Gloednieuw slagwerkconcerto van Wim Henderickx op openingsconcert Come on! Beat it!

Wim Henderickx Een zelden geziene combinatie: een symfonisch orkest en een enorme batterij aan slagwerk. Een opdracht van het Brussels Philharmonic aan componist Wim Henderickx (foto) voor een nieuw werk met deze bezetting vormt de kern van het programma. Mag zeker ook niet ontbreken: Béla Bartóks Concerto voor twee piano’s, slagwerk en orkest. Een andere vorm van brio krijgen we te horen in Ravels meeslepende Bolero. En tot slot geeft Luciano Berio zijn eigenzinnige interpretatie van Boccherini.

De Bolero van Maurice Ravel is de ideale opener van een slagwerkfestival. Hoewel Ravel de Bolero zelf omschreef als ‘een werk voor orkest zonder muziek’, werd deze briljante studie in orkestratie en crescendo zijn meest geliefde werk. Boven het Spaanse boleroritme krijgt een hypnotiserende melodie steeds andere klankkleuren, een proces dat culmineert in een extatische, jazzy climax. Een ander percussiemeesterwerk is Bartóks Sonate voor twee piano’s en slagwerk, die hij in 1943 orkestreerde. Het eerste deel van dit Concerto is een indrukwekkende studie in ritmische variatie, het tweede een wonderbaarlijk inventieve ‘nachtmuziek’ waarin een klavierkoraal mysterieus uit de klank van het slagwerk opstijgt. Naast deze klassiekers creëert Brussels Philharmonic met solist Gert François het gloednieuwe slagwerkconcerto van Wim Henderickx.

Wim Henderickx – Groove!
Componeren is voor Wim Henderickx een roeping. In de afgelopen jaren was zijn muziek niet van de podia weg te denken. Hij krijgt lovende reacties voor zijn stevige onderbouw, zijn wisselende klankkleuren (vaak ontleend aan uitheemse culturen) en de intense expressie van zijn oeuvre. Op vraag van Brussels Philharmonic – het Vlaams Radio Orkest schreef hij in 2010 een nieuw werk, een concert voor percussie en orkest. Het was een groots project, maar zeker en vast niet zijn eerste. In 1996 ging Wim Henderickx’ eerste werk voor percussie en orkest in première in Antwerpen met de Filharmonie en de befaamde percussionist Gert François als solist.

Wim Henderickx : “Toen de vraag kwam om iets nieuws te schrijven voor percussie en orkest, was dat voor mij een grote uitdaging. Dit zou mijn tweede concerto voor slagwerk worden.  Het is namelijk zo dat als je aan een tweede concerto begint, je iets speciaals wil doen, je mag dus zeker niet in herhaling vallen. De Raga is nog steeds ‘in the running’. Dat nieuwe concerto moet tegen de Raga ingaan, of hem op zijn minst verder ontwikkelen.”

Wim Henderickx’ muziek was tot nu toe vooral geïnspireerd op de Oosterse muziek. Daar wou hij verandering in brengen, zijn nieuwe werk moest geïnspireerd zijn door de muziek uit de hele wereld. En de hele wereld verwerken in een concerto, is een hele uitdaging. Hoe begin je daaraan? Hoe vind je een rode lijn, welke stijl volg je, en welke instrumenten kies je? Welke harmonieën verwerk je, hoe zorg je ervoor niet af te zakken in de folklore, en vooral: hoe blijf je authentiek? 

Wim Henderickx : “In Groove! worden de ritmische elementen en patronen uit diverse vormen van wereldmuziek als inspiratie genomen. In de jazz betekent ‘groove’ een gevoel van timing, feeling en swing gecreëerd door de interactie tussen de verschillende musici. In dit werk worden Afrikaanse instrumenten o.a. Burundese trommels, caxixi en een kalimba (duimpiano), Arabische muziek met derbuka en riqs en Aziatische muziek met tabla’s, klankschalen enz. tegenover het westerse symfonieorkest geplaatst, uitgebreid met een basgitaar, een synthesizer en een bariton sax. Het materiaal dat in Gishora uit 2009 voor trompet en Afrikaans slagwerk als voorstudie werd gebruikt, wordt hier verder ontwikkeld. Als etnisch element is er de heterofonie – het simultaan variëren van eenzelfde melodie bij verschillende instrumenten. De heftige ritmische stuwing en het superponeren van verschillende muzikale lagen geeft deze compositie een grote energie. Er ontvouwt zich een dialoog en een confrontatie tussen solist en orkest. Verschillende speeltechnieken van de solist worden tot het uiterste verfijnd door het gebruik van verschillende stokken, spelen met de handen enz.” (*)

Bela Bartok, Concerto voor 2 piano’s, slagwerk en orkest
Bartóks concerto’s werden welwillend ontvangen bij een breed publiek en waren dus de ideale pleitbezorgers van zijn muzikale stijl. Nadat hij in 1940 in de Verenigde Staten aankwam, maakte hij dan ook een orkestrale herwerking van zijn fameuze Sonate voor twee piano’s en slagwerk, in de veronderstelling dat dit werk beter zou aanslaan bij het Amerikaanse publiek. Tevergeefs, het werk werd in de pers afgeschilderd als “droog en doctrinair” en het zou geeneens gedrukt worden.

Was muzikaal New York niet rijp voor deze orkestrale herwerking van zijn in 1937 geschreven Sonate voor twee piano’s en slagwerk? In elk geval werd de originele versie op heel wat meer bijval onthaald : toen Bartók en zijn vrouw Ditta Pásztory het werk in 1938 uitvoerden in Bazel werd deze meesterlijke compositie meteen naar waarde geschat. De opwindende Sonate verhult nauwelijks de invloed van Stravinsky’s kletterende ‘Les Noces’ en grossiert bijgevolg in epileptische ritmes en metaalachtig sounds. Toch wist Bartók uit deze ongewone bezetting een van originaliteit overlopend kamermuziekwerk te puren. Om de avontuurlijke compositie ook een kans te geven op het normale concertpodium werkte Bartók de Sonate om tot een concerto. Hij behield grotendeels het pianistieke materiaal en smukte het geheel op met spaarzame orkestklanken zoals sfeervolle pedaaltonen, gemeen uithalende koperblazers of lijzige glissando’s. Al is het resultaat minstens even indrukwekkend als het origineel, toch zou deze concertversie niet het succes kennen waar Bartók op hoopte: nadat hij en zijn vrouw het werk in Amerika uitvoerden (het zou zijn laatste publieke optreden worden), verdween het werk terug in de schuif.

Luciano Berio – Ritirata notturna di Madrid (Quattro Versioni della ritirata notturna di Madrid di Luigi Boccherini sovrapposte e trascritte per orchestra)
Luciano Berio
(1925 – 2003) was één van de grote componisten van de vorige eeuw en iedere reden is goed om de tachtigste geboortedag van de grootmeester luister bij te zetten. Samen met Maderna sticht hij de studio voor elektronische muziek van Milaan. Vervolgens wordt hij directeur van het Ircam te Parijs. Na zijn eerste composities in Weberniaanse stijl wijdt hij het grootste deel van zijn carrière aan onderzoek en aan een intense zoektocht naar onuitgegeven klanken.

Daarnaast maakte hij ook een hele reeks bewerkingen en orkestraties van bestaande composities, waaronder Boccherini’s strijkkwartet ‘Ritirata Notturna di Madrid’. Ook al bezat Berio een verfijnd gevoel voor orkestrale kleuren, toch behoort dit werk eerder tot de categorie van de gelegenheidsstukjes en arrangementen. Ze tonen bijgevolg maar een heel klein facet van Berio’s artistieke capaciteiten. Al charmeren de vier op elkaar gestapelde versies van Boccherini’s galante niemendalletje toch weer elke keer opnieuw.

