend en artistiek nieuwsgierig Vlaanderen.

Alle concerten en andere activiteiten hier opsommen zou ons te ver leiden. Hou zeker de agenda op www.ivme.be in de gaten, je vindt er het volledig programma netjes gerangschikt per regio.

Tijd en plaats van het gebeuren :

American Arts Festival
Van zondag 1 tot zaterdag 14 maart 2009
Op verschillende locaties in heel Vlaanderen

Het volledige programma en alle verdere info vind je op www.ivme.be

Baylor University/School of Music : www.baylor.edu

Gradus ad Parnassum : Lisa De Boos & Guy Penson

Roland Coryn In de concertreeks Gradus ad Parnassum van het Conservatorium Gent brengen Lisa De Boos (contrabas) en Guy Penson (piano) werk van de Vlaamse componist Roland Coryn, de Tsjech Adolf Misek en de Amerikaan Gunther Schuller.

Na zijn muziekstudies aan de Stedelijke Muziekacademie van Harelbeke ging Roland Coryn (1938) zich verder bekwamen aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Gent. Hij behaalde er onder andere het Hoger Diploma Altviool en Kamermuziek. Daarnaast volgde hij er tegelijkertijd de theoretische afdeling die hij beëindigde met een Eerste Prijs Compositie.
Als pedagoog was hij werkzaam aan de muziekacademie van Harelbeke, Izegem en Oostende. In 1979 werd hij in eerstgenoemde instelling benoemd tot directeur. Aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Gent heeft hij lange tijd een belangrijke functie gehad als docent compositie. Op 1 september 1997 nam hij vervroegd pensioen om zich volledig te kunnen wijden aan zijn compositorisch werk.
In de periode van 1960 tot 1975 was hij hoofdzakelijk actief als uitvoerend musicus. Hij speelde altviool in het Belgisch Kamerorkest, waar hij in contact kwam met moderne muziek, en was stichtend lid van het Vlaams Pianokwartet, dat zich toelegde op werken van bekende componisten en Belgische meesters. Van 1986 tot 1997 leidde hij in Gent het Nieuw Conservatoriumensemble, waarmee hij hoofdzakelijk hedendaagse muziek uitvoerde. Deze activiteit werkte uiterst bevruchtend voor zijn klas compositie.
Als componist behaalde hij diverse prijzen, waaronder de Tenutoprijs in 1973 (Quattro Movimenti), de Jef Van Hoofprijs in 1974 (Triptiek), de Koopalprijs in 1986 voor zijn kamermuziekoeuvre, en de Visser-Neerlandiaprijs in 1999 voor de totaliteit van zijn oeuvre.

