
De Amerikaanse celliste en componiste
Frances-Marie Uitti kwam begin jaren zeventig naar Europa en woont al vijfentwintig jaar in Amsterdam. Om de harmonische mogelijkheden van de cello te vergroten, experimenteerde Uitti met het spelen met twee strijkstokken tegelijk in één hand. Zij heeft deze unieke en revolutionaire speelwijze zo verfijnd, dat ze veel hedendaagse componisten heeft uitgedaagd om voor haar te schrijven. Dat leidde tot nieuwe composities van o.a. György Kurtág, Luigi Nono, Giacinto Scelsi, Louis Andriessen, Jonathan Harvey, Richard Barrett en Sylvano Bussoti, die met deze techniek in hun compositieproces rekening hielden en de werken speciaal aan Uitti opdroegen. Uitti werkte ook nauw samen met vooraanstaande componisten als John Cage, Iannis Xenakis, Elliott Carter en Brian Ferneyhough.
Enerzijds vervlochten met de wereld van de hedendaagse muziek, anderzijds actief in de wereld van de vrije improvisatie en freejazz, ontwikkelde Uitti – geheel in de lijn van de Amerikaanse avant-garde – een uiterst persoonlijke, op de improvisatie gebaseerde manier van spelen, die je zou kunnen omschrijven als een vorm van anti-acrobatiek: virtuoos op een manier die tegen alle conventies ingaat. Tijdens dit concert confronteert ze 20ste-eeuwse muziek voor cello solo en een eigen werk met de tijdloze suites van J.S. Bach.
Frances-Marie Uitti concerteerde de voorbije decennia als soliste over de hele wereld en op prestigieuze festivals als de Biennale Di Venezia, Strasbourg Festival, Gulbenkian Festival Ars Musica en Holland Festival, en gaf als pedagoge en gastprofessor lezingen en masterclasses aan alle belangrijke Europese conservatoria en aan de muziekafdelingen van diverse Amerikaanse universiteiten: California San Diego, Berkeley, Stanford, Yale en Harvard. Ook gaf ze masterclasses aan de The Juilliard School of Music, met Anner Bijlsma en Ralph Kirschbaum op het Internationale Cello Festival in Aarhus en was ze gastprofessor in 2002-2003 aan het Oberlin Conservatorium, waar ze het klassieke cellorepertoire en kamermuziek doceerde.
Giacinto Scelsi (1905-1988) noemde zichzelf geen componist, maar een boodschapper. Zijn muziek is naar eigen zeggen eenvoudig, want anders zou ze volgens hem geen muziek zijn. De spirituele bronnen waarop Scelsi zich beroept zijn de geschriften van Gurdjieff, Blavatsky, Sri Aurobindo, Steiner en de invloeden die hij opdeed tijdens zijn reizen door India en Nepal. Zijn sonore zoektocht bracht hem van seriële invloeden naar een eigen microtonaal stelsel waarin het systematisch-intuïtief onderzoek van de toon centraal staat.
Een groot deel van het oeuvre van Scelsi was bestemd voor strijkers, ofwel solo, ofwel in combinaties. Scelsi’s interesse voor strijkers begon in het midden van de jaren ’50, toen hij de piano, tot dan toe zijn geliefde instrument om zich uit te drukken, vaker links liet liggen omdat deze niet kon voldoen aan het kwarttoonssysteem. Vanaf dan werden Scelsi’s intiemste stukken geschreven voor strijkers en namen deze een centrale plaats in in zijn oeuvre.
‘Ygghur‘ is het laatste deel van Scelsi’s indrukwekkende ‘Trilogia’ voor cellosolo. De drie delen ‘Triphon’ uit 1956, ‘Dithome’ uit 1957 en ‘Ygghur’, voltooid in 1961 maar pas in 1965 finaal uitgeschreven, kregen als ondertitel ‘The Three Ages of Man’ mee. ‘Ygghur’, wat sanskriet is voor katharsis, kreeg net als de andere delen nog extra benamingen mee voor de subsecties, in dit geval Ouderdom, Herinneringen en Katharsis. Ook deze compositie concentreert zich op één toon en schaaft en schuurt die tot de ware aard ervan naar boven komt. Om dit te bereiken gebruikte Scelsi vibrato’s, trillers, glissandi en microglissandi – voornamelijk in het laatste deel – dynamische verschillen en scordatura, waarbij de cello anders wordt gestemd. Dit is geen muziek die zich bezighoudt met spanning-ontspanning of met tonaal-atonale gegevens. Het spel met de tijd wordt hier een duizelingwekkende rit naar de diepten van de klank, naar wat Scelsi het bolkarakter ervan noemt of ‘la réelle dimension sphérique du son’.
‘Trilogia’ neemt een ietwat aparte plaats in in het oeuvre van Scelsi. Tot op zekere hoogte is het een persoonlijke getuigenis, met een duidelijk programma. Het leven zelf dat doorheen diverse stadia van inwijding vibrerende muziek wordt. Dat vertaalt zich in drie delen met als centrale thema’s jeugd, volwassenheid en ouderdom. Het gebruik van harmonisch materiaal is vrij beperkt. Niettegenstaande het grootste deel van het werk gebouwd is rondom twee nauwe intervallen, weet Scelsi toch een breed draagvlak van aanslagen en dynamische varianten te specificeren, waarbij hij microtonale spectra creëert waarbinnen een perfecte balans tussen intense activiteit en functionele stilte wordt bereikt.