Programma

  • Maurice Ravel, Bolero (1928)
  • Béla Bartók, Concerto voor 2 piano’s, slagwerk en orkest (1943)
  • Wim Henderickx, Groove! (2010, wereldcreatie – concerto voor percussie en orkest)
  • Luigi Boccherini/Luciano Berio, Ritirata notturna di Madrid (1975)

Tijd en plaats van het gebeuren :

Brussels Philharmonic : Ravel, Henderickx, Berio, Bartók (openingsconcert Come on! Beat it! )
Donderdag 10 februari 2011 om 20.00 u
(Inleiding door Maarten Beirens om 19.15 u )
Concertgebouw Brugge
’t Zand 34
8000 Brugge

Meer info : www.concertgebouw.be en www.brusselsphilharmonic.be
——————————
Zaterdag 12 februari 2011 om 20.15 u (Ontmoeting met: Wim Henderickx en Greet Samyn om 19.30 u )
Flagey – Studio 4
H.-Kruisplein
1050 Elsene (Brussel)

Meer info : www.flagey.be en www.brusselsphilharmonic.be
——————————
Zondag 13 februari 2011 om 11.00 u
Koningin Elisabethzaal Antwerpen

Koningin Astridplein 26
2018 Antwerpen

Meer info : www.zalenvandezoo.be en www.brusselsphilharmonic.be

Extra :
Wim Henderickx : www.wimhenderickx.com (*), wimhenderickx.wordpress.com, www.matrix-new-music.be en youtube
Interview met Wim Henderickx op www.moodio.tv
Tom Janssens, Willem Bruls, Vèronique Verspeurt, programmaboekje Bartok Happening in deSingel, februari 2006
Béla Bartók op nl.wikipedia.org en youtube
Luciano Berio op www.compositiontoday.com, www.themodernword.com, brahms.ircam.fr en youtube
Portret Luciano Berio, J-L Plouvier op www.ictus.be
Luciano Berio (1925 – 2003): Duivelskunstenaar, Jan de Kruijff op www.musicalifeiten.nl

Elders op Oorgetuige :
Come on! Beat ! Zesdaags slagwerkfestival in Brugge, 29/01/2011
Symfonische coup de foudre met het Nationaal Orkest van België, 24/09/2010
Ensemble 21 brengt eerbetoon aan Luciano Berio, 23/07/2010
Wim Henderickx dirigeert eigen werk in Kortrijk, 28/04/2010
Canvas klassiek: Wim Henderickx, een Oosterling verdwaald in het Westen, 20/11/2009

Bekijk alvast Luciano Berio’s Ritirata notturna di Madrid

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=Qt5EtfMZSnY&w=480&h=385]

Ontdek de verschillende facetten van het m&m robotorkest

Dominica Eyckmans Polymorf, polychroom en uiteraard ook polyfoon: ontdek de verschillende facetten van het <m&m> robotorkest  van Stichting Logos. Het wordt een boeiende reis die je van vroege meerstemmige muziek naar 21ste eeuwse hyperpolyfonie zal leiden. Jouw gidsen, een slordige 48 muziekrobots onder leiding van Godfried-Willem Raes, staan zoals elke maand opnieuw paraat.

‘Poly’ (Gr. veel) is een dekmantel waarvan de betekenissen al even uiteenlopend zijn als het woord zelf. Je hebt robots in alle mogelijke vormen die heel verschillende muziekjes spelen, maar er is ook het 1000 jaar oude fenomeen van de meerstemmige muziek die op haar beurt in de loop der eeuwen een hallucinante evolutie heeft ondergaan. Zoals steeds staan nieuw werk en arrangementen van de Logosmedewerkers broederlijk naast elkaar op het programma, of het materiaal nu polyritmisch is, een overvloed aan con urrerende stemmen heeft of gewoonweg bulkt van de kleurtjes.

Eveneens krijg je de première te horen van From Gold-And-Mauve, een van de zeldzame koorwerken van Sebastian Bradt, voor de gelegenheid gesequenced voor zes geautomatiseerde koperblazers. Overige bijdragen komen nog steeds van dezelfde betrouwbare Logosploeg, bestaande uit Dominica Eyckmans, Barbara Buchowiec, Marian De Schryver, Moniek Darge, Xavier Verhelst, Helen White en Kristof Lauwers, en zij staan allen onder de artistieke leiding van Godfried-Willem Raes.

Tijd en plaats van het gebeuren :

M&M : Poly
Donderdag 10 februari 2011 om 20.00 u
Logos Tetraeder

Bomastraat 26
9000 Gent

Meer info : www.logosfoundation.org

Come on! Beat ! Tiendaags slagwerkfestival in Brugge

JCOME ON! BEAT IT! Binnenkort davert het Concertgebouw Brugge meer dan ooit op zijn grondvesten, want van 10 tot 20 februari vindt er immers het slagwerkfestival COME ON! BEAT IT! plaats. Percussie en beats vormen in deze periode de link tussen oude en nieuwe muziek, tussen westerse en buiten-Europese muziek, muziektheater en dans. Met twee premières (dans en muziektheater), een van de grootste drumkitster wereld, de ex-drummer van Frank Zappa én tal van internationale topartiesten is dit een niet te missen festival! Er zijn verschillende avondconcerten, een educatieve dag, een doorlopende tentoonstelling en als apotheose een heuse happening waarvan drie percussiewandelingen het kloppende hart vormen. 

Elke mens wordt blind geboren, maar horen doen we al lang vóór onze geboorte. In de baarmoeder is het kind ondergedompeld in een sonoor continuüm dat beheerst wordt door de stevige hartslag van de moeder – de existentiële beat – en door haar stem. De Duitse cultuurfilosoof Peter Sloterdijk omschrijft deze paradijselijke, nachtelijke zweeftoestand als ‘het utopische continent van de protomuziek’, waarnaar alle latere muziek de terugkeer voor even mogelijk lijkt te maken. Het hart slaat alleszins ook in het festival Come on! Beat it! Meer dan een week lang vormen percussie en beats de link tussen oude en nieuwe muziek, tussen westerse en buiten-Europese muziek, dans en muziektheater. Eindeloos herhaalde ritmes leiden zowel in Ravels Bolero als in Afrikaanse of oosterse percussiemuziek tot extase. Slagwerk kan ook in westerse kunstmuziek een haast primitieve energie en pure kracht opwekken, zoals in Xenakis’ Oresteia of bij Bartók. Maar het kan ook broos en poëtisch zijn zoals bij Cage of opnieuw bij Bartók.

Brussels Philharmonic : Bolero – do 10/022011 om 20.00 u
De Bolero van Maurice Ravel is de ideale opener van een slagwerkfestival. Hoewel Ravel de Bolero zelf omschreef als ‘een werk voor orkest zonder muziek’, werd deze briljante studie in orkestratie en crescendo zijn meest geliefde werk. Boven het Spaanse boleroritme krijgt een hypnotiserende melodie steeds andere klankkleuren, een proces dat culmineert in een extatische, jazzy climax. Een ander percussiemeesterwerk is Bartóks Sonate voor twee piano’s en slagwerk, die hij in 1940 orkestreerde. Het eerste deel van dit Concerto is een indrukwekkende studie in ritmische variatie, het tweede een wonderbaarlijk inventieve ‘nachtmuziek’ waarin een klavierkoraal mysterieus uit de klank van het slagwerk opstijgt. Naast deze klassiekers creëert Brussels Philharmonic met solist Gert François een gloednieuw slagwerkconcerto van Wim Henderickx.