Coryn heeft sinds 1970 al meer dan zestig werken geschreven. Zijn voorkeur voor absolute muziek blijkt onder andere uit het overheersen van instrumentale muziek boven vocale. Ook de titels van zijn werken zijn meestal abstract. Hiervoor gebruikt hij muzikale vormen, bijvoorbeeld Sonatine voor altviool solo (1959-60), of hij verwijst naar de bezetting: “[…] ik ben, geloof ik, allergisch aan titels en uitleg. Misschien is het ook wel een vorm van zich afzetten tegen die heersende tendens sinds 1950 om alles te willen en soms te moeten uitleggen met woorden. Op een bepaald moment, naar 1980 toe, was ik voor mezelf klaar met dat probleem en dan ben ik meer interpretatie- en gevoelsaanduidingen op de partituur gaan noteren. Ik voelde dat het voor mijzelf kon en dat het de uitvoerder vaak erg stimuleert tot een betere uitvoering.” (uit: Y. Knockaert, Roland Coryn in Campo, p. 3). Uit het citaat blijkt dat Coryn een zo perfect mogelijke uitvoering eist van de muzikanten. Het contact tussen uitvoerder en componist is voor hem dan ook van cruciaal belang. Dit is een van de redenen waarom hij zich, althans tot het einde van de jaren ’80, voornamelijk bezighoudt met het componeren van kamermuziek: hij vindt dat de communicatie met de meeste orkesten en hun dirigenten dikwijls te gebrekkig verloopt.
De verschillende muzikale parameters worden door Coryn elk op een eigen specifieke wijze behandeld, waarbij vooral de intense aandacht voor ritme en tempo opvalt. Ritmische ontwikkelingen ontstaan vanuit een inwendige motoriek, wat betekent dat ritmische kernen uit zichzelf nieuwe ritmische motieven genereren, die dan op hun beurt het uitgangspunt vormen voor een nieuwe verdere ontwikkeling. Dit kan leiden tot een hoge graad van complexiteit, zoals ‘ritmepolyfonie’ of polyritmische gelaagdheid.
Zoals het ritme een voortdurend voortspinnende beweging maakt, zo ook fluctueert het tempo. Constante tempi komen vrijwel niet voor.
De ritme- en tempofluctuaties zijn steeds constructief en doelgericht. Het gaat niet zozeer om eenvoudige accelerando- en ritenuto-aanduidingen in de partituur, die de uitvoerder een grote ruimte voor interpretatie toelaten, maar ze zijn precies uitgeschreven, bijvoorbeeld als overgang van een binair naar ternair ritme of van kwintool naar sextool. Dit kan eventueel gecombineerd worden met maatwisselingen, telduurveranderingen (van binair naar ternair met behoud van tempo), of tempoveranderingen.
De melodie is niet van primordiaal belang in Coryns muziek; lyrische melodieën komen zelden voor. Dikwijls worden zinnen opgebouwd door middel van celontwikkeling. In de uitwerking ervan is de secunde (evenals de septime en de none) een zeer belangrijk interval, dat zowel horizontaal als verticaal voorkomt. Het gebruik van dergelijke kleine intervallen kan leiden tot totaalchromatische velden of klankveldmomenten. De vele canonische passages in de stemvoering verwijzen naar de klassieke polyfone traditie. Coryns vrije postseriële werkwijze geeft hem de mogelijkheid tot een persoonlijke uitwerking van een basisreeks in alle mogelijke varianten.
Vanaf het einde van de jaren tachtig gaat Coryns muziek robuuster, zelfverzekerder en strijdender klinken. In zijn oratorium Opus: Mens (1987), een werk voor twee vocale solisten, koor en orkest, komt hij tot een optimistische levensbevestiging. Vele composities eindigen met een langzame beweging waaruit berusting spreekt.

Adolf Misek (1875-1954) studeerde contrabas aan het Weense Conservatorium.  Van 1898-1920 lid van een Tsjechisch operaorkest.  Sinds 1920 lid van een Praags Orkest.  Hij schreef 3 sonates voor contrabas en piano.

Gunther Schuller (1925) is een Amerikaans componist, muziekpedagoog, musicoloog, dirigent, fluitist en hoornist. Zijn vader was violist in het New York Philharmonic Orchestra. Zijn ouders waren Duitse emigranten. Een van zijn zoons, Ed Schuller, is bassist.
In zijn jeugd werkte hij naast zijn plichten als hoornist in verschillende Amerikaanse orkesten, ook zoveel mogelijk met Miles Davis en Gil Evans, twee grote kunstenaars uit de jazz-wereld.
In de jaren 1950 begon hij ook een carrière als dirigent, waarbij hij zich eigentijdse muziek focusseerde. Later dirigeerde hij vooraanstaande orkesten in de hele wereld met een uitgebreid repertoire, inclusief zijn eigen werken. Hij creëerde de zogenoemde Third Stream een stilistische verbinding van progressieve technieken van de jazz en de klassieke muziek en werkte samen in de ontwikkeling en de stijl met John Lewis, Dizzy Gillespie, Charles Mingus, Jimmy Giuffre het Modem Jazz Quartet en anderen.
Zijn eerste werken schreef hij in het midden van de jaren 1940. Grote bekendheid en reputatie als componist kreeg hij met zijn werk Seven Studies on Themes of Paul Klee uit 1959. Als componist schreef hij tot nu meer dan 180 werken, die door vele orkesten in de hele wereld uitgevoerd werden. In 1994 werd hij voor zij werk Of Reminiscences and Reflections met de Pulitzer-prijs voor muziek onderscheiden. In zijn werken uit hij zich zelf als grote orkestrator met complete controle van het serialisme, geïnspireerd van Anton Webern. Zijn eerste opera was in heel Europa een groot succes. In 1993 ontving Schuller de prestigieuze Hall of Fame award van het Down Beat magazine en de Lifetime Achievement award. In 1997 kreeg hij de gouden medaille voor muziek van de American Academy of Arts and Letters. Hij is aan 12 verschillende Amerikaanse universiteiten ere-doctor.

