
Tijdens het laatste weekend van september organiseert
Concertgebouw Brugge een Domein gewijd aan de belangrijke Weense componist
Beat Furrer. Samen met zijn ensemble
Klangforum Wien geniet hij vandaag internationale faam met zijn opera’s en instrumentale werken. Verwacht dit weekend geen exuberante kleurenpracht, maar onvoorstelbaar veel verschillende tinten grijs.
Wenen heeft iets met scholen. Na de Eerste (Haydn, Mozart, Beethoven) en de Tweede (Schönberg, Webern, Berg), is Wenen tegenwoordig het broeinest van een Derde Weense School met het ensemble Klangforum Wien en zijn oprichter Beat Furrer. Samen met componisten als Helmut Lachenmann, Bernhard Lang en anderen is Furrer ontegensprekelijk een erfgenaam van het modernisme. Tegelijk gaat hij op een eigenzinnige manier op zoek naar nieuwe geluiden. Beat Furrer beheerst alle belangrijke genres, van instrumentale solo’s over ensemblemuziek tot symfonische werken. De laatste jaren concentreert hij zich voornamelijk op muziektheater. Daarin kan Furrer zijn belangrijkste artistieke ei kwijt: de zoektocht naar klank, op de grens tussen stilte en geluid, tussen ruis en zuivere tonen, tussen de menselijke stem en het instrument. Teksten verliezen hun betekenis en worden opeenvolgingen van klanken. Instrumenten worden op een niet-conventionele manier bespeeld: geen exuberante kleurenpracht, maar onvoorstelbaar veel verschillende tinten grijs. Furrers nooit aflatende drang naar vernieuwing maakt zijn oeuvre onweerstaanbaar, zijn samenwerking met muzikanten garandeert muziek die staat als een huis.
Furrer en de opera
De Oostenrijkse Beat Furrer componeert in alle genres: opera en vocale muziek, werk voor orkest en kamerorkest, kamermuziek en solostukken. Tot zijn opera’s behoren ‘Die Blinden’ op tekst van Maeterlinck, Plato, Hölderlin en Rimbaud, ‘Narcissus’ naar Ovidius en ‘Wüstenbuch’ naar onder meer Lucretius, Machado en Bachmann, en tenslotte ‘FAMA’ .
“Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in het ontdekken van wat de mensheid in zo’n random-beweging houdt, zichzelf van de natuur afsnijdend als in blinde woede. Ik wil proberen de grote verandering te begrijpen, die aan het plaatsvinden is zonder dat we er ons zelfs rekenschap van geven.” Dit kan een uitleg zijn voor Furrers geluidswereld, gebaseerd op transformaties van het tonale en op discontinuïteit in het gebruik van muzikale bronnen. Sinds zijn allereerste composities tast Beat Furrer de mogelijkheden van het onconventionele geluid af.
Het uitcomponeren van de ruis met aandacht voor alle variabele aspecten (zoals ritme-, continuïteit-, dynamiek-, kleurschakeringen en verloop) legt de ‘schoonheid’ van de ruis bloot in timbrenuances van metaalachtig naar dof, van doorschijnend naar opaak … Daartegenover staan eenvoudige of complexe ritmische patroonstructuren, die gradueel vervormd of gewijzigd worden en aanleiding zijn tot grote secties of ‘bewegingen’ binnen een compositie. Furrer houdt ervan diverse lagen op elkaar te stapelen, waarbij de ritmische en harmonische meergelaagdheid tot een complex muzikaal resultaat leidt.
Opera
FAMA is een monodrama in acht scènes (2004-05) voor een actrice/recitante, een achtstemmig koor en orkest. Christoph Marthaler regisseerde de première. Voor het libretto bewerkte Furrer teksten van Ovidius en Arthur Schnitzler. In Ovidius’ Metamorfosen krijgt de ‘godin van het gerucht’ de naam Fama. Zij is tevens godin van de publieke opinie en de goede reputatie of ‘faam’.
Ovidius beschrijft Fama’s woonhuis tegelijk als de ‘marktplaats van geruchten’ en het centrum van het heelal, waar aarde, zee en lucht elkaar raken. Van daaruit kan Fama alles zien en horen. Zij woont in een huis zonder deuren, maar met talloze ramen, helemaal in brons, waardoor het minste geluid of gefluister gaat galmen doorheen de woonruimte. Nergens heerst de stilte. Dat geluid is niet alleen menselijk ‘gerucht’ maar ook geruis van de zee, de donder. En dan is het maar één stap verder naar de typische geluidswereld van Furrer, die FAMA definieert als ‘Hörtheater’. Luisteren naar de muziek betekent het horen van de dramatische actie, die zich in de muziek en niet op de scène afspeelt. Daarom zit het publiek (in de originele enscenering) als het ware middenin het woonhuis van Fama, omgeven door wanden die geopend kunnen worden naar de geluidswereld van de musici in de ruimte rond het huis. Die wanden hebben een kant die het geluid reflecteert, terwijl de andere kant het geluid absorbeert: de beweegbaarheid van elke wand afzonderlijk maakt het creëren en transformeren van een oneindig gevarieerde klankenwereld mogelijk, verrijkt met bewegende instrumentisten die ook zelf hun instrument of ‘klankprojectie’ in verschillende richtingen sturen.