Luc Mishalle, Trevor Watts, Adama Dramé, Foliba, Marockin’ Brass : 11 Songs – za 12/02/2011 om 20.00 u
’11 songs’ verbindt manding (West-Afrikaanse percussiemuziek) en gnawa (Marokkaanse soefi-muziek) met hedendaagse muziek voor blazersensemble. Saxofonisten Luc Mishalle en Trevor Watts en djembévirtuoos Adama Dramé schreven muziek voor drie groepen muzikanten: de uitgekiende blazerssectie van Marockin’ Brass, het percussie-ensemble Foliba uit Burkina Fasso en Brusselse gnawa-musici. Aan de ritmiek van manding en gnawa, tradities die elkaar beïnvloed hebben, voegen de blazers extra kleur toe. Ze weven een klanktapijt van verglijdende akkoorden en muzikale zinnen, waaraan de eersten op hun beurt polyritmische accenten geven. Net zoals in veel traditionele muziek zijn de composities voor ’11 songs’ raamwerken die door de musici tijdens het concert worden ingevuld. Dit concert is een boeiende dialoog tussen muzikale culturen.

Thomas Hauert/ZOO, Michel Debrulle, Daan Vandewalle : Drum & Dance. Beat it! – wo 16/02/2011 om 20.00 u
In Drum & Dance treden de Belgisch-Zwitserse danser-choreograaf Thomas Hauert en de Belgische drummer Michel Debrulle samen voor het voetlicht. Over de genregrenzen heen putten ze inspiratie uit de traditie, folklore, improvisatie, jazz en hedendaagse dans. Samen willen ze die initiële spanning terugvinden. Het is een heel fysieke voorstelling waarin twee bezeten lichamen elkaar opzoeken. Na Drum & Dance maken Thomas Hauert en pianist Daan Vandewalle, speciaal voor het festival COME ON! BEAT IT!, een nieuwe voorstelling. Samen gaan ze aan de slag met de percussieve en pure muziek van John Cage (werk voor prepared piano). Thomas Hauert werkt in Brussel als choreograaf en danser. Van 1991 tot 1995 danste hij voor Rosas en in 1997, na de creatie van de solo Hobokendans, richtte hij zijn danscollectief ZOO op.

Muziektheater Transparant & Asko/Schönberg Ensemble : Oresteia – vr 18/02/2011 om 20.00 u
In Oresteia (457 v.C.) vertelt Aeschylos het verhaal van het koningshuis van Mycene, dat gedoemd is in een eindeloze keten van wraak ten onder te gaan. Uiteindelijk zal godin Athena de keten doorbreken en het eerste hooggerechtshof installeren. De Oresteia, waarin de rede zegeviert over de irrationaliteit van de wraak, geldt als symbool voor het begin van de Europese geschiedenis. In Xenakis‘ versie staat het koor centraal. Hij laat het niet alleen de rol van het volk zingen, maar ook die van de helden en goden. Aeschylos’ verzen beïnvloedden sterk de expressieve, archaïsch aandoende partituur, waarvan Kassandra voor bariton en soloslagwerker het bekendste deel is. Het verraadt de invloed van het Japanse no- en kabukitheater. Zelden wist een componist treffender de blinde kracht van het noodlot en de nachtmerrie van de wraak in muziek te vatten. Het stuk wordt aangevuld met een première van de Vlaamse componiste Annelies Van Parys.

Komaan! Slaan! / Educatieve dag – za 19/02/2011 om 14.00 u
Ter voorbereiding van de BEAT IT! Happening op zondag geven topslagwerkers uit binnen- en buitenland op zaterdag enkele workshops voor jongeren. Naast een drum- en een marimbaworkshop is er ook een atelier waarin experimentele percussie en electronics aan bod komen. De toonmomenten maken deel uit van de happening.

Jordi Savall, Pedro Estevan, Dimitri Psonis, Driss el Maloumi : Orient-Occident – za 19/02/2011 om 20.00 u
Het project Orient-Occident ontstond uit de wens van Jordi Savall om muzikale ervaringen te delen met musici uit andere culturen en religies, en dit als een spiritueel antidotum tegen het groeiende conflict tussen beschavingen. Jordi Savall bundelt de krachten met Pedro Estevan (Spanje), Dimitri Psonis (Griekenland) en Driss el Maloumi (Marokko) voor een uitwisseling van ideeën en emoties via de taal van de muziek. Christelijke, joodse en mosliminvloeden uit het oude Hespèria ontmoeten volksmuziek uit het middeleeuwse Italië en improvisaties uit Marokko, Perzië, Afghanistan en het Ottomaanse Rijk. Deze klanken uit oost en west worden voortgestuwd door de bezwerende ritmes van oude percussie-instrumenten. Zoals steeds schuwt Jordi Savall de zogenaamde ‘cross-over’. De dialoog die hij tot stand brengt, respecteert de muzikale eigenheid van elke partner en cultuur.

COME ON! BEAT IT! Happening – zo 20/02/2011 om 10.30 u
De tweede editie van het COME ON!-festival sluit af met een grote BEAT IT! Happening. Gerenommeerde percussionisten als Terry Bozzio, Theodor Milkov en Miquel Bernat palmen een dag lang het Concertgebouw in en nemen de bezoekers op sleeptouw in drie contrastrijke percussiewandelingen, zowel in concertzalen als in repetitieruimtes achter de schermen. Herontdek in de voormiddag de virtuoze sonates van Domenico Scarlatti in een versie voor marimba of laat je verrassen door de fascinerende klankwereld van Anthony Pateras‘ prepared piano. In de namiddag leiden de wandelingen langs experimentele bodypercussie en uitvoeringen van meesterwerken van Iannis Xenakis of Steve Reich. De adembenemende performance van Terry Bozzio, ooit drummer bij Frank Zappa, vormt een onvergetelijke apotheose.

Tijd en plaats van het gebeuren :

Come on! Beat it!
Van donderdag 10 t.e.m. zondag 20 februari 2011
Concertgebouw Brugge

’t Zand 34
8000 Brugge

Het volledige programma en alle verdere info vind je op www.concertgebouw.be

Céline Frisch confronteert virginalisten met François Sarhan

François Sarhan De al even nieuwsgierige als begaafde muzikante Céline Frisch is in verschillende domeinen actief. Eén constante: haar tomeloze liefde voor het klavecimbel(repertoire). Frisch – centrale figuur van het ensemble Café Zimmermann – brengt nu een groots opgezet solorecital waarin ze de muziek van de virginalisten confronteert met de kleurrijke klanken van de hedendaagse componist François Sarhan (foto). Op het programma : werken van François Sarhan, William Byrd, Giovanni Picchi, John Bull e.a.

François Sarhan (1972) is een Franse componist van hoofdzakelijk muziektheater, kamermuziek en werken voor koor. Sarhan studeerde van 1985 tot 1993 cello bij Xavier Gagnepain aan het Conservatoire National in de Région de Boulogne-Billancourt en van 1992 tot 1994 esthetica en muziekgeschiedenis bij Brigitte François-Sappey aan het Conservatoire National Supérieur de Musique in Parijs, waar hij later tevens analyse studeerde bij Alain Louvier (1996-1999) en compositie bij Guy Reibel (1996-2000).

Daarnaast nam hij deel aan de Cursus Annuel de Composition et Informatique Musicale bij het IRCAM in 1997-1998, waar hij onder anderen Brian Ferneyhough, Jonathan Harvey, Magnus Lindberg, Tristan Murail en Marco Stroppa ontmoette. Hij volgde cursussen over poëtica bij Jacques Roubaud aan de École des Hautes Études en Sciences Sociales in Parijs tussen 1997 en 2001.

