![BL!NDMAN [new strings] BL!NDMAN [new strings]](https://oorgetuigetest.files.wordpress.com/2011/12/34e43-blindman_strings-3.jpg)
Met
Eclectic toont
BL!NDMAN [new strings] zich van veel markten thuis. Met punch en techniek overklast het strijkkwartet de klassieke klankspectra en laat daarbij oude gewoonten en nieuwe technieken niet ongemoeid. Het resultaat is een boeiend parcours, laverend tussen
Beethoven,
Berg,
Pärt,
Henderickx,
Crumb en
John Zorn.
Georg Crumb – Black Angels
De Amerikaanse componist George Crumb schreef zijn strijkkwartet Black Angels naar aanleiding van de Vietnamoorlog. Het werk citeert belangrijke elementen uit de bekoringsthematiek: van de zondeval via de Danse Macabre tot Tartini’s Duivelssonate.
Het genre van het strijkkwartet associeer je niet zo snel met politieke statements. Toch maakt de buitengewoon originele en kleurrijke componist George Crumb zich in Black Angels ouderwets kwaad om de Vietnamoorlog. In de partituur staat dat hij gecomponeerd is ‘in tempore belli’ (in oorlogstijd). Crumb voltooide het werk op vrijdag 13 maart 1970. Hij laat de strijkers schreeuwen, zingen, fluiten en fluisteren en breidt het instrumentarium uit met gongs, maracas en kristallen glazen.
Black Angels sloeg in als een bom, zowel door de onorthodoxe behandeling van het strijkkwartet als door de indringende thematiek. Het universele thema houdt de compositie ook nu nog overeind: de strijd tussen goed en kwaad, leven en dood, God en de duivel. De titel verwijst naar de zwarte engel zoals die in de vroege schilderkunst de gevallen engel symboliseert.
De vier strijkers confronteren de luisteraar met een surrealistische wereld van krijsende insecten, striemende geselingen, bom-inslagen, fluisterende stemmen, gongslagen, maar ook etherische klanken als glasharmonica-effecten en ijle, engelachtige melodieën. De componist schept een sfeer van een nachtmerrie door allerlei ongebruikelijke effecten voor te schrijven.
Achter de noten verschuilen zich planmatige getalsverhoudingen. De muzikale symbolen die Crumb gebruikt zij vrij conventioneel. Zo klinkt regelmatig het al eeuwenlang als ‘duivel in de muziek’ bekend staande interval van de verminderde kwint, de tritonus. En uit de literatuur voor strijkers haalt hij de ‘Trillo Di Diavolo’ van Tartini tevoorschijn. Verder citeert hij nog uit het gregoriaanse ‘Dies Irae’ en uit het strijkkwartet ‘Der Tod und das Mädchen’ van Schubert en refereert hij naar de oude muziek in de Sarabanda da la Muerta Oscura.
Arvo Pärt – Fratres
Sinds midden jaren tachtig kent de muziek van Arvo Pärt (1935 ) een ongekend succes. Werken als ‘Passio’, ‘Fratres’ en ‘Tabula Rasa’ behoren tot de best verkochte ‘klassieke’ muziek. Pärts klankwereld is die van het Gregoriaans, van de ‘paralelle organa’ van Leoninus en Perotinus uit de middeleeuwse muziek en van vroege renaissance componisten zoals Josquin Desprez. Een van de belangrijkste drijfveren in het werk van Pärt is de religieuze: de schuldbelijdenis en het lijden der mensheid. Met componisten als Kantsjeli en Gorecki, die een vergelijkbare eenvoudige structuur in hun muziek kennen, wordt hij daarom gerekend tot de voormannen van de zogenaamde nieuwe spirituele muziek.
Toch hanteerde Pärt in de eerste tien jaar van zijn componistenloopbaan ook elementen uit de toen heersende moderne compositietechnieken zoals het serialisme en de invloeden van John Cage. Na een jarenlange bezinning (“een zoektocht vol twijfel”) schreef hij het korte repetitieve pianowerk ‘Für Alina’ in 1976 en veranderende zijn muziek daarmee fundamenteel. Hij begon de zogenaamde tintabulli (bel- of klok-)techniek toe te passen waarin variaties van drieklanken een hoofdrol spelen op een essentieel ander manier dan binnen de tonaliteit. In 1976 en 1977 volgden nog drie verrassende werken: ‘Tabula rasa’, ‘Fratres’ en ‘Cantus in memory of Benjamin Britten’. Allemaal unieke voorbeelden van Pärts geladen minimalisme. ‘Fratres’ is een al even somber werk, waarin een koraalachtige melodie wordt herhaald tegen een achtergrond van het gegons van een kwint. Een incidentele paukenslag ondersteept het proceskarakter van het werk en de titel suggereert iets van een kloostersfeer. Het werk was oorspronkelijk bedoeld voor het Estse ensemble voor oude muziek Hortus Musicus, maar Pärt maakte er later diverse arrangementen van.
