
Ars Musica, de jaarlijkse lenteafspraak van de hedendaagse muziek, omvat een vijftigtal concerten met heel wat recente werken. Jonge, soms zelfs piepjonge componisten en vertolkers maken hun opwachting. Maar er zijn ook drie portretten van gevestigde waarden, unieke en sterk verschillende persoonlijkheden die worden samengebracht onder de gemeenschappelijke noemer ‘Beyond’ : György Ligeti, Hugues Dufourt en de pas overleden Henri Pousseur. Beyond dus, wat voor de enen ‘voorbij’ betekent, voor de anderen ‘plus ultra’. Tijdens editie 2009 brengen sterke muzikale passies je in vervoering. “Uitzinnige vreugde of verterende melancholie krijgt nu eenmaal niet gestalte tijdens rustige zelfbeschouwing, maar in de aanhoudende aantrekkingskracht van een onmogelijkheid, een verte die ons ontglipt. (Ligeti, in zijn typische stijl, noemt het een ‘Lontano’.) Zelfs al komt de onstuimige geschiedenis nooit echt tot stilstand, deze lente ontdekken we dat de nieuwe muzikale generatie toch even een pas op de plaats maakt. En net die pas maakt het verschil”, aldus Laurent Langlois, Directeur van Ars Musica.
Dufourt, Ligeti, Pousseur
Hugues Dufourt, geboren in 1943, is de theoreticus van de ‘spectrale muziek’. Al staat hij met beide voeten in de wereld van de ‘geleerde muziek’, toch levert hij er van binnenuit venijnige kritiek op door middel van teksten en eigen werk. Hij bestrijdt het formalisme en fetisjisme van de vorige generaties met hun ‘mooie zinsbouw’. De moderne muziek, zo beweert hij, neemt de fakkel over van dode mythologieën; ze moet opnieuw haar dionysische rol opnemen en zinsbegoochelingen en archaïsche terreur doorkruisen. Beyond Reason is de strijdkreet die bij hem past, ons eerste ordewoord.
Ook György Ligeti (1923-2006) krijgt ruim aandacht. Het Brusselse deel van het festival sluit af met een opvoering in De Munt van zijn ‘patafysische’ opera Le Grand Macabre, naar het stuk van Michel de Ghelderode en in een enscenering van La Fura dels Baus. Ligeti, die agnost was maar respect opbracht voor gelovigen, noemde Le Grand Macabre zijn tweede Requiem! Dat Beyond hier de betekenis van ‘hiernamaals’ heeft – muziek als
begrafenisplechtigheid – staat buiten kijf. De ironie krijgt zowaar een aureool van deugdzaamheid. Wat we langdurig en met een handvol uitstekende solisten zullen overpeinzen tijdens onze ‘begrafenisstoet’ op zondag 5 april.
Ten is er onze enkele dagen geleden overleden landgenoot Henri Pousseur. Deze avontuurlijke componist en pedagoog, die het talent van Charles Fourrier eerde, is de pionier van het polystilistische denken in de muziek. In een utopische manier van schrijven verbreidde en verspreidde hij alle muzikale lagen. Open oeuvre, mengsel, vermenging en superpositie, het opus als een ‘soort auditieve cohort’ (zijn terminologie) of het ‘te maken werk’ (Umberto Eco’s terminologie), … Al te vaak vergeten we hoeveel deze begrippen, zo tekenend voor onze tijd, aan Pousseur verschuldigd zijn. De titels van zijn werken verwijzen vaak naar Icarus, met wie hij zich verwant voelde. Bij hem staat Beyond voor utopie, onzichtbare opstijging, heftige ontsnapping uit het
labyrint dat je gevangen hield.
De jonge wolven
De opkomende generatie heeft de kwellende avant-garde en de gepolijste postmoderniteit verteerd, ze getuigt van lef en persoonlijkheid. Ze durft te antwoorden, maar ze antwoordt telkens anders. Vermengen wat zich niet laat vermengen, verstrooien wat ondeelbaar leek, de ruimte oprekken, de tijd afschaffen, verschrikkingen doen verschijnen, verten oproepen, klanken uitvlakken, het gehoor verzadigen… De complexiteit (die volgens Edgar Morin staat voor stroming, verschijning, weefsel) toont zich in de muziek van Bianchi, Andre en zelfs Dessy in haast elke notenbalk. Ze haakt zich net zo goed vast aan de onbesuisde brutaliteit van het gedruis als aan de poëzie van de gekleurde stilte. Maar het gebruik van een bepaald soort elektronica lijkt in deze Babylonische spraakverwarring toch een gemeenschappelijke taal, wat deze generatie een karakteristiek trekje geeft. Luister maar naar Prins, Verrando, Mochizuki, tot in hun symfonische muziek toe. De elektronica verzaakt aan de luxe van een elegante verpakking en wordt virus en besmetting; door het gebaar los te koppelen van zijn geluidsresultaat zaait ze onrust. Deze jonge componisten lijken ons te vertellen dat er geen schoonheid is die niet bevochten is op de paradox van het luisteren.
Over de improvisatoren van de nachtelijke Cafés (sommigen zelfs oud-leerlingen van Pousseur) of de remixen van het ensemble Nadar kunnen we het volgende kwijt : de underground biedt een betoverend en opzwepend reservoir, vol energie en ontdekkingen, ver weg van de geschreven traditie, beschut voor de vermoeiende dwang van het nieuwe, onverschillig voor esthetische twisten. Ze zijn op zoek naar schoonheid, nu eens wellustig, dan weer agressief, vaak buitensporig of negatief. Bijna allemaal willen deze jonge componisten iets bijleren inzake vlotheid of hopen ze op een buitenkans, soms
eisen ze zelfs het recht op om bars te zijn. Hen bijeenbrengen in deze ‘moderne muziek’-context lijkt beslist een goed idee.
Multimedia-voorstellingen
Deze editie van Ars Musica presenteert eveneens voorstellingen die zich laten inspireren door andere expressievormen dan muziek, zoals beeld, dans, regie en film…: More Mouvements für Lachenmann van Xavier Le Roy en Helmut Lachenmann, Le Testament des Glaces van Alain Hubert en Jean-Paul Dessy, Telegrams from the Nose van William Kentridge en François Sarhan, La Chute de la Maison Usher van Jean Epstein en Peter Swinnen en het installatieconcert van Arne Deforce en Samuel Beckett.
Tijd en plaats van het gebeuren :
Ars Musica 2009
Van dinsdag 10 maart tot vrijdag 10 april 2009
Op verschillende locaties in Brussel, Antwerpen, Brugge, Luik en Bergen
Het volledige programma en alle verdere info vind je op www.arsmusica.be
Uiteraard mag je ook hier de komende dagen en weken heel wat meer info verwachten