Tot de prijzen die hem zijn toegekend behoren de Prix de la Ville de Bruxelles-Maïs tijdens de RADIOPHONiC klankpoëziewedstrijd in België in 2003. Zijn werk wordt over heel Europa gespeeld en het Brusselse ensemble Ictus heeft verschillende van zijn werken uitgevoerd, zoals L’Nfer, un point de détail (2006) en Telegrams from the Nose (2009). Sarhan heeft verschillende artikelen over eigentijdse muziek geschreven en publiceerde in 2002 bij Flammarion zijn muziekgeschiedenis Histoire de la Musique. In 2000 richtte hij het vocaal-instrumentale ensemble CRwTH op, gericht op multimediale projecten, waarvan hij sindsdien artistiek leider is. Tussen 1998 in 2002 doceerde hij onder meer contrapunt, harmonieleer, en de relatie tussen muziek en tekst aan het IRCAM, en sinds 1999 is hij als docent analyse, compositie en nieuwe muziek verbonden aan de Université Marc Bloch in Straatsburg.

Tijd en plaats van het gebeuren :

Céline Frisch : Sir William’s Musicall Humors
Woensdag 9 februari 2011 om 20.00 u
Protestantse Kapel Brussel

Museumplein
1000 Brussel

Meer info : www.bozar.be en www.celinefrisch.com

Extra :
François Sarhan : www.fsarhan.net, www.myspace.com/francoissarhan, www.composers21.com en youtube

Elders op Oorgetuige :
Telegrams from the Nose op het Holland Festival, 17/06/2010
L’Nfer mixt Frank Zappa & Benedictus XVI, 15/12/2008

Hypergestileerde kamermuziek in Kapel Elzenveld

Henryk Gorecki Nog niet zo heel lang geleden had niemand ooit gehoord van de obscure Pool Henryk Gorecki (foto). Nu is zijn naam onlosmakelijk verbonden met zijn hypergestileerde en ontroerende Derde symfonie. Minstens even mooi is ook zijn eerste strijkkwartet uit 1988. De muzikanten van deFilharmonie plaatsen zijn Poolse weemoed naast ander schoons uit de zone voorbij het IJzeren Gordijn.

Henryk Górecki
Henryk Górecki
(1933-2010) werd beschouwd als een muzikale zonderling, die met zijn eenvoudige muziektaal en zijn religieuze composities een groot publiek vond. Hij studeerde eerst in Katowice compositie bij Bolesław Szabelski, die een leerling van Karol Szymanowski was. Górecki debuteerde in 1958 op de “Warschauer Herfst”, het belangrijkste Poolse festival voor nieuwe muziek.Lang werd Górecki’s werk overschaduwd door dat van Krzysztof Penderecki en Witold Lutoslawski, maar in de jaren ’60 kreeg Górecki een reeks internationale onderscheidingen.

In 1965 stopte hij met het seriële componeren en begon het muzikale materiaal te beperken. Repetitieve structuren, eenvoudige reekstechnieken, de bezinning op volksmuzikale of geestelijke bronnen beheersten vanaf toen zijn werken. Hij werd wereldberoemd met de Symfonie Nr. 3, (Symfonie van treurliederen). De opname door de London Sinfonietta, met sopraan Dawn Upshaw werd een bestseller, en belandde zelfs in diverse hitparades.

Vanaf 1965 doceerde Górecki aan zijn eigen conservatorium, de Karol Szymanowski Muziekacademie in Katowice. In 1975 werd hij er rector magnificus en twee jaar later professor.

Mauricio Kagel
Mauricio Kagel
(1931-20087) was één van de meest creatieve en veelzijdige hedendaagse componisten en het is door die veelzijdigheid ook vrij moeilijk om zijn muziek onder één noemer te vatten. Kagel begon zijn carrière in de late jaren 1950 en de vroege jaren 1960 in het spoor van de postseriële avant-garde, maar ontwikkelde al gauw een aanpak waarbij hij niet enkel de grenzen tussen theater, muziek, luisterspelen en film aftastte (Kagel was ook een begenadigd cineast), maar het theatrale aspect ook echt in de muziek binnenbracht.

In de jaren 1960 maakte hij furore met wat sindsdien de musicologische vakterm ‘instrumentaal theater’ heeft meegekregen: composities die, hoewel ze voor een instrumentale bezetting zijn geschreven, wezenlijk enkel theatrale handelingen bevatten. Het bekendste voorbeeld daarvan is ‘Match’ (1964), waarin twee cellisten op zuiver muzikale wijze suggereren dat ze een tenniswedstrijd tegen elkaar houden, met een percussionist als scheidsrechter.
Hoewel die ‘instrumentaal theater’-fase maar enkele jaren duurt, blijft er onmiskenbaar een fundamenteel theatrale dimensie in alle composities van Kagel aan te wijzen. Bovenal is het basisprincipe dat muziek méér is dan een combinatie van klanken essentieel voor Kagels muziek. Dat uit zich dan ofwel in werken waarin theatrale elementen in de muziek binnensijpelen, ofwel in composities die via de muziek commentaar geven op andere zaken. Dat kan andere muziek zijn (bv de ‘Sankt-Bach-Passion’ (1985) of ‘Ludwig Van’ (1970)…) of maatschappelijke fenomenen – Kagel is steeds politiek (links) geëngageerd geweest. Hij maakte muziek die wil prikkelen en zelfs lichtjes provoceren. En daarvoor waren alle middelen – conventionele én onconventionele – toegelaten.

Kagel ontwikkelde ook nieuwe instrumenten en speeltechnieken en gebruikte niet-Europese muziek (Exotica) en eigenzinnigheden van muzikale taal in zijn composities. Kenmerkend was ook zijn humoristische benadering van kunst, zoals in de ‘Phantasie für Orgel mit obligati’ waarin een doorspoelend toilet deel uitmaakt van het instrumentarium.

Het bevreemdende van Kagels werk zit hem, afgezien van sommige vroege stukken, hoofdzakelijk in de manier waarop hij oudere muziek naar zijn hand zet, want muziek is telkens het onderwerp van zijn composities. Ze kunnen gewijd zijn aan componisten, van de veertiende-eeuwse meester Guillaume de Machaut tot Brahms en Stravinsky. Ze kunnen vreemde, exotische of oude (Renaissance-)instrumenten voorschrijven, of de instrumenten om zo te zeggen ‘mishandelen’: een piano wordt als slagwerk gebruikt. Elders krijgen onmuzikale voorwerpen (wandelstokken, boomtakken) de rol en status van instrument toebedeeld. Van de optredende musici worden geregeld vreemde dingen geëist: opzettelijk lelijk zingen, spelen achter een kamerscherm – er is zelfs een dirigent die volgens de partituur dood moet neervallen.

Kagel had een voorkeur voor zulke theatrale elementen: soms doen de decors mee, vaak de belichting en de geluidsband die, om een voorbeeld te noemen, de aanwezigheid van een hele veestapel op het podium compenseert, plus allerlei natuurverschijnselen die in in bv ‘Kantrimiusik’ (lees : ‘country music’) voorgeschreven zijn (zoals een wolk, een bergtop met sneeuw, een glooiende heuvel -en dat niet voor een avondvullende opera, maar voor een stuk kamermuziek van drie kwartier). Het lijdt geen twijfel dat Kagel de muzikale vormen en gebruiken graag vervormde en op hun kop zette.

Gya Kancheli
De Georgische componist Gya Kancheli (1935) is één van de leidende figuren binnen de wereld van de hedendaagse muziek. Hij verliet zijn vaderland in 1991, kwam via Berlijn in Antwerpen terecht en was er een tijdlang de huiscomponist van deFilharmonie, toen nog het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen. Vrijwel alle werken van deze componist zijn eendelig en duren circa 25 minuten en alle bewegen ze zich tussen de uiterste polen van een diepzinnige, melancholieke meditatie en heftig pulserende energie. Kancheli werkt blijkbaar graag net als Schnittke met grote stilistische tegenstellingen, maar hij gaat strenger en gerichter te werk waardoor zijn composities eerder wat weg hebben van de ritualistische wereld van Pärt.  