Het confronteren van een oude tekst met een moderne deed Furrer al in eerdere opera’s. In FAMA wordt Ovidius tegenover Fräulein Else van Schnitzler gesteld. Om de schulden van haar vader te kunnen betalen, ziet de jonge vrouw maar een oplossing: zich prostitueren, en daarmee zet zij de goede reputatie (fama) van haar familie op het spel. Else sluit zich op in haar binnenwereld die slechts nu en dan wordt doorbroken door flarden van gesprekken uit de buitenwereld. Schnitzler schildert Else als freudiaans complex: doordrongen van de drang naar zelfstandigheid en emancipatie, exhibitionistische wensen, trouw aan haar vader, de behoefte bemind te worden, doodsverlangen. De climax is de complete vermenging van binnen- en buitenwereld als Else een slaapmiddel neemt (tijdens een zelfmoordpoging?). Zij is zich wel nog bewust van wat rond haar gebeurt, maar niet meer in staat te reageren of zichzelf uit te drukken. Haar ‘taal’ valt uit elkaar in woordfragmenten en klankenflarden, het materiaal waarmee Furrer zo graag (de)componeert.
Linea dell’orizzonte
De horizon, de ‘onzichtbare’ lijn aan de einder waar aarde en hemel in elkaar overgaan, kan als beeld fungeren. Furrer commentarieert: “Wat mij interesseerde, was het fenomeen van verdubbeling, maar ook van vervorming in een schaduwbeeld en dit als het ontstaan van het procesmatige, als resultaat van het elkaar doorsnijden van verschillende partijen.” Het principe van de transformatie wordt in deze compositie toegepast op een heterogeen ensemble met zeer gediversifieerd klankmateriaal: piano, viool, cello, klarinet, trompet, trombone, elektrische gitaar en percussie. Met de in elkaar geweven en door elkaar kronkelende partijen beoogt de componist een studie van vervormde, ‘verstoorde’ schaduwen.
Eigentijdse klaviervirtuositeit
Beat Furrer studeerde zowel compositie en orkestdirectie als piano. Componeren voor piano neemt dan ook een belangrijke plaats in in zijn oeuvre, zowel in ensemblestukken als solistisch. In 1996 was Furrer centrale componist ‘Next Generation’ van het Festival te Salzburg, waar Nuun voor twee piano’s en orkest, in première ging. Elf jaar later volgde zijn Pianoconcerto. Und irgendwo fern, sehr fern (1984, twee piano’s) en Voicelessness schreef hij al vroeg. The Snow Has No Voic e (1986). Phasma (2002) is met de duur van meer dan vijftien minuten een ‘reusachtig’ pianostuk: geen moment van rust, jachtig en virtuoos. Drei Klavierstücke (2004) draagt niet enkel een verwijzende titel naar Schönberg, maar is ook een hommage aan de componist die Furrer erg bewondert. Studie für Klavier dateert van 2011 en werd geschreven in opdracht van de Internationale Pianowedstrijd Ferruccio Busoni. Naar componeertechniek is deze ‘studie’ de logische voortzetting van wat Furrer sinds het begin, sinds Voicelessness , ontwikkeld heeft. Dat vroege werk klinkt als een innerlijke monoloog op zoek naar de mogelijkheden van een klein motief, voortdure
nd tastend zonder hoogtepunten of feitelijke ontwikkeling. Het resultaat is een soort montage van mogelijkheden binnen een beperkt kader dat tegelijk een strenge afgrenzing is. Die montage-ontwikkeling kan gelijktijdig in verschillende onafhankelijk aflopende lagen gebeuren, kan leiden tot verscheurdheid, onderhevig zijn aan filters waarbij bepaalde elementen geleidelijk of abrupt verdwijnen of geraffineerde vervormingen teweegbrengen die de oorspronkelijke ‘schoonheid’ aantasten.
Voor Phasma bestaat het uitgangsmateriaal uit clusters (akkoord bestaande uit kleine intervallen) gespeeld met de onderarmen, en kleinere clusters, samengesteld uit enkel de witte toetsen. Het ritme is oorspronkelijk herkenbaar, nagenoeg repetitief. Zodra echter afgezonderde toonhoogtes optreden, gaat het geheel over in een virtuoos spel op het ganse klavier. Deze speelwijze treedt in dialoog met de clustermomenten die geleidelijk verdwijnen. Zij maken plaats voor ‘opengelegde clusters’: polyritmische stijgende toonladders, uiterst snel ‘studie’-materiaal. Verder in het stuk zijn er meer met stilte ‘doorboorde’ passages, suggesties van dezelfde virtuositeit. Het stuk evolueert daardoor schijnbaar naar de doorbroken stilte, als een Webern-allusie. Vervreemding treedt op door alternatieve speelwijzen, zoals het dempen van de snaren en plectrumgebruik. Het resultaat is een ‘moderne Liszt’. Een phasma is een zespotig insect, maar er zijn ook robotachtige apparaatjes die de naam van het insect hebben overgenomen: een digitale ‘phasma insect robot’. De virtuoze wisseling in ligging noodzaakt de componist om zes notenbalken te gebruiken op sommige plaatsen.