Programma :

  • Roland Coryn, Riflessioni op. 55, per Contrabbasso e Pianoforte ( 1994) (Lisa De Boos, contrabas – Guy Penson, piano)
  • Adolf Misek, Sonate voor contrabas en piano no. 2, op 6 in mi klein ( Con fuoco – Andante cantabile – Furiant, Allegro En
    ergico – Finale, Allegro appassionato) (Lisa De Boos, contrabas – Guy Penson, piano)
  • Gunther Schuller, Quartet for double basses (Allegro – Allegro scherzando – Adagio) (1947) (Lisa De Boos, David Desimpelaere, Jens Similox-Tohon, Sanne Deprettere)

Tijd en plaats van het gebeuren :

Gradus ad Parnassum : Lisa De Boos & Guy Penson
Zondag 22 februri 2009 om 11.00 u

Koninklijk Conservatorium Gent
Hoogpoort 64
9000 Gent

Meer info : cons.hogent.be

Extra:
Roland Coryn op www.matrix-new-music.be
Interview : Kristin Van den Buys sprak met Roland Coryn (pdf, p 9 – 10) op www.kcb.be
Adolf Misek op www.youtube.com
Gunther Schuller op en.wikipedia.org, www.schirmer.com en www.youtube.com

Elders op Oorgetuige :
Muziekbiënnale 2007 focust op Roland Coryn, 21/10/2007
Vlaanderen Internationaal : Roland Coryn, 13/12/2006

Klankschapper Marinos Koutsomichalis in Logos

Marinos Koutsomichalis “Waarom zouden we de klank niet louter gebruiken om ons mee uit te drukken, maar de klank zichzelf laten uitdrukken door er goed naar te luisteren?” is het uitgangspunt van de Griekse klankschapper Marinos Koutsomichalis. In zijn fijnmazige klankwereld staat de sonore autonomie van kleuren, teksturen en timbres centraal. Op dit concert krijg je twee performances van zijn recente stukken, die hij zelf omschrijft als ‘sound walks‘, een imaginaire promenade doorheen landschappen die hij op verschillende momenten heeft opgenomen en nu in één beweging bevriest in de tijd.

Marinos Koutsomichalis (1981) is een bezige bij die zich op zijn weblog graag omschrijft als een ‘multi-genre’ artiest. Aan het Sibelius Conservatorium in Athene studeerde hij jazzgitaar, analyse, koor- en ensembledirectie, alsook muziektheorie en -morfologie bij Homer Komninos. Vorig jaar behaalde hij een master in Composition with Digital Media bij Tony Myatt aan de York University. Daarnaast heeft hij zich bezigghouden met songwriting, algoritmische compositie, puur hedendaags klassiek werk, noise en site-specific field recordings.

De laatste jaren focust hij meer op een soort elektroakoestische muziek waarin timbre en tekstuur belangrijker zijn dan struktuur of andere vormen van formele opbouw. Hij gebruikt de klank niet om zichzelf mee uit te drukken, maar is eerder een medium om de klank zichzelf te laten zijn. Een ander aspect van zijn werk is het grote aandeel aan improvisatie, waarin hij opnieuw zeer site-specifiek te werk gaat: de ruimte waarin hij optreedt, speelt daar, net als het aanwezige publiek, een grote rol in.

Koutsomichalis heeft al samengewerkt met The New York Miniaturist Ensemble (USA), Chimera Ensemble (UK) en het Center of Contemporary Music Research (GR). Zijn werk werd in verscheidene landen in Europa en Amerika uitgevoerd en, naast enkele uitgaven in eigen beheer, verschijnen er dit jaar twee releases van zijn werk bij de labels Entr’ acte (UK) and Echomusic (GR).

Tijd en plaats van het gebeuren :

Marinos Koutsomichalis
Dinsdag 24 februari 2009 om 20.00 u
Logos Tetraëder

Bomastraat 26-28
9000 Gent

Meer info : www.logosfoundation.org en www.marinoskoutsomichalis.com