Kancheli’s werken zijn ingebed in de verbondenheid met de natuur en worden gevormd door een kleurrijke beeldspraak en sterke contrasten en climaxen. Kancheli haalt zijn inspiratie uit de Georgische folklore en vult dit aan met zijn persoonlijke, verfijnde gevoeligheid. Kancheli is vooral bekend als componist van symfonieën en andere werken voor groot orkest.

“Zolang er muziek klinkt, is er hoop”, zo luidt een veel geciteerde uitspraak van Giya Kancheli. De componist heeft zijn hele leven tegen een inhumane maatschappij en zijn eigen eenzaamheid gecomponeerd. Kancheli zoekt in zijn melancholieke en dikwijls religieus getinte muziek plaatsen van bezinning en stilte op.

Programma :

  • Mauricio Kagel, Pan
  • Henryk Górecki, Strijkkwartet nr.1
  • Giya Kancheli, Ninna Nanna
  • Erwin Schulhoff, 5 stukken voor strijkkwartet

Tijd en plaats van het gebeuren :

deFilharmonie : Kagel, Górecki, Kantsjeli, Schulhoff
Zondag 6 februari 2011 om 11.00 u
Onze-Lieve-Vrouwekapel Elzenveld

Lange Gasthuisstraat 45
2000 Antwerpen

Meer info : www.defilharmonie.be en www.elzenveld.be

Extra :
Mauricio Kagel : www.mauricio-kagel.com, www.edition-peters.de, brahms.ircam.fr, UbuWeb Film en youtube
Mauricio Kagel, een inleiding…, Godfried-Willem Raes op www.logosfoundation.org
There Will Always Be Questions Enough. Mauricio Kagel in conversation with Max Nyffeler op www.beckmesser.de, 23/03/2000
Lachen om de Dood‘, Jacques Kruithof, verschenen in Nieuw Wereld Tijdschrift, 1989, nummer 3, fragment opgenomen in programmaboekje deSingel, december 2000
Kagel – een schets van nabij, Luk Vaes, september 2007
Mauricio Kagel (1931-2008). Leukste componist van de twintigste eeuw op www.nrc.nl, 19/09/2008
Henryk Górecki op en.wikipedia.org, www.boosey.com en youtube
De post-modernen: Pärt, Górecki en Schnittke, Friska Frank op www.nopapers.nl
Giya Kancheli op www.schirmer.com en youtube
Provocateur van het falen : Over Giya Kancheli, Mischa Andriessen op www.rektoverso.be, 14/11/2005
Erwin Schulhoff op nl.wikipedia.org, www.schott-music.com en youtube

Elders op Oorgetuige :
In Memoriam Henryk Mikolaj Górecki (1933 – 2010), 12/11/2010
In memoriam Mauricio Kagel: 1931 – 2008, 23/09/2008

Beluister alvast Mauricio Kagels ‘Pan’ voor piccolo en strijkkwartet

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=SyBQG9ONE24]

en deel 1 uit Górecki String Quartet Nr 1, ‘Already it is Dusk’, op. 62

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=61B7bclPFFE]

Chiaroscuro : dubbelconcert rond ‘kleur’ in oude en nieuwe muziek

Salvatore Sciarrino Het HERMESensemble en Capilla Flamenca slaan de handen in elkaar voor een fascinerend dubbelconcert waarbij wordt gespeeld met de plaatsing van oude en nieuwe muziek in de ruimte. Een dergelijke zoektocht naar de fysieke beleving van kunst intrigeert musici al eeuwenlang: de vernieuwer Adriaan Willaert, als Vlaming werkzaam in de San Marcobasiliek in Venetië, experimenteerde al in de vroege 16de eeuw met spatiale opstellingen en de evolutie van polyfone klankkleuren in de materiële wereld. De hedendaagse Italiaanse toonschilder Salvatore Sciarrino (foto) benadert zijn composities dan weer als levende wezens: tijdelijke, fysieke manifestaties die drijven op ademhaling, hartslag en emotionaliteit. Sciarrino stelt zich nadrukkelijk op als een muzikale graficus en schilder, getuige bijvoorbeeld zijn Ommagio a Burri, gewijd aan de abstracte kunstenaar Alberto Burri. Tijdens dit dubbelconcert wordt muziek bewust in de ruimte geplaatst, met een zinnenprikkelende totaalervaring als resultaat.

Gedurende meer dan twee millennia is het Hooglied een inspiratiebron geweest voor geleerden, gelovigen, kunstenaars en musici. Vanuit enkele gregoriaanse melodieën rond het Hooglied, laat dit programma enkele schitterende werken in hun 15de en 16de eeuwse polyfone gedaanten horen: Van John Dunstable over Guillaume Dufay tot Josquin Desprez, Orlandus Lassus, Nicolas Gombert. Deze polyfone liederen worden aangevuld door werk van Salvatore Sciarrino, gebracht door het HERMESensemble.

Chiaroscuro is een programma over ‘kleur’ in oude en nieuwe muziek. Vanuit principes als adem, hartslag (ritmiek) en licht (timbre) verkennen Capilla Flamenca en het HERMESensemble de relatie tussen vocale renaissancepolyfonie en hedendaagse instrumentale expressie. Vocale miniaturen van componisten als Isaac, Dunstable en Willaert treden in dialoog met het kleurrijke instrumentale werk van Salvatore Sciarrino. Sciarrino is Italië’s meest vooraanstaande hedendaagse componist, geobsedeerd door de begrenzingen van klank. Hij creëert stukken in een geheimzinnig universum waarin muziek, stilte en lawaai elkaar ontmoeten. Hij schreef werken die instrumentale ensembles tot een volière omtoveren: fluiten en violen klinken als nachtegalen en zwanen, pianowerken zo stil dat ze verdrinken bij het minste voetgeschuifel van het publiek. Zijn muziek is avantgardistisch, gevoed door een diep respect voor het verleden en de evolutie in de muziek. Zijn idioom zijn vervreemde klanken, fluisterklanken die vervormen in de ruimte en afstand.

Salvatore Sciarrino over Ommagio a Burri : “De hedendaagse muziek slaagt er nauwelijks in het grote publiek te bekoren. Dat wil niet zeggen dat het publiek de muziek niet begrijpt. Integendeel, het merkt al snel wat nieuw is aan de muziek, en precies daarom wijst het de muziek af.
De verdienste van de hedendaagse muziek is net dat ze in staat is om het gedachtegoed en de klanken van onze eeuw te benaderen. Maar hedendaagse muziek volgen, vergt een inspanning van de geest. Muziek als puur tijdverdrijf beschouwen, volstaat niet om het verhaal ervan te vatten. Maar als we leren ons te concentreren op de klankveranderingen en de figuren, geeft de muziek ons haar geheimen prijs. En zo veel inspanning vergt dat overigens niet: niet meer of minder dan een ogenblik. Eén ogenblik om de geest leeg te maken en met muziek te vullen. Net zoals je de korte boodschap van een wolk probeert te vatten.” (*)

Tijd en plaats van het gebeuren :

Capilla Flamenca & HERMESensemble : Chiaroscuro
Zaterdag 5 februari 2011 om 20.00 u
Concertgebouw Brugge

’t Zand 34
8000 Brugge

Meer info : www.concertgebouw.be, www.hermesensemble.be en www.capilla.be
—————————–
Zondag 6 februari 2011 om 15.00 u
AMUZ

Kammenstraat 81
2000 Antwerpen

Meer info : www.amuz.be, www.hermesensemble.be en www.capilla.be

Extra :
Salvatore Sciarrino op brahms.ircam.fr, www.arsmusica.be (*) en youtube
Sciarrino in De Nacht: Nieuwe muziek, Concertzender, 17 april 2007

Elders op Oorgetuige :
De schaduwklanken van Salvatore Sciarrino, 15/02/2008

Beluister alvast Salvatore Sciarrino’s “Tre Notturni Brillanti” (1974-75), uitgevoerd door altviolist Garth Knox