John Zorn – Cat O’Nine Tails (1988)
John Zorn (1953) is ongetwijfeld een van de belangrijkste componisten van deze eeuw. Zijn carrière zou gemakkelijk voer kunnen zijn voor een batterij socio- en psychologen. In de jazz-wereld wordt hij gerespecteerd om zijn grondige kennis van de bebop en zijn perfecte altsaxofoontechniek. Met zijn groep Naked City verkende hij de grenzen van de jazz door die te mengen met rock en punk, en onlangs kwam hij naar Europa om met onder meer Napalm Death drummer Mick Harris funk voorbij de pijngrens te spelen. Maar net zo goed leidt hij zijn groepen Masade en Bar Khkba strak door respectievelijk klezmermuziek of oosters geïnspireerde kamermuziek. Ook is hij veelvuldig actief als componist van filmmuziek. Zelf vergelijkt hij zijn manier van werken vaak met het maken van tekenfilms. Inderdaad, net als cartoons zijn Zorn’s stukken meestal humoristisch, vernuftig, vaak op eenvoudige motiefjes gebaseerd, maar met een flitsende pointe.
In Cat O’Nine Tails moeten de musici moeten om de paar maten van tempo wisselen en dat meer dan tien minuten lang. Het instuderen is als het monteren van een danig verknipte film waarbij je over ieder stukje moet nadenken hoe lang het moet zijn en waar je het aan vast plakt. Niet voor niets zegt Zorn dat zijn muziek haar geheimen pas prijs geeft na grondige studie. Als luisteraar heb je daar geen last van en word je getracteerd op een spectaculaire kaleidoscoop van overbekende tot nooit gehoorde kwartetklanken. De muziek varieert van een sentimenteel walsje tot scheurend gescratch en huilende meeuwen in de verte. Onverwachte wendingen leveren ontroerende momenten op. En als je na een minuut of negen denkt, nu is de koek op, klinkt er ineens een persiflage op een van de bekendste Paganini caprices en dan denk je, verhip dat kan natuurlijk ook: even dollen met een citaat uit het solorepertoire voor viool.
Wim Henderickx – In Deep Silence III (Impression on a theme of Haydn) voor strijkkwartet
Impression on a theme of Haydn werd gecomponeerd in 2003 in opdracht van het ‘Festival der Voorkempen’. Het is het derde werk van een reeks intieme kamermuziekstukken waarin de stilte, de rust een belangrijke inspiratiebron geweest is. Het is geïnspireerd op het ‘Keizerskwartet’ van J. Haydn.
Het stuk bestaat uit drie delen. Elk deel is gebaseerd op een fragment van het thema van Haydn. Het is een persoonlijk commentaar, waarbij verder wordt gegaan dan enkel een variatie van het thema.In het eerste deel wordt de melodie weergegeven in de eerste viool en in de cello in hoge flageolettonen, waardoor er een etherische atmosfeer ontstaat. Het tweede deel geeft de melodie in de altviool, als een klaagzang. In het derde deel ligt de melodie in de eerste viool boven een statische, harmonische ondergrond. De vrije (aleatorische) notatie biedt de mogelijkheid aan elke uitvoerder om een eigen interpretatie te geven.
Programma :
- Ludwig van Beethoven, Strijkkwartet op. 18 nr.1
- Georg Crumb, Black Angels
- Anton Webern, Fünf Sätze für Streichquartett op. 5
- Arvo Pärt, Fratres
- John Zorn, Cat o’nine tails
- Wim Henderickx, In deep silence III
Tijd en plaats van het gebeuren :
BL!NDMAN [new strings] : Eclectic
Zondag 4 december 2011 om 11.00 u
Kasteel Heule
Lagaeplein 24
Kortrijk ( Heule )
Meer info: www.cultuurcentrumkortrijk.be en www.blindman.be
Extra :
George Crumb: www.georgecrumb.net, www.essentialsofmusic.com, en.wikipedia.org en youtube
Wim Henderickx : www.wimhenderickx.com (*), wimhenderickx.wordpress.com, www.matrix-new-music.be en youtube
Interview met Wim Henderickx op www.moodio.tv
Arvo Pärt op www.musicolog.com en youtube
Arvo Pärt (1935 – ), Tintinambulist op www.musicalifeiten.nl
Vergelijkende discografieën : Arvo Pärt, Fratres op www.musicalifeiten.nl
John Zorn : en.wikipedia.org en youtube