Autodidact Salvatore Sciarrino is sedert de jaren zeventig prominent aanwezig op de podia waar hedendaagse westerse muziek aan bod komt. Zijn klankidioom heeft samen met dat van Luigi Nono een grote impact gehad op een hele generatie componisten. Het spel met stilte en niet-stilte, met omgevingsgeluid, met biologische structuren en extended techniques heeft Sciarrino op een ander niveau gebracht. Telkens is zijn muziek letterlijk een belevenis. Het is een delicaat evenwicht binnen een tijdsruimte dat veel vraagt van zowel musici als toehoorders. Zelf zegt hij : “Mijn muziek vraagt buitengewone uitvoerders. Niet alleen virtuozen, maar musici die kunnen tranformeren. Om de essentie van onze alledaagse bezigheden te herontdekken moeten we het wonder kunnen doorbreken: het wonder van een utopia dat zichzelf openbaart (…). We willen dat de muziek spreekt met de poëtische betovering van een Orpheus waardoor zelfs de stenen ontroerd raken. Waar is muziek anders voor? “
Ondanks zijn geboortejaar 1947, kan je Sciarrino toch nog tot de Italiaanse avant-garde rekenen: hij is erop uit om de klankentaal te vernieuwen met onconventionele geluiden, hij situeert zich als een modern artiest op zoek naar het nieuwe en hij vindt aansluiting bij een landgenoot, die een echte voorvechter was voor authentieke en bezielde nieuwe muziek, Luigi Nono.
Sciarrino vertoonde op zeer jonge leeftijd een bijzondere gave voor de plastische kunsten. Vanaf zijn vier jaar schilderde hij en op tien jaar was hij al informeel abstract. Hij dacht er dan ook oorspronkelijk aan om zich in de richting van de plastische kunsten te ontwikkelen, maar vanaf 1959 voelde hij zich zodanig aangetrokken door de muziek, dat hij begon te experimenteren met compositie. Drie jaar later werd zijn eerste werk uitgevoerd voor publiek tijdens de Nieuwe Muziek Week te Palermo. Van zijn talent voor visuele kunsten blijft de interesse voor opera en muziektheater over. Nog duidelijker visueel zijn de talloze schema’s, schetsen en roosters, die Sciarrino voor grote composities maakt: deze worden zelfs als plastisch werk tentoongesteld. Als componist is Sciarrino zijn eigen weg gegaan. Hij heeft zich laten begeleiden door figuren zoals Franco Evangelisti, zonder dat je echt van een leraarschap kan spreken. Hij heeft zich teruggetrokken in Umbrië, in Città di Castello, ver van de grootstad. De grootste invloed heeft hij ondergaan van Luigi Nono, zowel in de zin van het streven naar vernieuwing als een obsessie, als in de zin van de economisering en uitpuring van de klank, die tegenover de zeer belangrijke stiltes geplaatst wordt. Verschillend van Nono is Sciarrino’s dialoog met alle mogelijke muziek uit het verleden en uit andere genres: hij demonstreert een brede encyclopedische muzikale kennis in bewerkingen en verwerkingen van muziek van de zestiende eeuw over Bach tot Amerikaanse volksliedjes.
Programma :
- J.S. Bach, Cellosuites BWV 1008 & 1009
- M. Feldman, Projection 1 (1950)
- G. Scelsi, Ave Maria (1970), Ygghur (1961/65)
- S. Sciarrino, Due Studi (1974)
- F.M. Uitti, Rap’t
Tijd en plaats van het gebeuren :
Cellorecital Frances-Marie Uitti
Vrijdag 24 juni 2011 om 20.15 u
Sint-Remigiuskerk Vucht
Dorpsstraat
3630 Vucht-Maasmechelen
Meer info : www.ccmaasmechelen.be en www.uitti.org
Extra :
Frances-Marie Uitti op youtube
Morton Feldman op www.champdaction.be, wikipedia (en) en youtube
Morton Feldman: Fijnzinnig klankschilder, Jan de Kruijff op www.musicalifeiten.nl
American Sublime. Morton Feldman’s mysterious musical landscapes, Alex Ross in The New Yorker, 19/06/2006
Giacinto Scelsi: www.scelsi.it en youtube
Giacinto Scelsi 1905-1988, Trilogia 1956-1965 op www.arnedeforce.be
Giacinto Scelsi , The Messenger by Alex Ross, The New Yorker , Nov. 21, 2005
Modern music: Scelsi, Todd M. McComb, 27/01/2000 op www.medieval.org
Recencie : Giacinto Scelsi: Ohoi, Ave Maria, Anâgâmin, Ygghur, Natura renovatur, Alleluja, Emanuel Overbeeke op www.klassiekezaken.nl
Salvatore Sciarrino op brahms.ircam.fr, www.arsmusica.be en youtube
Sciarrino in De Nacht: Nieuwe muziek, Concertzender, 17 april 2007
Elders op Oorgetuige :
De schaduwklanken van Salvatore Sciarrino, 15/02/2008
De kunst van Morton Feldman, 12/02/2008
Arne Deforce brengt hommage aan Scelsi, 22/05/2007
Beluister alvast Morton Feldmans Projection 1
[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=a3L4j9nae5o&w=500&h=305]
Giacinto Scelsi’s Ave Maria
[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=AuF2UaN5jf4&w=500&h=305]
het eerste deel uit Scelsi’s Trilogia – ‘Ygghur’
[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=2ntxlqoAADA&w=500&h=305]
en deel 2
[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=OrlrlzmsPKo&w=500&h=305]