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=2W08KeQAwYE&w=480&h=385]

Mark-Anthony Turnages eerste compositie voor strijkkwartet in deSingel

Mark-Anthony Turnage Het Belcea Quartet, in 1994 opgericht aan de Royal College of Music in Londen, staat nu al bijna tien jaar aan de absolute top. Hun individuele timbres mengen mooi en laten een rijk gedifferentieerd kleurenpalet toe. Ze hechten veel belang aan verfijnde articulatie zonder de grote bogen uit het oog te verliezen. Wisselingen van tempo, gevoel, dynamiek en timbre gebeuren steeds met een adembenemende precisie en complete eensgezindheid. Ook veranderingen van stijl vormen absoluut geen probleem. Zo wisselen tijdens dit concert de vroege en de late Beethoven moeiteloos af met een gloednieuwe Turnage. De Brit Mark-Anthony Turnage (foto) staat bekend om zijn jazzy stuwende ritmes en ‘spicy’ harmonieën. Het Belcea Quartet speelt de wereldcreatie van zijn kersverse kwartet ‘Twisted Blues with Twisted Ballad‘. Het wordt Turnages eerste compositie voor strijkkwartet, zijn vroeger werk voor strijkkwartet en scheidsrechterfluitjes buiten beschouwing gelaten …

De Britse componist Mark-Anthony Turnage (1960) heeft zijn reputatie gevestigd met een spraakmakende mix van hedendaags-klassiek en jazzelementen, wat onder meer het pakkende Blood on the floor heeft opgeleverd. Daarnaast getuigen zijn opera’s ‘Greek’ en ‘The silver tassie’ van een echte theatrale feeling.

Wie bij moderne Britse muziek nog steeds denkt aan het bedrieglijke pastoralisme van Britten of het onorthodoxe constructivisme van Tippett, moet dringend bijscholen. Hun modernistische klanken werden in de jaren 1970 en ’80 gecounterd door de hypercompacte en ingenieuze muziek van componisten als Brian Ferneyhough en Michael Finnissy. Toch was de zogenaamd ‘nieuw-complexe’ muziek van deze heren geen lang leven beschoren.

Aan het eind van de vonge eeuw stond met componisten als Thomas Adès, George Benjamin en Mark-Anthony Turnage in Groot-Brittannië een nieuwe generatie op, die het postmodernistische pleidooi voor een interculturele en -historische diabog nieuw leven inbliezen. De eigentijdse muziekstijl van Tumage – recent aangesteld als ‘composer in residence’ van het Chicago Symphony Orchestra – omvat dan ook niet toevallig een heel gamma aan muzikale invloeden en stilistische referenties. Daarbij gaat hij de confrontatie met pop, rock en jazz niet uit de weg. Al sinds zijn eerste composities – daterend uit de jaren 1980, het hoogtepunt van de ‘New Complexity’-beweging – incorporeerde Turnage elementen uit populaire en gevestigde musicalia en ontwikkelde hij een schriftuur die het midden houdt tussen de experimentele klanken van jazz- en rockgrootheden als Miles Davis of Prince en de neoklassieke flair van componisten als Britten, Stravinsky, Henze en Knussen. Wanneer sprake van Turnage denken we dan ook onmiddellijk aan energieke soundscapes, ritmische adrenalinestoten, wild uithalende melodieën en smerige saxklanken, zoals bijvoorbeeld in het wereldwijd bejubelde ‘Blood on the floor’, Turnages compositie voor jazz-trio en groot ensemble. Dat Turnage bovendien een begenadigd orkestrator is, met een voorliefde voor langademige muzikale structuren à la Bruckner, bewees de componist met de orkestwerken die hij schreef voor het City of Birmingham Symphony Orchestra, waarvan hij begin jaren 1990 ‘composer in association’ was. Inmiddels is Turnage – met twee opera’s, een twintigtal orkestwerken en een massa kamer- en ensemblemuziek op zijn palmares – uitgegroeid tot een van de meest opmerkelijke Britse componisten van het moment.

Programma :

  • Ludwig van Beethoven, Strijkkwartet Nr 1 in F, Opus 18 Nr 1
  • Ludwig van Beethoven, Strijkkwartet Nr 16 in F, Opus 135
  • Mark-Anthony Turnage , Twisted Blues with Twisted Ballad (Belgische creatie)

Tijd en plaats van het gebeuren :

Belcea Quartet : Beethoven, Turnage
Vrijdag 4 februari 2011 om 20.00 u
(inleiding door Yves Knockaert om 19.15 u )
deSingel – Blauwe zaal
Desguinlei 25
2018 Antwerpen

Meer info : www.desingel.be en www.belceaquartet.com

Extra :
Mark-Anthony Turnage : www.boosey.com, www.schott-music.com en youtube
Mark-Anthony Turnage (1960 – ) : Markante jazzinvloeden, Jan de Kruijff op www.musicalifeiten.nl

Een nieuw geluid, een nieuwe kijk : muziek & films met het NOB in Bozar

Dirk Brossé Op donderdag 3 februari krijgen films die decennia lang zwegen, een stem van componisten als Dirk Brossé (foto), Alain Craens, Pierre Bartholomée en Arnould Massart. Daarmee vertellen ze een eigentijds verhaal. Onder leiding van Dirk Brossé worden de nieuwe klanken door het Nationaal Orkest van België simultaan met de beelden uitgevoerd.

Bijzondere films die decennia lang zwegen kregen van componisten Dirk Brossé, Alain Craens, Pierre Bartholomée en Arnould Massart een hedendaagse soundtrack waarmee ze een eigentijds verhaal kunnen vertellen. Zo kreeg onder meer La maison du Fantoche, het laatste werk van de Franse uitvinder van de tekenfilm Emile Cohl, een nieuw geluid, net als de abstracte film Diagonale Symphonien van Viking Eggeling. In Amore pedestre van Marcel Fabre uit 1914 komen alleen de voeten en schoenen van de acteurs in beeld. Dirk Brossé voorzag dit frivole voetenspel van de juiste muziek. Of ze nu historisch belangrijk, informatief of gewoon grappig zijn, al deze korte films prikkelden de verbeelding van vier Belgische componisten op een buitengewone manier. Dankzij de medewerking van Bozar Music en het Cinematek, en onder leiding van filmmuziekspecialist Dirk Brossé, kan het NOB de nieuwe partituren die deze films nu vergezellen nu ook simultaan met de beelden uitvoeren.

De muziek van Alain Craens (1957) laat zich niet in een hokje duwen: soms is zij tonaal, soms eerder atonaal of vrij tonaal. Vaak vertoont ze kenmerken van het impressionisme, de minimal music of de jazz. Bovenal echter wil ze toegankelijk zijn. Na het complexe modernisme, waarin het experiment centraal stond, is het volgens Craens tijd om terug een normale relatie met het publiek op te bouwen. Muziek mag opnieuw “gewoon mooi” zijn, zonder vernieuwende bijbedoelingen. Hij keert daardoor terug naar de traditionele drieklank, die echter niet functioneel of tonaal wordt gehanteerd. Men heeft soms de indruk dat er bepaalde tonaliteiten of tooncentra worden gesuggereerd, wat niet in Craens’ bedoeling ligt: hij werkt met toevallige, consonante ontmoetingen tussen klanken en wil toewerken naar steunpunten. Op die manier wil hij een brug slaan tussen zijn eigen individuele expressie en het publiek.