De Studie für Klavier maakt eveneens gebruik van de ganse tessituur van de piano en van de klank-stilte-afwisseling. Typisch pianistiek en totaal anders dan Phasma is het dubbele tot vierdubbele octaafspel. Daardoor is deze studie zowel Chopin-, Liszt- als Debussy-gericht. Het doorbreken van de octaafzuiverheid met ‘vloekende’ dissonanten, het invullen van het octaaf met tussengeplaatste noten en het wegvallen van de stiltes doet een steeds voller en rijker klankbeeld ontstaan.
Klangforum Wien : Furrers meesterwerk – vrijdag 27 september om 20.00 u
Met FAMA brengt het ensemble Klangforum Wien vrijdagavond luistertheater van Beat Furrer. Furrer creëerde voor deze bijzondere compositie een huis: een doos waar het publiek middenin zit; de musici staan buiten. Dit spel met verschuivende panelen en bijzondere akoestische effecten creëert een intrigerende ruimtelijke ervaring. Ook in Linea dell’orizzonte (2012 – Belgische première) komen verschillende klanken samen in één ruimte. Furrer combineert verscheidene instrumenten zoals piano, viool, klarinet, trompet, slagwerk en elektrische gitaar en transformeert hun klanken tot een spel van schaduwen en storingen.
www.klangforum.at
Daan Vandewalle & Geoffrey Madge : Furrer en zijn Weense wortels – zaterdag 28 september om 20.00 u
Beat Furrers Phasma voor piano solo uit 2002 wankelt op de grens van dense expressiviteit en verstilde tijd. Furrer vergelijkt het met door een raam kijken in een hogesnelheidstrein: dichte objecten vliegen voorbij, verdere objecten blijven als het ware stilstaan. Minstens even grensverleggend was Beethovens Negende, de apotheose van het symfonische ideaal dat hij decennia lang probeerde te bereiken. Liszt schreef van dit meesterwerk een bewerking voor twee piano’s, de ultieme uitdaging voor elk pianoduo. De Sechs kleine Klavierstücke van Schönberg, klavierminiaturen in hun puurste essentie, en Mozarts Fuga voor twee piano’s vervolledigen dit programma dat de grootmeesters van de drie Weense Scholen op sublieme manier vervlecht. Pianisten Daan Vandewalle en Geoffrey Madge kiezen resoluut voor een indringende vertolking.
www.daanvandewalle.com en www.geoffreymadge.com
Nadar Ensemble Happening : Furrer en verder – zondag 29 september om 14.00 u
Wenen bruist van muzikale energie. De muzikanten van vandaag respecteren tradities, maar schuwen tegelijkertijd het experiment niet. Dat geldt ook voor het Vlaamse Nadar Ensemble. Het gebruik van elektronica en video maakt van hun concerten een bijzonder actueel gebeuren: de vinger aan de pols van de nieuwe muziek in Wenen, door Vlaamse ogen. Livemuziek, elektronica, video, kleine en grote bezettingen: deze happening is één groot klankenfeest!
Jonge en minder jonge leeuwen zoals Matthias Kranebitter, Beat Furrer, Bernhard Lang, Eva Reiter, Peter Ablinger en Jorge Sánchez-Chiong gaan in een sneltreinvaart op zoek naar nieuwe expressievormen. Ze kennen en respecteren tradities, maar schuwen tegelijk het experiment niet. De al even hongerige leeuwen van Nadar Ensemble kunnen zich naar hartenlust uitleven in de meest diverse composities, van piano solo over basklarinet en draaitafels tot grote ensemblewerken. Het ensemble heeft er intense samenwerkingen opzitten met al deze componisten. Het gebruik van elektronica en video maakt van hun concerten een bijzonder actueel gebeuren: de vinger aan de pols van de nieuwe muziek in Wenen, door Vlaamse ogen.
www.nadarensemble.be
Tijd en plaats van het gebeuren :
Domein Beat Furrer
Van vrijdag 27 t.e.m. zondag 29 september 2013
Concertgebouw Bruggge
’t Zand 34
8000 Brugge
Meer info : www.concertgebouw.be
Bron : tekst Yves Knockaert voor het Concertgebouw
Extra :
Beat Furrer op en.wikipedia.org, brahms.ircam.fr, www.baerenreiter.com en youtube
Elders op Oorgetuige :
Gesprek met Beat Furrer, 24/03/2007
Jeroen Vanacker, artistiek directeur van Concertgebouw Brugge, heeft het in onderstaande video over Beat Furrers drang naar vernieuwing en over zijn samenwerking met muzikanten die muziek garandeert die staat als een huis
[youtube https://www.youtube.com/watch?v=QfnM7pB9Ft0?feature=player_detailpage&w=500&h=305]