Pierre Bartholomée werd geboren in Brussel in 1937. Op zijn zesde begon hij pianoles te volgen. Na zijn studies piano aan het Conservatoire Royal de Bruxelles bij André Dumortier behaalde hij in Italië een meestergraad bij Wilhelm Kempff.
Samen met Henri Pousseur stichtte hij het ensemble Musiques Nouvelles en het Centre de Recherche et de Création musicales de Wallonie. Zijn carrière als pianist en deze als dirigent bij dit ensemble, waarmee hij de belangrijkste steden en festivals aandeed (Avignon, Parijs, Amsterdam, Warschau, Madrid, Belgrado, Zagreb), combineert hij met de functie van producer op de muziekdienst van de RTBF. Daarnaast is hij dertig jaar lang actief als orkestdirigent, waarvan tweeëntwintig seizoenen bij het Orchestre Philharmonique de Liège.
Pierre Bartholomée wordt zowat overal in Europa, in de VS en in Japan uitgenodigd als vertolker van een breed repertoire (van Purcell tot Boulez, van Bach tot Messiaen, van Haydn tot Pousseur – via Mozart, Beethoven, Schumann, Brahms, Liszt, Wagner, Mahler, Stravinsky, Bartók, Varèse, Schönberg, Webern, Stockhausen, Berio, Xenakis, Boesmans, Rihm…), en dit in samenwerking met internationale solisten. Bij deze programma’s, evenals in het groot aantal radio- en cd-opnames dat hij heeft gerealiseerd, legt Pierre Bartholomée steeds de nadruk op de creatie.

Naast al deze activiteiten zetelt Pierre Bartholomée geregeld in de jury van internationale wedstrijden voor muziekinterpretatie en compositie. Zo was hij de voorzitter van het internationaal concours voor orkestdirectie Antonio Pedrotti en maakte hij deel uit van de jury van de Koningin Elisabeth Wedstrijd, van het Gaudeamus Concours en van de compositiewedstrijd van het festival van Besançon. Hij is corresponderend lid van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van België. Koning Albert II kende hem de titel van Ridder toe.

Dirk Brossé (1960) is één van Europa’s meest veelzijdige componisten en is een gerespecteerd dirigent op de internationale muziekscène. Sedert 1999 is hij muziekdirecteur van het Tokyo International Music Festival en muziekdirecteur bij het prestigieuze Internationaal Filmfestival van Vlaanderen. Dirk Brossé dirigeerde de belangrijkste Belgische orkesten, waaronder het Vlaams Radio Orkest, de Filharmonie en het Nationaal Orkest van België. Hij is als gastdirigent door talrijke grote orkesten gevraagd en heeft in de bekendste zalen over de hele wereld gestaan. Dirk Brossé kreeg de titel “Cultureel Ambassadeur van Vlaanderen”.

Dirk Brossé is een veelzijdig en succesvol componist. Hij schreef liederen, kamermuziek, symfonische werken, een oratorium, theatermuziek en filmmuziek. Zijn muziek wordt wereldwijd uitgevoerd en werd reeds in meer dan 40 landen opgenomen. “Universaliteit” lijkt een sleutelwoord te zijn dat het gehele werk van Brossé karakteriseert, en dit op verschillende niveaus. In de eerste plaats wil de componist met zijn œuvre een “universeel” publiek bereiken. In functie daarvan wordt bewust geopteerd voor een directe taal die onmiddellijk aanspreekt en ook voor de muzikale “leek” toegankelijk is. Daarbij is Brossé niet bevreesd om naast de technieken van de “klassieke”, tonale traditie regelmatig uitstapjes te maken in het domein van de wereldmuziek en de populaire genres. Bij zijn composities maakt hij ook graag gebruik van een onderliggend programma, dat de muziek met buitenmuzikale elementen verbindt en een heldere verhaallijn garandeert.

Hetzelfde streven naar alomvattendheid uit zich ten tweede in de domeinen waarin Brossé werkzaam is. De symfonische muziek wordt vertegenwoordigd door symfonieën als Artesia (1995) en The Birth of Music (1997), naast concerto’s voor onder meer viool en klarinet en enkele symfonische ouvertures. Daarnaast is Brossé ook erg actief op het terrein van de filmmuziek en schreef hij muziek voor films van Jean-Pierre De Decker, Roland Verhavert en Stijn Coninx. Enkele inspiratiebronnen op dit gebied zijn de Hollywood-componisten Erich Wolfgang Korngold en Franz Waxman. Brossé stelt zich daarbij steeds als doel om volwaardige muziek te schrijven, die meer is dan een klankomlijsting van bewegende beelden. De dramatiek moet een intrinsiek bestanddeel van de compositie zelf vormen en mag geen louter afgeleide van het scenario zijn. Deze kwaliteiten worden eveneens nagestreefd in musicals als Sacco & Vanzetti (1996), Kuifje – de Zonnetempel (2001) en Daens (2007), een derde domein waarin Brossé zich engageert.

Programma :

  • Alain Craens, Filmmuziek van “Maison du fantoche” en “Un monsieur qui a du souffle”
  • Pierre Bartholomée, Filmmuziek van “Breakers”
  • Dirk Brossé, Filmmuziek van “Amore pedestre”, “The motorist” en “La vie aquatique”
  • Arnould Massart, Filmmuziek van “Diagonale Symphonien” (Viking Eggeling) en “And now Felix prepares for a picnic”

Tijd en plaats van het gebeuren :

Nationaal Orkest van België : Muziek & films
Donderdag 3 februari 2011 om 20.00 u
Bozar
– Henry Le Boeufzaal
Ravensteinstraat 23
1000 Brussel

Meer info : www.bozar.be, www.cinematek.be en www.nob-onb.be

Extra :
Alain Craens : www.alaincraens.com, www.cebedem.be en www.matrix-new-music.be
Pierre Bartholomée : www.pierrebartholomee.com, www.cebedem.be en youtube
Dirk Brossé : www.dirkbrosse.be, www.matrix-new-music.be en youtube
Arnould Massart op www.jazzenligne.com
Arnould Massart : L’instinct des sons, Entretien Isabelle Françaix op www.musiquesnouvelles.com

Elders op Oorgetuige :
Orchestre philharmonique de Liège Wallonie Bruxelles viert 50ste verjaardag, 2/12/2010
Hommage aan Pierre Bartholomée, 5/03/2008
Requiem van Pierre Bartholomée gaat deze week in première, 5/11/2007
Ensemble Musiques Nouvelles : Bartholomée, Gobert, Eggert, Viñao, 12/03/2007

Jan Sciffer & Hans Ryckelynck spelen sonates van Brahms en Celis in Dendermonde

Frits Celis Jan Sciffer, bekend als cellist van het Spiegelstrijkkwartet, en pianist Hans Ryckelynck spelen in het Dendermondse cultuurcentum Belgica sonates van Brahms en Frits Celis (foto). Celis, één van de toonaangevende figuren van het Vlaamse muziekleven, dirigent en componist, staat bekend om zijn schilderende en beeldende muziek. Zijn cellosonate uit 1962 is het laatste werk uit zijn tonale periode en heeft een bijzonder zangerig karakter. De compositie bestaat uit een prachtige langzame beweging en spannende dynamische hoekdelen, geschreven in een taal met veel harmonische en melodische rijkdom. Een waardige ‘match’ voor de eerste sonate van Brahms, wiens kamermuziek oeuvre behoort tot de onbetwiste hoogtepunten van de romantiek.

Frits Celis (Antwerpen, 1929) is studeerde aan de Koninklijke Muziekconservatoria in Antwerpen en Brussel, de Universität für Musik und Darstellende Kunst “Mozarteum” Salzburg te Salzburg en de Hochschule für Musik in Keulen.
Celis begon als harpist, en werd daarna dirigent en muziekdirecteur aan de Koninklijke Muntschouwburg, de Koninklijke Vlaamse Opera en de Opera voor Vlaanderen. Hij was gastdirigent in Nederland, Frankrijk, Spanje, Duitsland en de Verenigde Staten.
Later legde hij zich hoofdzakelijk op compositie toe. Zijn stijl evolueerde via expressionisme en serialisme naar een vrij-atonale schriftuur met onmiskenbare voorkeur voor het lyrische aspect van de muziektaal.

Zijn eerste werken, ontstaan tussen 1949 en 1963, zijn nog uitgesproken tonaal en worden gekenmerkt door een eerder romantisch idioom. Na en periode van creatieve inactiviteit – te wijten aan tijdrovende opdrachten als dirigent – ontstond in 1966 de Elegie op. 7 voor symfonisch orkest. Het werd de eerste van een reeks atonale werken met uitgesproken expressionistische kenmerken.

In 1974 luidde de compositie voor kamerorkest Variazioni op.11 een nieuwe stijlperiode in die sterk aanleunt bij de principes van het serialisme. Deze schrijfwijze bleek uiteindelijk niet te beantwoorden aan Celis’ artistieke geaardheid: in toenemende mate kwam het seriële scheppingsprocédé hem, omwille van de grote cerebrale beheersing die dergelijke manier van componeren behoeft, als creatief remmend over, zodat hij na enkele pogingen terugkeerde naar de vrije atonaliteit. Frits Celis laat zijn melodische vinding immers liever over aan zijn intuïtie, om ze daarna pas vanuit zijn vakkennis te censureren en in te passen in een coherent geheel.

Frits Celis componeert niet alleen voor zichzelf, maar wil vooral een gemotiveerd en gevormd publiek bereiken: “het doel is beluisterd worden”. Hij is van mening dat niet alleen de toehoorder maar ook de hedendaagse componist zelf een zekere schuld treft voor het ontstaan van de beruchte kloof tussen hen beiden: hedendaagse muziek die vooral cerebraal is geconcipieerd, wordt immers vaak als wanklinkend en chaotisch ervaren, zelfs door de ernstige muziekliefhebber. Vanuit dit perspectief hanteert Frits Celis een toegankelijk lyrisme, en schuwt hij allerminst de consonant als expressief medium binnen zijn atonale klankwereld. Zijn artistieke integriteit valt echter nooit ten prooi aan enige vorm van commercialiteit. Daarnaast mijdt hij ook het experiment of het effect als uitgangspunt, omdat de oprechte en welwillende luisteraar daar volgens hem zelden een beklijvende boodschap aan heeft.

Tijd en plaats van het gebeuren :

Jan Sciffer & Hans Ryckelynck : Brahms, Frits Celis
Zondag 30 januari 2011 om 11.00 u
CC Belgica – Huis van Winckel
Kerkstraat 24
9200 Dendermonde

Meer info : www.ccbelgica.be

Extra :
Frits Celis op www.muziekcentrum.be, www.cebedem.be en www.matrix-new-music.be

Elders op Oorgetuige :
Jan Sciffer & Hans Ryckelynck brengen werk van Frits Celis en Louis Vierne in Leut, 15/11/2010
Guido De Neve & Jan Michiels zetten Frits Celis in de kijker, 7/02/2010

Contemplatief kamerconcert als eerbetoon aan de Poolse componist Henryk Gorecki

Henryk Gorecki In het kader van de eerste Brusselse editie van La Semaine du Son brengen Jean-Paul Dessy en het Ensemble Musiques Nouvelles in Flagey een contemplatief kamerconcert dat schommelt tussen innerlijke stilte en jubelend geluid… ‘Au son de soi / Naar het geluid van zichzelf’ is een eerbetoon aan de Poolse componist Henryk Gorecki (foto) die op 12 november 2010 overleed en wiens introspectief werk uitnodigt tot een spirituele en emotionele reis. Van dezelfde doordringende sfeer zijn ook diens werk Lerchen Musik en Caris Mere van Giya Kancheli en Amos van Jean-Paul Dessy doordrongen.

De op 12 november 2010 overleden Poolse componist Henryk Mikolaj Górecki wordt beschouwd als een muzikale solitaire zonderling, die met zijn nadrukkelijk eenvoudige muziektaal en zijn religieuze composities een groot publiek gevonden heeft. Górecki begon eerst met dodecafonische werken,maar ging al spoedig over tot het reekstechnisch organiseren van ook andere parameters, zoals ritmiek en dynamiek. Omstreeks 1965 stopte hij met het seriële componeren en begon hij het muzikale materiaal tot zo weinig mogelijk elementen te beperken.

Lerchenmusik‘ bestaat uit drie delen en is gecomponeerd in 1984/1985 voor het Warsaw Autumn Festival. Het werk begint loodzwaar als graniet: de cello en de piano beperken zich tot een handvol noten, alsof de muziek weigert te evolueren. In de tweede beweging verwerkt Gorècki onverbloemde volksmuziek. De derde beweging doet bijzonder Messiaens aan met de cello die het vogellied compromisloos verklankt. In Lerchenmusik laat Gorècki zijn revolutionaire vorm samensmelten met de aloude kracht van de natuur.

Georgiër Giya Kancheli (1935) verliet zijn vaderland in 1991 Georgië, kwam via Berlijn in Antwerpen terecht en was er een tijdlang de huiscomponist van deFilharmonie, toen nog het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen. Vrijwel alle werken van deze componist zijn eendelig en duren circa 25 minuten en alle bewegen ze zich tussen de uiterste polen van een diepzinnige, melancholieke meditatie en heftig pulserende energie. Kancheli werkt blijkbaar graag net als Schnittke met grote stilistische tegenstellingen, maar hij gaat strenger en gerichter te werk waardoor zijn composities eerder wat weg hebben van de ritualistische wereld van Pärt.  

Jean-Paul Dessy (1963) is in eerste instantie vooral bekend als cellist. Hij combineerde zijn muziekstudies aan de conservatoria van Luik en Brussel met Romaanse Filologie. Hij was de oprichter van het strijkkwartet Quatuor Quadro, dat in de periode 1988-’94 heel wat creaties bracht, onder meer Walter van Hus. Later begon Dessy zich ook als componist te profileren. Dessy zocht naar samenwerkingsmogelijkheden met andere podiumkunsten en hij heeft ook een uitgesproken voorkeur voor de combinatie van live-instrumenten met elektronische muziek. Daarvoor werkt hij samen met specialisten uit de elektronische muziekwereld, zoals Scanner, Christian Fennesz en DJ Olive. Momenteel is Dessy dirigent van o.a. het ensemble Musique Nouvelles en het Orchestre de Chambre de Wallonie, waarmee hij het integrale oeuvre voor strijkorkest van Giacinto Scelsi op cd zette.

Programma :

  • Henryk Gorecki, Lerchen Musik voor cello, clarinet en piano (1984-’85) 
  • Giya Kancheli, Caris Mere voor altviool en sopraan (1994)
  • Jean-Paul Dessy, Amos voor cello solo

Tijd en plaats van het gebeuren :

Ensemble Musiques Nouvelles : Au son de soi
Zaterdag 29 januari 2011 om 20.15 u
Flagey
– Studio 1
H.-Kruisplein
1050 Elsene (Brussel)

Meer info : www.flagey.be en www.musiquesnouvelles.com

Extra :
Henryk Górecki op en.wikipedia.org, www.boosey.com en youtube
De post-modernen: Pärt, Górecki en Schnittke, Friska Frank op www.nopapers.nl
Composer Henryk-Mikolaj Górecki. A conversation with Bruce Duffie, Bruce Duffie op www.bruceduffie.com, 1994
Giya Kancheli op www.schirmer.com, nl.wikipedia.org en youtube
Jean-Paul Dessy op www.compositeurs.be

Elders op Oorgetuige :
Eerste editie van de Week van de Klank in Brussel, 15/01/2011
In Memoriam Henryk Mikolaj Górecki (1933 – 2010), 12/11/2010

Beluister alvast Giya Kancheli’s Caris Mere

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=mFOxnOBWq4U&w=480&h=385]